Formules en grafieken lj1 2425

Wiskunde
Formules en grafieken
Leerjaar 1
Reeshof College
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Wiskunde
Formules en grafieken
Leerjaar 1
Reeshof College

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 1: Ik kan werken met formules.
1.1 Ik kan uitleggen wat een formule is.
1.2 Ik kan betekenis geven aan de variabelen van een formule.
1.3 Ik kan van een woordformule een letterformule maken.
1.4 Ik kan uitleggen wat de uitkomst van een formule betekent.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 2: Ik kan werken met grafieken
2.1 Ik kan een grafiek aflezen.
2.2 Ik kan aangeven of een grafiek constant, dalend of stijgend is.
2.3 Ik kan een coordinaat aflezen en correct opschrijven.
2.4 Ik kan een coordinaat in een assenstelsel tekenen.
2.5 Ik weet wanneer ik een rechte lijn en een vloeiende lijn door de coordinaten moet tekenen.
2.6 Ik kan een assenstelsel tekenen wanneer de assenverdeling is gegeven.
2.7 Ik kan een assenstelsel uitbreiden naar de negatieve getallen.
2.8 Ik kan een passende verticale assenverdeling maken.
2.9 Ik kan een zaagtand gebruiken als de situatie daar om vraagt.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 3: Ik kan een lineair verband herkennen en gebruiken.
3.1 Ik kan een lineaire formule invullen en uitrekenen.
3.2 Ik kan een tabel invullen bij een lineaire formule.
3.3 Ik kan een grafiek tekenen bij een lineaire formule.
3.4 Ik kan het startgetal en het hellingsgetal in de lineaire formule aflezen/herkennen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wiskundige vaardigheden
V.1 Ik kan met behulp van mijn rekenmachine rekenen met formules.
V.2 Ik kan de bewerkingen plus, min, keer, delen en haakjes in de juiste volgorde uitrekenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Wiskunde
Formules en grafieken
Leerjaar 1
Reeshof College

Les 1 en 2
Leerdoelen 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4


Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 2: Ik kan werken met grafieken
2.1 Ik kan een grafieken aflezen
2.2 Ik kan aangeven of een grafieken constant, dalend of stijgend is. 
2.3 Ik kan een coordinaat aflezen en correct opschrijven
2.4 Ik kan een coordinaat in een assenstelsel tekenen.



Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel 2.1
Een assenstelsel bestaat uit een horizontale as en een verticale as.
De horizontale as gaat over tijd in uren.
De verticale as gaat over lengte file in km.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel 2.1
Hiernaast zie je een grafiek in een assenstelsel
De grafiek is de rode lijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel 2.1
De grafiek laat zien wat de lengte van de file in km is op welke tijd in uren
Je kan een grafiek ook aflezen. 



Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 2.1
De grafiek laat zien wat de lengte van de file in km is op welke tijd in uren
Je kan een grafiek ook aflezen.   

Bijvoorbeeld: 
Om 12 uur stond er 100 km file. 

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 2.1



Bijvoorbeeld: 
Er staat 3 keer 500 km file. 

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel 2.1



Bijvoorbeeld: 
Er stond 600 km file om 10 uur. 
De was de meeste file op deze dag. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel km file staat er om 6 uur?

Slide 14 - Open vraag

Hoe vaak stond er 200 km file?
A
1 keer
B
2 keer
C
3 keer
D
4 keer

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel km file staat er om 14 uur?

Slide 16 - Open vraag

Leerdoel 2.2
Een grafiek kan je in stukken verdelen. 
Als een stuk stijgt, wordt het meer. 
Als een stuk daalt, wordt het minder. 
Als een stuk constant is, blijft het gelijk. 

Slide 17 - Tekstslide

Stuk 1 van de grafiek is: .................
A
Stijgend
B
Dalend
C
Constant
D
Recht

Slide 18 - Quizvraag

Stuk 2 van de grafiek is: .................
A
Stijgend
B
Dalend
C
Constant
D
Recht

Slide 19 - Quizvraag

Stuk 3 van de grafiek is: .................
A
Stijgend
B
Dalend
C
Constant
D
Recht

Slide 20 - Quizvraag

Stuk 4 van de grafiek is: .................
A
Stijgend
B
Dalend
C
Constant
D
Recht

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoel 2.3
In een assenstelsel kan je punten tekenen. 
Om te omschrijven waar deze punten liggen, gebruiken we coordinaten. 
Bij het snijpunt van de assen staat vaak de letter O van oorsprong.

De eerste coordinaat lees je af op de horizontale as.
De tweede coordinaat lees je af op de verticale as.
De getallen zet je tussen haakjes. 
Tip: denk aan een glazenwasser

Voorbeeld:
A(2, 3)
B(5, 1)




Slide 22 - Tekstslide

Leerdoel 2.3
Het kan ook zijn dat een punt niet precies op een roosterpunt ligt. Als een coordinaat een decimaal getal is, schrijf je een puntkomma tussen de coordinaten. 
Punten op de verticale as hebben als eerste coordinaat een 0.
Punten op de horizontale as hebben als tweede coordinaat een 0. 

