Th5 Bs4_De evolutietheorie

Evolutie


 Thema 5, basisstof 6 
Natuurlijke selectie en verwantschap
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Evolutie


 Thema 5, basisstof 6 
Natuurlijke selectie en verwantschap

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen: Evolutie
Je kunt uitleggen wat de evolutietheorie inhoud
Je kunt beschrijven wat natuurlijke selectie is

Slide 2 - Tekstslide

Evolutie en verwantschap
Begrippen: 
soort, evolutie, natuurlijke selectie, kunstmatige selectie, verwantschap, gemeenschappelijke voorouder, variatie

Slide 3 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Vandaag
Instructie Kralen opdracht
Werkblad pagina 1
Theorie
Werkblad pagina 2
EXIT
 Niet af? Huiswerk

Slide 4 - Tekstslide

Evolutie

De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen, wordt evolutie genoemd


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

evolutie

3 voorwaarden voor evolutie:

1: er ontstaan steeds nieuwe genotypen
2: er ontstaan nieuwe soorten
3: er vindt (natuurlijke) selectie plaats


Slide 7 - Tekstslide

Hoe werkt nu die evolutietheorie dan?
- Variatie van soorten

Niet ieder dier lijkt op elkaar, net als mensen. 
Maar die verschillende vormen hebben voor- en nadelen. 

Stel:
Het wordt kouder in Nederland. Hebben katten met een dikke vacht, of katten zonder haar een voordeel?

 


Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt nu die evolutietheorie dan?
- Natuurlijke selectie: Organismen die gezond en sterk zijn en een goede schutkleur hebben, hebben de grootste kans om in leven te blijven.

- Sommige organismen krijgen heel veel nakomelingen.
- Die blijven niet allemaal in leven; ze worden opgegeten omdat 
ze bv geen goede schutkleur hebben of gaan dood omdat ze een
zwakke gezondheid hebben.  Dus niet alle nakomelingen hebben
een even grote overlevingskans.

Een organisme dat ziek is of opvalt, krijgt waarschijnlijk weinig tot geen nakomelingen. 
Het ongunstige innerlijk/uiterlijk heeft nadeel, en zal het misschien niet overleven.  




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoe werkt nu die evolutietheorie dan?
- Soorten veranderen: aanpassingen aan het milieu 
Organismen die goed zijn aangepast aan hun omgeving (milieu) hebben een grotere overlevingskans en krijgen daardoor meer nakomelingen... 
Die blijven ook vaker in leven en gaan zich dan ook weer voortplanten. 
Zo blijft die soort voortbestaan.

Dieren die slecht aangepast zijn aan hun omgeving (milieu), 
krijgen waarschijnlijk weinig tot geen nakomelingen. 



Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt nu die evolutietheorie dan?
- Het ontstaan van nieuwe soorten (nieuw genotype):
Het is belangrijk dat bij een soort veel verschillende genen voorkomen. Dit vergroot de overlevingskans bij veranderingen in omstandigheden. De kans is groot dat er dan organismen (van die soort) zijn die wel de juiste eigenschappen hebben voor die nieuwe omstandigheden. 

-Verandering van klimaat -> soort verandert 
-Mutatie of geslachtelijke voortplanting -> nieuwe vorm/ras, tegelijk met de bestaande vorm
-Isolatie -> Als 2 verschillende vormen van een soort van elkaar gescheiden raken noem je dat isolatie. Dit kan bijvoorbeeld komen door een rivier, een zee, ijs, bergen of een woestijn.


De vormen zullen dan steeds meer van elkaar gaan verschillen omdat ze zich apart van elkaar, gedurende lange tijd, aanpassen aan hun omgeving. Zo ontstaan er twee verschillende soorten. Deze kunnen samen geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen. 




Slide 12 - Tekstslide

ontstaan nieuwe soorten (door isolatie)

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe soorten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Isolatie
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden

Slide 16 - Quizvraag

                                           Deze gaan we proberen gezamenlijk op te lossen:

1. variatie in        .................. 

2.      ......................             selectie

3. het       .....................           van nieuwe soorten en    ..........................       van soorten
Bij evolutie speelt ook  de     ..................................   in het genotype bij een soort een rol.
                        In elk soort komen in het genotype  ................................     verschillen voor. 

Soms is zo'n verschil handig om te ................................ 

ontstaan

natuurlijke

overleven

verandering

verdwijnen

genotype

toevallige

Slide 17 - Sleepvraag

Herhaling
1. wat wordt bedoeld met evolutie?

2. wat is natuurlijke selectie?
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk
Werkblad niet af?
Dan is het huiswerk.

Wat wel verplicht is: 
EXIT TICKET

Slide 19 - Tekstslide