Herhaling

Repeat the present simple
After today you can say, I remember when to use the present simple, how to form a question and how to form a negation in the present simple.
After today you know where to place an adverb of frequency in a sentence
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Repeat the present simple
After today you can say, I remember when to use the present simple, how to form a question and how to form a negation in the present simple.
After today you know where to place an adverb of frequency in a sentence

Slide 1 - Tekstslide

timer
2:30
What do you already know about the present simple tense?(Waar moet je aan denken bij de onvoltooid tegenwoordige tijd?)

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

You always add a -s to the verb in the third person present simple. (Bij de present simple tense schrijf je een -s achter het werkwoord bij de derde persoon enkelvoud.)
A
True
B
False

Slide 4 - Quizvraag

With the verb to do, the third person is dos (De derde persoon enkelvoud voor het werkwoord to do is dos.)
A
True
B
False

Slide 5 - Quizvraag

Is this right? (Klopt dit?)
I/you/we/they have got
He/She/It Has got
A
True
B
False

Slide 6 - Quizvraag

How do you form a negative sentense in the present simple? (Hoe vorm je een negatieve zin in het Engels in de present simple?)
Can you give an example? (geef een voorbeeld)
timer
2:30

Slide 7 - Open vraag

Negations in the present simple
Use the auxiliary verb 'to do'
(gebruik het hulpwerkwoord 'to do')
Bijvoorbeeld:
I like games online
I don't like games online 

Slide 8 - Tekstslide

Welk werkwoord wordt vervoegd in de derde persoon enkelvoud?
A
het hulpwerkwoord
B
Het hoofdwerkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Voorbeeld
I don't like running
He doesn't like racing
They don't walk very often
We don't like online lessons

Slide 10 - Tekstslide

Paul doesn't like cycling.
Waarom is het hulpwerkwoord hier: doesn't?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

timer
2:30
Welke 'adverbs of frequency' kan je bedenken?

Slide 12 - Woordweb

Adverbs of frequency komen voor het werkwoord in de zin.
A
True
B
False

Slide 13 - Quizvraag

timer
1:30
wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 14 - Sleepvraag

Put the words in the correct order.
timer
1:00
she
often
listens
to
Hank's
music

Slide 15 - Sleepvraag

Put the words in the correct order.
timer
1:00
my
father
is
never
late
for work

Slide 16 - Sleepvraag

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + -ed
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
SHIT-regel

Slide 17 - Quizvraag


Present Simple
A
Habits
B
Facts
C
Things that happen on a regular basis
D
All answers are correct

Slide 18 - Quizvraag

Wat is GEEN signaalwoord van de present simple?
A
always
B
never
C
yesterday
D
sometimes

Slide 19 - Quizvraag