Grammatica 2 persoonsvorm

Wat komt er
uit deze rebus?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat komt er
uit deze rebus?

Slide 1 - Open vraag

Lesdoelen:
- Aan het eind van de les herken je de persoonsvorm.
- Aan het eind van de les kan je de persoonsvorm in een    andere vorm zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Je ziet hieronder 3 zinnen:
1. De kameleon loopt over een tak.
2. De kameleon liep over een tak.
3. De kameleons lopen over een tak.
Welk werkwoord staat in iedere zin in een andere vorm?
Je ziet hieronder 3 zinnen:
1. De kameleon loopt over een tak.
2. De kameleon liep over een tak.
3. De kameleons lopen over een tak.
Welk werkwoord staat in iedere zin in een andere vorm?

Slide 3 - Open vraag


Verzin zelf een voorbeeld waarbij je 3 dezelfde zinnen hebt, maar waarbij hetzelfde werkwoord iedere keer een andere vorm heeft. Hieronder staat een voorbeeld.
                                        - Ik schrijf een spannend boek.
                                        - Ik schreef een spannend boek.
                                        - Wij schreven vorig jaar een spannend boek.

Slide 4 - Open vraag


Zet de volgende zin in een andere tijd:
De prins kust Doornroosje wakker.

Slide 5 - Open vraag


Zet de volgende zin in een andere tijd.
De zeven dwergen tillen Sneeuwwitje op.

Slide 6 - Open vraag


Zet de volgende zin in een andere tijd.
De geest komt uit de lamp.

Slide 7 - Open vraag


Zet de volgende zin in een andere tijd.
Lady en de Vagebond eten samen spaghetti.

Slide 8 - Open vraag

Bij de persoonsvorm let je op de tijd waarin de zin staat.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Bij de persoonsvorm kijk je of de hoofdpersoon mannelijk of vrouwelijk is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Bij de persoonsvorm kijk je of de hoofdpersoon enkelvoud of meervoud is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij de persoonsvorm kijk je naar de lengte van de zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Je let op de plaats van de persoonsvorm in de zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Filmpje persoonsvorm

Slide 14 - Tekstslide

Maken:
Les 1 / opdracht 7
Schrijf de persoonsvormen op uit de volgende tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Je lichaam wordt constant belaagd door organismen. Deze organismen kunnen je ziek maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën, andere zijn groter, zoals schimmels en dieren (bv. insecten). Het binnendringen van ziekteverwekkers in je lichaam wordt een infectie genoemd. De ziekteverwekkers geven giftige stoffen af. Deze veroorzaken de ziekteverschijnselen bij een infectie. Virussen dringen cellen van je lichaam binnen. Schimmels infecteren meestal de huid of de luchtwegen. Bij mensen wordt bijvoorbeeld zwemmerseczeem door een schimmel veroorzaakt.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide


Je lichaam wordt constant belaagd door organismen. Deze organismen kunnen je ziek maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën, andere zijn groter, zoals schimmels en dieren (bv. insecten). Het binnendringen van ziekteverwekkers in je lichaam wordt een infectie genoemd. De ziekteverwekkers geven giftige stoffen af. Deze veroorzaken de ziekteverschijnselen bij een infectie. Virussen dringen cellen van je lichaam binnen. Schimmels infecteren meestal de huid of de luchtwegen. Bij mensen wordt bijvoorbeeld zwemmerseczeem door een schimmel veroorzaakt.

Slide 17 - Tekstslide

Voorafgaand aan de uitvinding van de boekdrukkunst werden teksten vermenigvuldigd door ze handmatig over te schrijven. In de middeleeuwen hielden zogeheten kopiisten, vaak kloosterlingen, zich maandenlang achtereen bezig met het handmatig ‘kopiëren’ van boeken. De uitvinding van de boekdrukpers in de 15e eeuw ontketende een revolutie in de verspreiding van kennis en ideeën.
Verander alle persoonsvormen zodat de tekst in de tegenwoordige tijd staat (opdr 8).
timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Voorafgaand aan de uitvinding van de boekdrukkunst werden teksten vermenigvuldigd door ze handmatig over te schrijven. In de middeleeuwen hielden zogeheten kopiisten, vaak kloosterlingen, zich maandenlang achtereen bezig met het handmatig ‘kopiëren’ van boeken. De uitvinding van de boekdrukpers in de 15e eeuw ontketende een revolutie in de verspreiding van kennis en ideeën.

Slide 19 - Tekstslide

In het koninklijke paleis zat een koningin te borduren. Het was winter en de sneeuw viel langs de ramen. De koningin wilde heel graag een kindje hebben. Haar grootste wens was een meisje met zwart haar en een velletje zo blank als de sneeuw. Niet lang daarna ging haar wens in vervulling. De koningin en de koning kregen een dochtertje. De gelukkige koningin noemde haar Sneeuwwitje.
Lang mocht het geluk niet duren, want een paar jaar na de geboorte van Sneeuwwitje stierf de koningin.
Schrijf alle persoonsvormen uit de tekst op (opdr 9).
timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

In het koninklijke paleis zat een koningin te borduren. Het was winter en de sneeuw viel langs de ramen. De koningin wilde heel graag een kindje hebben. Haar grootste wens was een meisje met zwart haar en een velletje zo blank als de sneeuw. Niet lang daarna ging haar wens in vervulling. De koningin en de koning kregen een dochtertje. De gelukkige koningin noemde haar Sneeuwwitje.
Lang mocht het geluk niet duren, want een paar jaar na de geboorte van Sneeuwwitje stierf de koningin.

Slide 21 - Tekstslide

0 of 1 fout?
Ga naar de 3-peperopdracht.
 
2 fouten?
Ga naar de 2-peperopdracht.
 
3 fouten of meer?
Ga naar de 1-peperopdracht.




Opdracht 9: Peperopdrachten zelfstandig aan de slag op de laptop. 

Slide 22 - Tekstslide