Product-dienstmodellen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke van onderstaande definities geeft de definitie van circulaire economie het beste weer?
A
Een systeem waarbij zo min mogelijk grondstoffen en goederen worden geproduceerd en zo veel mogelijk afval is.
B
Een systeem waar zo veel mogelijk grondstoffen en goederen worden geproduceerd die grondstof vormen voor een nieuw goed.
C
Een systeem waarbij herbruikbaarheid van grondstoffen en goederen wordt gemaximaliseerd en de waardevernietiging geminimaliseerd.
D
Een systeem waarbij de waardevernietiging van grondstoffen en goederen wordt gemaximaliseerd en de herbruikbaarheid wordt geminimaliseerd.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk een nog niet genoemd voorbeeld waarbij een product wordt veranderd in een dienst. Bijv. je koopt geen tv, maar neemt de dienst tv-kijken af.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Ze noemen in het filmpje een aantal redenen waarom mensen gebruik willen maken van zo’n dienst ipv een product. Welke?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Gebruikers van het product-dienstmodel ervaren:

A
Meer onzekerheid
B
Minder onzekerheid
C
Hoge startuitgaven
D
Hoge onderhoudskosten

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide