Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.
Een volwassen mens heeft vijf tot zes liter bloed in zijn lichaam. Het bloed vervoert allerlei stoffen en warmte door het lichaam.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De bloedsomloop
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
13.2.1 Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
13.2.2 Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
13.2.3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.
Alle bloedvaten van een mens bij elkaar zijn honderdduizend kilometer lang. Dat is tweeënhalf keer de omtrek van de aarde.
Slide 6 - Tekstslide
De dubbele bloedsomloop bij een mens (schematisch).
Slide 7 - Tekstslide
3 soorten bloedvaten
Slagaders: Transport bloed van hart af.
Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.
Aders:
Transport bloed naar hart toe.
Slide 8 - Tekstslide
Poortader
Vervoert voedingsstoffen naar de lever.
Via de poortader bereiken alle opgenomen voedingsstoffen de lever.
De lever controleert de hoeveelheden en stelt bijvoorbeeld de bloedsuikerspiegel bij door glucose op te nemen en om te zetten naar glycogeen of andersom.
Slide 9 - Tekstslide
13.3 Het Hart
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
13.3.1 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
13.3.2 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.
Door het hele lichaam lopen grote en kleine bloedvaten. Het hart pompt het bloed door de bloedvaten
Slide 11 - Tekstslide
De bouw van het hart
Slide 12 - Tekstslide
Bloedsomloop in het hart
Slide 13 - Tekstslide
Les 13.4 Hart- en vaatziekten
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
13.4.1 Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen en aangeven hoe je de kans op harten vaatziekten kunt verkleinen.
Slide 15 - Tekstslide
Slagaderverkalking
Stress en roken zorgen voor beschadigingen aan de binnenkant van de bloedvaten
Cholesterol en witte bloedcellen vormen een verdikking en vormen een plaque.
Slide 16 - Tekstslide
Hartritmestoornis
Hartritmestoornis = verstoring
Te hoog of te laag
Pacemaker zorgt weer voor normaal hartritme
Slide 17 - Tekstslide
Hart- en vaatziekten voorkomen
Slide 18 - Tekstslide
Les 7 Weefselvloeistof en lymfe
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.
Slide 20 - Tekstslide
Lymfevatenstelsel
Het lymfevatenstelsel is ook een vatenstelsel in ons lijf.
Lymfeknopen zuiveren de lymfe van ziekteverwekkers.
In lymfeknopen
- ontwikkelen witte bloedcellen die antistoffen maken.
- zijn witte bloedcellen die ziekteverwekkers kunnen insluiten.
Slide 21 - Tekstslide
Les 13.6 Afweer
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
13.6.1 Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
13.6.2 Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.
Slide 23 - Tekstslide
Algemene afweer
Opperhuid
Talg
Slijmvlies in de luchtwegen
Darmwand
Maagsap
Witte bloedcellen maken ziekte verwekkers onschadelijk
Slide 24 - Tekstslide
Antistoffen!
Zijn specifiek
Slide 25 - Tekstslide
Immuniteit
Wat kan je hier al over vertellen?
Slide 26 - Tekstslide
Allergie
Allergie= reactie op een bepaalde stof
Hierdoor kun je een allergische reactie krijgen
Slide 27 - Tekstslide
Les 13.7 Transplantaties en bloedtransfusies
Slide 28 - Tekstslide
Leerdoelen
13.7.1 Je kunt de problemen beschrijven die het afweersysteem veroorzaakt bij transplantaties en auto-immuunziekten.
13.7.2 Je kunt de rol van bloedfactoren bij bloedtransfusies en de rol van de resusfactor bij zwangerschap beschrijven.
Slide 29 - Tekstslide
Transplantatie
Een transplantatie is het vervangen van een aangetast weefsel of orgaan.
Kan zorgen voor een afstotingsreactie.
Dit komt doordat de eiwitten op de cellen niet worden herkend.