4.4 afronden
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf 58,6 miljoen met alleen cijfers.
(gebruik geen spaties!)
(gebruik geen spaties!)
Slide 4 - Open vraag
Schrijf 2,43 miljard met alleen cijfers.
(gebruik geen spaties!)
(gebruik geen spaties!)
Slide 5 - Open vraag
Schrijf 3 670 000 000 000 in cijfers en woorden.
A
3,67 miljoen
B
3,67 miljard
C
3,67 biljard
D
anders
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel nullen heeft 1 miljard?
A
3
B
6
C
9
D
12
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Weten we nog wat decimalen zijn?
A
Een getal met een komma
B
Een getal dat je kunt delen door 2
C
Een getal dat je niet kunt delen door 2
D
Het aantal cijfers achter de komma
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Afronden
Rond je het getal af naar beneden of naar boven?
BENEDEN
BOVEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
Slide 12 - Sleepvraag
Rond 10,678239 af op drie decimalen.
A
10,67
B
10,68
C
10,679
D
10,678
Slide 13 - Quizvraag
Rond 68,759 af op één decimaal
A
68
B
69
C
68,8
D
68,7
Slide 14 - Quizvraag
Onderstaande getallen zijn afgerond op 2 decimalen. Match het getal met de juiste afronding.
16,28
16,25
16,23
16,275831
16,247932
16,231276
Slide 15 - Sleepvraag
Rond 10,678239 af op gehelen.
A
10
B
11
C
12
D
anders
Slide 16 - Quizvraag
Rond 75,937 af op één decimaal.
Slide 17 - Open vraag
Rond 75,937 af op gehelen.
Slide 18 - Open vraag
Rond 2,96 af op één decimaal
Slide 19 - Open vraag
Afronden. Schruif de getallen naar de juiste plek.
1,99
2
2,1
1,985
op 2 decimalen
1,985
op 0 decimalen
2,11
op 1 decimaal
2,11
op een rond getal
1,985
op 1 decimaal
1,994
op 2 decimalen
2,11
op geheel getal
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Praktisch afronden
Jos heeft een plank van 240 cm. Hoeveel plankjes van 50 cm kan hij hieruit zagen?
Jos heeft een plank van 240 cm. Hoeveel plankjes van 50 cm kan hij hieruit zagen?
A
5
B
4
C
10
D
3
Slide 22 - Quizvraag
Afronden met cashgeld doen we per......
A
€0,01 cent
B
€0,05 cent
C
€0,10 cent
D
We ronden niet af met geld
Slide 23 - Quizvraag
Op de begane grond wachten 26 personen voor een lift.
Per keer kunnen er zes personen mee.
Hoeveel keer moet de lift omhoog?
Per keer kunnen er zes personen mee.
Hoeveel keer moet de lift omhoog?
A
3 keer
B
4 keer
C
5 keer
D
6 keer
Slide 24 - Quizvraag
Bij de kassa in een supermarkt krijgt iedere zesde klant een verrassing.
Op dinsdag komen er 1257 klanten.
Hoeveel klanten hebben een verrassing gekregen?
Op dinsdag komen er 1257 klanten.
Hoeveel klanten hebben een verrassing gekregen?
A
200 klanten
B
209 klanten
C
210 klanten
D
219 klanten
