2.3. Een verandering in één nacht, 1848 RZ

OP tafel: Ipad dicht + pen +schrift


2.3. Een verandering in één nacht, 1848
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

OP tafel: Ipad dicht + pen +schrift


2.3. Een verandering in één nacht, 1848

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen liberalen en conservatieven uitleggen.
Je kunt uitleggen waarom Willem II aan Thorbecke de opdracht geeft om de grondwet aan te passen.
Je kunt de grondwetswijzigingen van Thorbecke uit 1848 benoemen en uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoe werkt de grondwet van 1815? (1)
  • Volk heeft inspraak via het parlement
  • Parlement keurt regels en wetten goed= wetgevende macht
  • Nieuwe wetten komen van de koning of uit de Tweede Kamer
  • Eerste Kamer moet ze goedkeuren
  • Alle leden van de Eerste Kamer werden gekozen door...

Slide 5 - Tekstslide

Hoe werkt de grondwet van 1815? (2)
  • Wet aangenomen ? 
  • Ministers werken de wet verder uit en voeren hem in = uitvoerende macht
  • In de grondwet van 1815 staat: "De koning mag altijd een minister ontslaan en kiezen..."
  • Angst onder ministers, dus doen vooral wat de koning wil
  • Dus wie had de volledige macht in Nederland... ?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken Belgische Revolutie

  • Officiële taal: Nederlands
  • Staatsgodsdient: Protestants
  • Alle belangrijke banen zijn in het bezit van 'Nederlanders'
  • Nederland wordt voorgetrokken

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen 
Belgische Revolutie

  • België probeert zich weer bij Frankrijk aan te sluiten, maar dat mislukt.
  • Een eigen koning: Leopold I (1831)
  • In 1839 erkent ook Willem I de onafhankelijkheid van België
  • In 1840 doet Willem I afstand van zijn troon...

Slide 9 - Tekstslide

2 stellingen:
1: Koning Willem-Alexander is verre familie van Willem I
2: Willem-Alexander heeft veel/weinig invloed in het bestuur.
Vul de juiste antwoorden in.
A
juist/weinig
B
juist/veel
C
onjuist-weinig
D
onjuist-veel

Slide 10 - Quizvraag

Waarom werd het verenigd Koninkrijk der Nederland gesticht in 1815?
A
Omdat Koning Willem 1 België en Luxemburg had veroverd op 8 juli 1814
B
Omdat de grote Europese landen een sterk land tussen Frankrijk en de rest van Europa wilde hebben
C
Omdat België, Luxemburg en Nederland altijd al samen één land wilden zijn
D
Omdat Napoleon dat zo had gewild

Slide 11 - Quizvraag

Koning Willem 1 koos zelf zijn ministers en kon ze ontslaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

"Het bestuur zo willen behouden als het vroeger was"
A
Liberaal
B
Socialistisch
C
Confessioneel
D
Conservatief

Slide 13 - Quizvraag

"Vrijheid en inspraak voor iedere burger willen"
A
Liberaal
B
Socialistisch
C
Confessioneel
D
Conservatief

Slide 14 - Quizvraag

Liberalen
Liberty = vrijheid

Slide 15 - Tekstslide

|
1830
De Belgen komen 
in opstand.
|
1840
Koning Willem II volgt zijn vader op. 
Willem II
|
1839
België wordt officieel onafhankelijk. 

Slide 16 - Tekstslide

Koning Willem II
1840 - 1849

Slide 17 - Tekstslide

Willem II
  • Conservatief: alles bij het oude laten

  • Veel macht voor de vorst en weinig voor de regering en het parlement.

Slide 18 - Tekstslide

Conservatief vs. liberaal
  • Koning Willem II wilde het bestuur houden zoals het was = conservatief 
  • Hij wilde weinig inspraak voor het volk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Liberale invloed
Ondertussen in Frankrijk (1848):

  • Honger vanwege mislukte oogsten
  • Opstand onder het volk
  • De koning vluchtte, de liberalen namen de macht over
  • Frankrijk: monarchie -> republiek


Slide 22 - Tekstslide

Revolutiejaar 1848
  • Frankrijk: Februarierevolutie
  • Sicilië: Siciliaanse Revolutie
  • Duitse landen: Maartrevolutie
  • Hongarije en Oostenrijk: Hongaarse en Habsburgse Revolutie
  • Noord-Italië: Risorgimento
  • Zweden: Maartse Onrust
  • Zwitserland: Revolutie van Neuchâtel

Slide 23 - Tekstslide

Thorbecke
Koning Willem II wilde voorkomen dat dit ook in Nederland gebeurde.

Hij gaf de liberale leider Johan Rudolph Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Grondwet van 1848
Burgerlijke vrijheden
- Godsdienstvrijheid
- Persvrijheid
- Vrijheid van verenigingen en vergaderen
- Alle mannen van 23 jaar en ouder die veel belasting betaalden, mochten dat deel van het parlement kiezen.



Slide 28 - Tekstslide

Grondwet van 1848
Tweede Kamer: zelf wetsvoorstellen doen (recht van initiatief) en wetsvoorstellen van de regering veranderen (recht van amendement).

Nederland wordt een parlementaire democratie
-> Niet de koning, maar het parlement de hoogste macht.

Slide 29 - Tekstslide

Grondwet van 1848


Hoofd van de ministers: minister-president
Alle ministers bij elkaar: het Kabinet

Ministers waren nu verantwoordelijk voor alles wat de koning deed en zei. De koning was onschendbaar.

Koning: 
staatshoofd + regeringsleider

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Ministers hebben:​

  • recht van initiatief (wetsvoorstellen indienen) ​
  • recht om wetten uit te voeren.​
Leden Tweede Kamer hebben:​
  • Het recht van initiatief​
  • Het recht van amendement (recht om wetsvoorstellen te wijzigen)​




Slide 32 - Tekstslide

parlementaire constitutionele monarchie
De koning verlies zijn macht.

Hij is ONSCHENDBAAR : wat hij zegt, kan hem niet aangerekend worden. 

MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID: de regering is verantwoordelijk voor uitspraken en daden van de koning

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Aan de slag
2.3 maken. Opdracht 6 en 8 maak je niet!

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video


  • Veel burgers: liberaal
  • Liberalen: individuele vrijheid voorop!
  • Maar geen fan van gelijke voor de armere bevolking
  • Voor de armere waren er de socialisten: gelijke rechten

Slide 37 - Tekstslide