- groepjes maken, onderwerp kiezen, werkplan maken en laten controleren
werken aan mindmap (31 mei)
Slide 2 - Tekstslide
§15.3 en 15.4 Oog
iris, pupil
lens en scherp zien
netvlies
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
BINAS
87 C 2
Slide 5 - Tekstslide
In de iris 2 soorten spiertjes
kringspieren -> pupil klein
straalsgewijs lopende spieren = lengte spieren -> pupil groot
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Lens
accomoderen
zorgt ervoor dat er een scherp beeld op het netvlies valt
Slide 8 - Tekstslide
Lenzen zijn van nature bol. De lensbandjes trekken de lens plat als de straallichaam (kringspier) ontspannen (wijd) is.
Slide 9 - Tekstslide
kringspier
aangespannen
geen trekkracht meer aan de lensbandjes -> lens wordt bol
kringspier ontspannen
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
netvlies
zintuigcellen, fotoreceptoren
staafjes
kegeltjes
gele vlek
blinde vlek
Slide 13 - Tekstslide
staafjes (rods) zwart wit zien, bij weinig licht
kegeltjes (cones) kleur zien, bij veel licht
De gele vlek bevat veel kegeltjes.
In de blinde vlek zitten geen staafjes en kegeltjes , maar de oogzenuw
Slide 14 - Tekstslide
verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies
Slide 15 - Tekstslide
3 soorten kegeltjes
rood licht
groen licht
blauw licht
niet uit je hoofd leren, wel begrijpen
Slide 16 - Tekstslide
niet geprikkelde staafjes en kegeltjes geven een constante stroom neurotransmitter af -> constante impuls frequentie
juiste lichtsterkte en juiste kleur => pigment in de staafjes en kegeltjes valt uit elkaar en zorgt ervoor dat er even geen neurotransmitter wordt afgeven.