Rekenen omtrek en oppervlakte leerjaar 2

Doel van de les
Domein 3

Omtrek en oppervlakte

Start Inhoud:
+ Driedimensionale figuren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Domein 3

Omtrek en oppervlakte

Start Inhoud:
+ Driedimensionale figuren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tweedimensionale figuur herken je op de foto?
A
Driehoek
B
Vierkant
C
Parallellogram
D
Rechthoek

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke tweedimensionale figuur herken je op deze tekening?
A
Vierkant
B
Rechthoek
C
Parallellogram
D
Ruit

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:30
Hoe bereken je de omtrek ?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van de fotolijst in mm?
timer
1:30

Slide 7 - Open vraag

15 cm is 150 mm / 10 cm is 100 mm dus 150 + 150 + 100 + 100 = 500 mm
Kiki skeelert 3 rondjes om een rechthoekig park. Het park is 450 m lang en 1550 m breed.
Hoeveel kilometer skeelert Kiki?
timer
1:30

Slide 8 - Open vraag

450 m is 0,45 km 1550 m is 1,55 km dus 0,45 + 0,45 + 1,55 + 1,55 = 4 km. 3 rondjes is 4 km x 3 = 12 km
timer
1:30
Hoe bereken je de oppervlakte?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De eenheid van oppervlakte is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan Het DAMmetje Met De Centimeter Meten
1 ha (hm2) = 100 m x 100 m = 10.000 m2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een traptrede is 1,2 m lang en 3 dm breed. Wat is de oppervlakte van de traptrede in vierkante dm?
timer
1:30

Slide 13 - Open vraag

1,2 m = 12 dm dus lengte x breedte is 12 dm x 3 dm is 36 dm2
Sjon legt een vloer. Hij gebruikt planken van 2,7 m lang en
3 dm breed.
Wat is de oppervlakte van een plank in vierkante meter?

Slide 14 - Open vraag

3 dm is 0,3 m dus lengte x breedte is 2,7 m x 0,3 m = 0,81 m2
6 km² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
Rechts is keer 100, Links is delen door 100
A
600 m²
B
60.000 m²
C
6.000 m²
D
6.000.000 m²

Slide 15 - Quizvraag

6 x 1.000.000 = 6.000.000 m2
2,6 m2 + 4.000 cm2 = ...... (cm2)
timer
1:30

Slide 16 - Open vraag

2,6 m2 is 26.000 cm2 dus 26.000 cm2 + 4.000 cm2 = 30.000cm2
3,6 m² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
Rechts is keer 100, Links is delen door 100
A
3.600 cm²
B
36.000 cm²
C
360.000 cm²
D
3.600.000 cm²

Slide 17 - Quizvraag

3,6 x 10.000 = 36.000 cm2
32.500 m2 - 2 ha = ...... ha
timer
1:30

Slide 18 - Open vraag

32.500 m2 = 3,25 ha dus 3,25 ha - 2 ha = 1,25 ha
20 hm² =

Elke stap van groot naar klein is 2 nullen erbij. Elke stap van klein naar groot is 2 nullen eraf
Rechts is keer 100, Links is delen door 100
A
2.000 m²
B
200.000 m²
C
200 m²
D
20.000.000 m²

Slide 19 - Quizvraag

20 x 10.000 = 200.000 m2
Driedimensionale figuren:

Inleiding voor berekening van de inhoud

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zie boek (B) bladzijde 56

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitslag is van een cilinder?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3-D figuren herken je in de afbeelding?
A
Piramide, cilinder en prisma
B
Bol, cilinder en kubus
C
Kegel, balk en bol
D
Kegel, kubus en cilinder

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

+ Driedimensionale figuren

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies