klas 1 WK 49 50 quiz saint nic + unité 2 appr 3 avoir

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Salut!

1E Op je vaste plaats zitten svp

aujourd'hui

les absents

Saint Nicolas - quiz

incl voca appr 2 lire

zelfstandig: oefenen met cijfers en lezen

les absents.....

Tu habites où? J'habite à Steenwijk etc...

Tu as quelle nationalité? Je suis neerlandais (e) etc

Tu as une soeur/un frère? Oui, j'ai une soeur/un frère

Tu as quel âge?

 J' ai onze/douze/treize ans/ uitspraak zjee !

quiz

Saint Nicolas

Luister een lees mee in dit chanson, hier komen straks vragen over.....

In welk deel van Frankrijk wordt Saint Nicolas gevierd?

1. Zuid-Frankrijk
2. Oost-Frankrijk
3. Noord-Frankrijk
4. West-Frankrijk

Le manteau de Saint Nicolas est vert.

1. oui
2. non

En France on fête le Saint Nicolas.....

1. le 3 décembre
2. le 6 décembre
3. le 5 décembre
4. le 5 novembre

Hoe heet Sinterklaas in het Frans?

1. Sainte Nicolas
2. Saint Nicolas
3. Saintenicolas
4. Sintinhetfrans

Van wie is Saint Nicolas de "beschermheilige" , le patron?

1. les écoliers
2. les enfants
3. les parents

Wat zijn "bonbons" in het Frans?

1. chocolaatjes
2. snoepjes
3. goedgoedjes

encore une chanson...... 

Le boucher, c'est qui?

1. De bakker
2. De kruidenier
3. De slager
4. De bloemist

Saint Nicolas passe après combien d'ans?

1. cinq ans
2. sept ans
3. six ans
4. huit ans

Dernière question: Il était .................... petits enfants

1. deux
2. quatre
3. trois
4. cinq

voca appr 2 / lire

Herhaal voor jezelf in stilte de woordjes van appr 2/lire zie learnbeat huiswerk

vertaal: de broer

vertaal: le prix

vertaal: autre

C'est quel animal?
Mét lidwoord.

dernière question....

vertaal: een zus

zelfstandig werken

maak de opdrachten in Learnbeat

- oefenen met cijfers

- oefenen met lezen 

het werkwoord avoir

appr 3 / unité 2

Welk onregelmatig Frans werkwoord ken je al?

welke vormen ken je nog van être?

schrijven is onthouden:)

aantekeningen maken

in je aantekeningenschrif OF

document aantekeningen Frans

let op:

Bij leeftijden gebruik je avoir en niet être!

Tu as quel âge? Hoe oud ben je?

J'ai onze ans

J'ai douze ans

J'ai treize ans

Wat betekent
il a

Wat betekent
il a 13 ans

1. hij is 13 jaar oud
2. hij heeft 13 jaren
3. hij heeft 13 honden

zij heeft

1. il a
2. elles ont
3. elle a

wij hebben

1. nous avons
2. on a
3. vous avez
4. il a

Jean ....... une soeur.

1. as
2. avons
3. a
4. avez

Les frères ...... une soeur.

1. sont
2. avez
3. avons
4. ont

Tu as quel âge? Antwoord met een hele zin in het Frans....

zelfstandig werken

maken: de oefeningen die klaarstaan in learnbeat week 49

Ben je klaar met de opdrachten? Ga dan het werkwoord avoir oefenen met de link die klaar staat in Learnbeat

les devoirs

Leren  het werkwoord avoir (Nederlands-Frans én Frans-Nederlands), appr 3 unité 2 

(af)maken: de opdrachten van week 49

toets open zetten

vragen stellen

BINGO

Weet je de cijfers nog? Schrijf ze op je blaadje.....

lire

doornemen voca page 68

Quentin Gallet se présente page 50

Invitation de sa soeur Pauline