V5a-ne oefenen leesvaardigheid

Welkom v5tb!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom v5tb!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1.  Tekst 'De evolutie leert ons geen moraal' bespreken
2. Opfrissen argumentatie
4. Lezen boek 7-8 & werken aan podcast

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 'De evolutie leert ons geen moraal
1. kijk je antwoorden kritisch na
2. vul het examenanalyse formulier in voor zover mogelijk
3. Wat valt op?

Slide 3 - Tekstslide

V5 Opfrissen argumentatie
Structuren & schema's

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatiestructuren
1. enkelvoudige argumentatie
2. onafhankelijke nevenschikkende argumentatie
3. afhankelijke nevenschikkende argumentatie
4. onderschikkende argumentatie

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling basisstructuren
Enkelvoudige argumentatie
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Meervoudige en onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Sleepvraag

Ik ga nooit weer naar 'De lachende koe'

Daar geldt het concept van ‘3 gangen voor 1 prijs’ en dat kan de kwaliteit nooit ten goed komen. Vorige week waren we in een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond ik maar matig.

Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek geweest.
Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.
De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk zout.
kenmerk of eigenschap
oorzaak-gevolg
vergelijking
voorbeeld
autoriteit
voor- en nadelen

Slide 7 - Sleepvraag

Argumentatieschema's
= verband tussen standpunt en argument

Er zijn 4 soorten: 
  1. kenmerken (kenmerken, voor- en nadelen, voorbeelden)
  2. vergelijking
  3. causaliteit (oorzaak en gevolg, doel-middel)
  4. autoriteit

Slide 8 - Tekstslide

Kenmerken
- kenmerken = Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft een onderdeel van de groep dat kenmerk ook.
Zij is koopverslaafd, want zij koopt minstens één keer per week nieuwe kleren.
- voorbeelden = Argumenten zijn gebaseerd op voorbeelden.
Irene is chaotisch. Gisteren had ze haar sportspullen thuis laten liggen, eergisteren was ze haar fietssleutel kwijt en vandaag liet ze haar brood op het aanrecht liggen.
- voor- en nadelen = Hier wordt een afweging gemaakt: de voordelen worden vergeleken met de nadelen. Op basis daarvan wordt een oordeel uitgesproken.
Je moet stoppen met roken, want sigaretten zijn heel duur. (nadeel)
Laten we nu naar het strand gaan, want daar is het lekker rustig. (voordeel)

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijking
- vergelijking = Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen. 
Het is niet raar dat ze in Brazilië op grote schaal oerwoud verbranden om landbouwgrond te creëren: in West-Europa hebben wij onszelf toch ook in de loop der jaren moeten ontwikkelen tot we een moderne samenleving zijn geworden?

Slide 10 - Tekstslide

Causaliteit
- oorzaak en gevolg = Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis.
Er zal zich in de toekomst minder geweld tegen hulpverleners voordoen, want de straffen die opgelegd worden aan overtreders, zijn inmiddels veel zwaarder geworden.

Slide 11 - Tekstslide

Causaliteit
- Doel-middelrelatie = bij een doel-middelrelatie wordt het middel bewust ingezet; bij een oorzaak-gevolgrelatie leidt het een tot het ander op een natuurlijke wijze; middel = oorzaak; doel = gevolg
We willen laptops invoeren, dat is goed voor het zelfstandig studeren.

Slide 12 - Tekstslide

Autoriteit
- autoriteit = Een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende.
De BOVAG heeft gezegd dat de Volvo S60 veel problemen heeft met de motor. Daarom ga ik die auto zeker niet kopen.



Slide 13 - Tekstslide

V5a-ne oefenen leesvaardigheid

Slide 14 - Tekstslide