Voorbeeld:
P(3; 2,5)
Q(1, 0)
R(4,5; 0)
S(0, 3)

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn de coordinaten van punt C?
A
C(4; 2)
B
C(2, 4)
C
C(4, 2)
D
(2; 4)

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt D?
A
4; 4
B
(4, 4)
C
D(4; 4)
D
D(4, 4)

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt E?
A
E(5, 5)
B
E{5, 5}
C
E(5; 5)
D
E5, 5

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van de oorsprong?
A
0
B
O(0, 0)
C
Oorsprong = 0
D
O(0; 0)

Slide 27 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt A?
A
(0, 2)
B
A(2, 0)
C
A(0, 2)
D
(2, 0)

Slide 28 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt B?
A
B(2,5, 1)
B
B(2,5; 1)
C
B(1, 2,5)
D
B(1; 2,5)

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt C?
A
C(5,5, 0)
B
C(0, 5,5)
C
C(5,5; 0)
D
C(0; 5,5)

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt D?
A
D(3,5; 2)
B
D(2; 3,5)
C
D(2, 3,5)
D
D(3,5, 2)

Slide 31 - Quizvraag

Wat zijn de coordinaten van punt E?
A
E(4,5, 3,5)
B
E(3,5, 4,5)
C
E(3,5; 4,5)
D
E(4,5; 3,5)

Slide 32 - Quizvraag

Leerdoel 2.4
In een assenstelsel kan je zelf ook punten tekenen. 
1. Teken een assenstelsel op roosterlijnen. 
2. Zet getallen en de O langs de assen. 
3. Teken het punt in het assenstelsel. Zet de letter erbij. 

Slide 33 - Tekstslide

Teken A(2, 5).
Welke kleur is juist?

A
Oranje
B
Groen

Slide 34 - Quizvraag

Teken Q(3,5; 1).
Welke kleur is juist?

A
Geel
B
Rood
C
Roze
D
Blauw

Slide 35 - Quizvraag

Teken R(0, 4).
Welke kleur is juist?

A
Blauw
B
Roze

Slide 36 - Quizvraag

Teken T(2,5; 1,5)
Welke kleur is juist?

A
Donkerblauw
B
Groen
C
Lichtblauw
D
Oranje

Slide 37 - Quizvraag

Oefenen
Opgaven 1 t/m 10 + L1 t/m L3 van blz. 7 t/m 10 

Oranje: Ik kan het leerdoel nog niet aantonen.
Groen: Ik kan aantonen dat ik het leerdoel beheers.
Blauw: Ik kan aantonen dat ik het leerdoel beheers en ik kan hierbij mijn klasgenoten helpen.



Slide 38 - Tekstslide

Lesafsluiting
Fijne dag allemaal!

Slide 39 - Tekstslide

Wiskunde
Formules en grafieken
Leerjaar 1
Reeshof College

Les 3 en 4
Leerdoelen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 3.1, 3.4, V.1 en V.2


Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoel 1: Ik kan werken met formules.
1.1 Ik kan uitleggen wat een formule is.
1.2 Ik kan betekenis geven aan de variabelen van een formule. 
1.3 Ik kan van een woordformule een letterformule maken. 
1.4 Ik kan uitleggen wat de uitkomst van een formule betekent. 
Leerdoel 3: Ik kan een lineair verband herkennen en gebruiken.
3.1 Ik kan een lineaire formule invullen en uitrekenen. 
3.4 Ik kan het startgetal en het hellingsgetal in de lineaire formule aflezen/herkennen. 
Wiskundige vaardigheden
V.1 Ik kan met behulp van mijn rekenmachine rekenen met formules. 
V.2 Ik kan de bewerkingen plus, min, keer, delen en haakjes in de juiste volgorde uitrekenen. 



Slide 41 - Tekstslide

Leerdoel 1.1
Een formule is een korte manier om een rekenregel op te schrijven. 
Het helpt om snel te berekenen hoe verschillende dingen met elkaar te maken hebben. 

In een formule gebruiken we woorden om iets dat kan veranderen aan te geven en we gebruiken cijfers voor vaste waarden. 



Slide 42 - Tekstslide

Leerdoel 1.1
Een voorbeeld van een rekenregel is:
Fatma gaat naar een feestje. Zij moet 6 euro betalen voor een entreeticket. Zij betaald 2,50 euro per drankje. Hoe kan je berekenen hoeveel Fatma moet betalen?

Hoeveel Fatma moet betalen is afhankelijk van het aantal drankjes dat Fatma drinkt. Fatma betaalt sowieso een entreeticket. 

De formule wordt: 

Kosten in euro's = 6 + 2,50 x aantal drankjes



Slide 43 - Tekstslide

Oefenen
Opgaven 1 t/m 10 + L1 t/m L3 van blz. 7 t/m 10 

Oranje: Ik kan het leerdoel nog niet aantonen.
Groen: Ik kan aantonen dat ik het leerdoel beheers.
Blauw: Ik kan aantonen dat ik het leerdoel beheers en ik kan hierbij mijn klasgenoten helpen.



Slide 44 - Tekstslide

Lesafsluiting
Fijne dag allemaal!

Slide 45 - Tekstslide