techniek drijven en zinken LiV

 Zweven, zinken, drijven en lucht
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 Zweven, zinken, drijven en lucht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les weet je:

* Wanneer een voorwerp drijft, zinkt of zweeft
* Wat dichtheid is
*Wat volume is
* Waarom lucht belangrijk is


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drijven en zinken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer blijft een voorwerp drijven?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Drijven, zinken, zweven
  • Stoffen met een kleinere dichtheid drijven
  • Stoffen met een grotere dichtheid zinken
  • Stoffen met gelijke dichtheid zweven



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid
Dichtheid:
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof

                 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1
Waar of niet waar? Een baksteen zinkt meteen naar de bodem.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zinkt een baksteen meteen naar de bodem?
A
De zwaartekracht trekt de baksteen omlaag.
B
De baksteen is zwaarder dan water

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voetbal zinkt direct naar de bodem?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom blijft een voetbal drijven?
A
De zwaartekracht werkt niet op een bal.
B
De voetbal is lichter dan water.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk voorwerp blijft drijven?
A
Tennisbal
B
Knikker

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorwerp zinkt meteen naar de bodem?
A
Spijker
B
Kurk

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom blijft een boot drijven?
A
Een boot is gemaakt van staal.
B
Een boot bevat heel veel lucht.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als er een gat in de boot komt?
A
Dan blijft de boot drijven.
B
Dan zinkt de boot.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zinkt de boot als er een gat in komt?
A
Dan komt er veel lucht binnen door het gat.
B
Dan komt er veel water binnen door het gat.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe onthoud je of iets blijft drijven?
A
Als iets lichter is dan water van dezelfde grootte blijft het drijven
B
Als iets zwaarder is dan water van dezelfde grootte blijft het drijven

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volume (of inhoud)
Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt.

                                               Dit schrijven we op in 

                                           Het volume is dan:
                                                              lengte x breedte x hoogte 
                                                  
                                                  Als je alles in cm invult

                 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volume (V)
Ook wel de inhoud
Volume is een woord om aan te geven hoeveel ruimte iets inneemt. 

Dit schrijven we op in      

Het volume is dan:

Als je alles in cm invult


cm3
lengtexbreedtexhoogte

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afmetingen van een balk zijn:
lengte = 2 cm
breedte = 3 cm
hoogte = 1 cm
Wat is het volume van de balk?
A
6cm
B
5cm
C
5cm2
D
6cm3

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderdompelmethode
Bedacht door Archimedes.
Wordt gebruikt om het volume van een lastig voorwerp te bepalen.
Volume =Beginstand -eindstand

1 liter = 1 kubieke decimeter
1L=1dm3

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1 Liter is hetzelfde als:
A
1 dm3.
B
0,001 mL
C
1 mL

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kilo lood
Een kilo veren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt 10 seconden! Wat is zwaarder? Een kilo veren of een kilo lood?
A
Veren!
B
Lood!
C
Ga weg met je stomme vraag!

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren zijn van belang bij drijven en zinken?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drijven en zinken
Gewicht

Volume
Vorm
Dichtheid = gewicht: volume (m3)
Zwaartekracht & opwaartse kracht

Slide 29 - Tekstslide

- Het gewicht
- Het volume
- De dichtheid
- De vorm van het voorwerp
- De opwaartse kracht van water
- De samenstelling van het water
- De temperatuur van het water
- Zoutgehalte van het water
https://schooltv.nl/video-item/prof-dr-testkees-drijven-en-zinkenhoe-werkt-een-vleugel
bekijk de volgende video vanaf 1.10 tot 3.38

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 factoren zorgen ervoor dat een boot blijft drijven?
A
hout-rubber-ijzer
B
hoeveelheid lucht in het voorwerp -soort water-vorm
C
vorm-opwaartse kracht-dichtheid
D
dichtheid-materiaal-water

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 ding uit deze les die je wilt onthouden.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Prettig weekend!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies