klas 1 WK 50 appr 3 avoir

Salut!
1E Op je vaste plaats zitten svp
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Salut!
1E Op je vaste plaats zitten svp

Slide 1 - Tekstslide

aujourd'hui
les absents
- kahoot cijfers 0-20
- wat moet je kennen en kunnen voor de SO van volgende week?
- grammatica: je kent het werkwoord avoir (hebben)

evt : quiz de Noel




Slide 2 - Tekstslide

les absents.....

Tu habites où? J'habite à Steenwijk etc...
Tu as quelle nationalité? Je suis neerlandais (e) etc
Tu as une soeur/un frère? Oui, j'ai une soeur/un frère

Tu as quel âge?
 J' ai onze/douze/treize ans/ uitspraak zjee !


Slide 3 - Tekstslide

Kahoot
les nombres 0-20
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

SO volgende week
In week 51 staat wat je moet kennen en kunnen

Slide 5 - Tekstslide

het werkwoord avoir
appr 3 / unité 2

Slide 6 - Tekstslide

Welk onregelmatig Frans werkwoord ken je al?

Slide 7 - Open vraag

welke vormen ken je nog van être?

Slide 8 - Woordweb

schrijven is onthouden:)
aantekeningen maken
in je aantekeningenschrif OF
op een (spiek)briefje

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

let op:
Bij leeftijden gebruik je avoir en niet être!

Tu as quel âge? Hoe oud ben je?
J'ai onze ans
J'ai douze ans
J'ai treize ans

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent
il a

Slide 12 - Open vraag

Hoe vertaal je:
il a 13 ans
A
hij is 13 jaar oud
B
hij heeft 13 jaren
C
hij heeft 13 honden
D
zij is 13 jaar oud

Slide 13 - Quizvraag

zij heeft
A
il a
B
elles ont
C
elle a

Slide 14 - Quizvraag

wij hebben
A
nous avons
B
on a
C
vous avez
D
il a

Slide 15 - Quizvraag

Jean ....... une soeur.
A
as
B
avons
C
a
D
avez

Slide 16 - Quizvraag

Tu as quel âge? Antwoord met een hele zin in het Frans....

Slide 17 - Open vraag

dernière question...

Slide 18 - Tekstslide

Les frères ...... une soeur.
A
sont
B
avez
C
avons
D
ont

Slide 19 - Quizvraag

zelfstandig werken
maken: de oefeningen die klaarstaan in learnbeat week 50

Ben je klaar met de opdrachten? Ga dan het werkwoord avoir oefenen met de link die klaar staat in Learnbeat


Slide 20 - Tekstslide

kijk/luister strategieën
woordraden: lijkt het woord op een woord in een andere taal?

woordraden: kijk naar de context (wat staat eromheen?), dat kan tekst zijn, maar ook afbeeldingen/plaatjes


Slide 21 - Tekstslide

schrijf de volgende woorden op een papiertje

Slide 22 - Tekstslide

Luister en lees mee!
Kijkstrategie: kijk goed naar de beelden, die helpen bij het begrijpen van de woorden.

Slide 23 - Tekstslide


A
de stal
B
oneindige liefde
C
de ezel

Slide 24 - Quizvraag


A
de trommels
B
de harpen
C
de trompetten

Slide 25 - Quizvraag


A
de herders
B
de engelen
C
de schapen

Slide 26 - Quizvraag


A
stro
B
warm
C
schattig
D
nederig

Slide 27 - Quizvraag


A
deze duiven
B
het heelal
C
deze wereld

Slide 28 - Quizvraag


A
het kruis
B
het licht
C
de wolken

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

toets open zetten
vragen stellen

Slide 32 - Tekstslide

les devoirs
Leren  het werkwoord avoir (Nederlands-Frans én Frans-Nederlands), appr 3 unité 2 



(af)maken: de opdrachten van week 49

Slide 33 - Tekstslide

BINGO

Weet je de cijfers nog? Schrijf ze op je blaadje.....

Slide 34 - Tekstslide

lire
doornemen voca page 68
Quentin Gallet se présente page 50
Invitation de sa soeur Pauline

Slide 35 - Tekstslide