Standenmaatschappij en absolutisme

Frankrijk in de 18e Eeuw, de standenmaatschappij en het absolutisme.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Frankrijk in de 18e Eeuw, de standenmaatschappij en het absolutisme.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Periode opdracht uitleggen
  • De standenmaatschappij
  • Het absolutisme

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een idee voor je PO?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De koning
  • De koning stond boven alles en iedereen
  • De koning had aan niemand verantwoording af te leggen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote kloosters en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
  •  De geestelijken waren grootgrondbezitters doordat zij konden lezen en schrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 1e stand
  • De geestelijken:
1. mochten belasting heffen
2. hoefden geen belasting te betalen
3. helpt de koning met besturen doordat ze kunnen lezen en schrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 2e stand

  • De edelen/adel: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 2e stand

  • Hoeft ook geen belasting te betalen.
  • Mocht oorlog voeren.
  • Ze moesten de andere standen beschermen.
  • Ze hielpen met het bestuur en de rechtspraak.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 3e stand
  • Dit zijn de boeren en de burgers. Ook had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij. 
In de standensamenleving was de sociale mobiliteit beperkt. Tot welke stand men behoorde, werd in hoge mate bepaald door geboorte. In bijzondere gevallen kon men worden opgenomen in de adelstand. Meer mogelijkheden waren er op toe te treden tot de geestelijkheid, maar de positie daarin werd wel bepaald door de oorspronkelijke stand

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frankrijk in de 18e Eeuw, de standenmaatschappij en het absolutisme.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhaling:
  • De 1e stand waren de...
  • De 2de stand waren de ...
  • De 3de stand waren de ... en bestonden ook nog uit ...

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhaling:
  • De 1e stand had veel rechten/plichten en weinig rechten/plichten.
  • De 2de stand had veel rechten/plichten en weinig rechten/plichten.
  • De 3de stand had veel rechten/plichten en weinig rechten/plichten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij. 
In de standensamenleving was de sociale mobiliteit ... Tot welke stand men behoorde, werd in hoge mate bepaald door ... In bijzondere gevallen kon men worden opgenomen in de adelstand. Meer mogelijkheden waren er op toe te treden tot de .... , maar de positie daarin werd wel bepaald door de oorspronkelijke stand

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij. 
In de standensamenleving was de sociale mobiliteit beperkt. Tot welke stand men behoorde, werd in hoge mate bepaald door ... . In bijzondere gevallen kon men worden opgenomen in de adelstand. Meer mogelijkheden waren er op toe te treden tot de ... , maar de positie daarin werd wel bepaald door de oorspronkelijke stand

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij. 
In de standensamenleving was de sociale mobiliteit beperkt. Tot welke stand men behoorde, werd in hoge mate bepaald door geboorte. In bijzondere gevallen kon men worden opgenomen in de adelstand. Meer mogelijkheden waren er op toe te treden tot de ... , maar de positie daarin werd wel bepaald door de oorspronkelijke stand

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De standenmaatschappij. 
In de standensamenleving was de sociale mobiliteit beperkt. Tot welke stand men behoorde, werd in hoge mate bepaald door geboorte. In bijzondere gevallen kon men worden opgenomen in de adelstand. Meer mogelijkheden waren er op toe te treden tot de geestelijkheid, maar de positie daarin werd wel bepaald door de oorspronkelijke stand

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolutisme
Frankrijk had naast de standenmaatschappij een koning die deze standen bestuurde. Frankrijk was dus een Monarchie

Veel koningen regeerden samen met de Adel. 
Lodewijk XIV deed dit niet....

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met absolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 22 - Tekstslide

Handig, als God dit bepaald heeft, dat is het zo!

De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. Tot zijn 23e werd Frankrijk daarom bestuurd door eerste minister Mazarin.

Slide 23 - Tekstslide

Nieuwe info, op internet vind je leuke anekdotes over hem:

https://historianet.nl/maatschappij/vorsten/paleis-van-zonnekoning-was-een-zwijnenstal

Absolutisme
  • Absolutisme = vorst/koning heeft alle macht.
  • Hij mag zelf alles beslissen
  • God heeft bepaald dat hij de macht heeft (droit divin).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereikte hij dit?
  • Hij vergroote zijn eigen macht (droit divin & geloof)
  • Hij verkleinde de macht van de adel. (leger en eigen ambtenaren + het wonen in het paleis).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ancien Regime

Ancien Regime is de periode vóór de Franse revolutie. 

de Koning staat aan het hoofd ( absolutistische vorst) en deze heeft de macht van god had gekregen. Ook waren er 3 standen.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar vandaag de dag zijn er nog absolute monarchien: 

  • Saudie-Arabie
  • Qatar
  • Oman
  • Swaziland
  • Vaticaanstad

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft dit paleis te maken met absolutisme?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies