2. Volume

2. Volume
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2. Volume

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Wat is volume? 
  • Volume van een balk
  • Volume van een cilinder

Slide 2 - Tekstslide

Wat is volume?
Het volume is de ruimte die het voorwerp inneemt.


woord bij Wiskunde :  Inhoud
woord bij NaSk : Volume

Beide is goed

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volume?
Is volume een grootheid of eenheid?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is volume?
Grootheid = Volume

Eenheid = .....  of  ......

Slide 5 - Tekstslide

Wat is volume?
Alle voorwerpen die je ziet nemen ruimte in. Dit heet het volume van een voorwerp. 

Het woord volume en inhoud worden vaak door elkaar gebruikt. Bij natuurkunde gebruiken we het woord volume, bij wiskunde gebruik je meestal inhoud. Inhoud betekent hoeveel er in kan, zoals in het zwembad.

Het volume is de ruimte die het voorwerp inneemt.

Volume is een grootheid, de eenheid die erbij hoort zijn liters(L) of kubieke meters (m³)

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling vorige les - Volume omrekenen
Bij vierkante en kubieke meters is het niet delen of vermenigvuldigen met 10 maar met 100 en 1000.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: Hoe bereken je het volume van een balk?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: Hoe bereken je het volume van een balk?
*Het is niet erg als je de lengte, breedte en hoogte omwisselt
berekening
gegeven
gevraagd

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld: Hoe bereken je het volume van een balk?
V=lbh
V=354
V=60m3
*Het is niet erg als je de lengte, breedte en hoogte omwisselt
berekening
h=3m
b=5m
l=4m
gegeven
gevraagd
V=....m3

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: Hoe bereken je het volume van een cilinder?

Slide 12 - Tekstslide

Volume Cilinder:
Om het volume van een cilinder te berekenen gebruiken we de formule: 

  • V is weer de afkorting van volume
  • r is de afkorting van de straal
  • r2 betekent straal x straal
  • h is de afkorting van de hoogte
  • π (pie) is een Griekse letter die we gebruiken voor het getal 3,14.., met nog heel veel meer cijfers. π staat ook op je rekenmachine, shift + EXP
V=πr2h

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld: Bereken je het volume van een cilinder?
gevraagd
gegeven
berekening

Slide 14 - Tekstslide

Volume Cilinder:
berekening

Slide 15 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
berekening

Slide 16 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π426
berekening

Slide 17 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π426

Slide 18 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π426
V=301,6cm3

Slide 19 - Tekstslide

V=π426
V=301,6cm3
*Het is niet erg als je de lengte, breedte en hoogte omwisselt
berekening
h=6cm
r=4cm
gegeven
gevraagd
V=....cm3
Voorbeeld: Bereken je het volume van een cilinder?
V=πr2h

Slide 20 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π426
shift en 7
V=301,6cm3
berekening

Slide 21 - Tekstslide

Volume Cilinder:
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters
gevraagd
gegeven

Slide 22 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters
berekening

Slide 23 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π8221
V=4222cm3
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters

Slide 24 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π8221
V=4222cm3
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters
V=4,222dm3

Slide 25 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π8221
V=4222cm3
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters
V=4,222dm3
V=4,222L

Slide 26 - Tekstslide

Volume Cilinder:
V=πr2h
V=π8221
V=4222cm3
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters
V=4,222dm3
V=4,222L

Slide 27 - Tekstslide

Volume Cilinder:
cm
cm
Bereken het volume van de cilinder in liters
gevraagd
gegeven
V=....cm3
diameter=16cm
r=8cm
h=21cm
berekening
V=πr2h
V=π8221
V=4222cm3
V=4,222dm3
V=4,222L
* let op! de diameter is niet de straal. Hier is de diameter 16 cm. Dit is het dubbele van de straal. De straal is 8 cm

Slide 28 - Tekstslide

Samenvattend - Volume 
Volume is de ruimte die een voorwerp inneemt.
Hieronder de formules voor het berekenen van het volume van een balk en cilinder
V=πr2h
V=lbh

Slide 29 - Tekstslide

Samenvattend - Berekeningen bij natuurkunde
Een berekening heeft bij natuurkunde altijd dezelfde volgorde:

1. Gevraagd
      - Schrijf op welke grootheid met welke eenheid er gevraagd wordt
2. Gegeven
      - Schrijf je de gegevens op, dat zijn de dingen die je weet.
3. Berekening
     - Schrijf de formule op
     - Vul de formule in
     - Schrijf het eindantwoord met eenheid (kg, L, m, ect.)

voorbeeld: 
     

Slide 30 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel

Slide 31 - Tekstslide

Vraag 1:
Wat is het volume van deze balk?
A
17cm3
B
72cm3
C
72cm2
D
17cm2

Slide 32 - Quizvraag

Vraag 2: Wat is het volume van deze balk in liters?
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 33 - Open vraag

Vraag 3: Wat is het volume van deze balk?
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 34 - Open vraag

Vraag 4: Wat is het volume van dit blikje?
A
1357 cm3
B
339 cm3
C
72 cm3
D
108 cm3

Slide 35 - Quizvraag

Vraag 5: Bereken het volume van deze cilinder.
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 36 - Open vraag

Vraag 6: Bereken het volume van deze balk in milliliters.
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 37 - Open vraag

Vraag 7: Bereken het volume van het blikje in liters.
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 38 - Open vraag

Vraag 8: Bereken het volume van deze regenton in liters.
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 39 - Open vraag

Vraag 9: Bereken het volume van deze doos in kubieke centimeter.
Geef een berekening met gevraagd, gegeven, oplossing. Je mag ook een foto maken van je schrift.

Slide 40 - Open vraag

Antwoorden open vragen
(klik om te zoomen)
Vraag 2               Vraag 3               Vraag 5               Vraag 6        






Vraag 7                Vraag 8              Vraag 9

Slide 41 - Tekstslide