Week 10 Ziekte van spijsvertering

Ziekten van spijsvertering
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ziekten van spijsvertering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondervoeding
Een tekort aan energie- en voedingsstoffen

Volwassenen
onbedoeld meer dan 10% gewicht (of 6 kg) verliezen in zes maanden tijd, 
of 
meer dan 5% (of 3 kg) in een maand
of
 body mass index (BMI) van minder dan 18,5
bij ouderen BMI van minder dan 20


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zorgvragers in ziekenhuizen en andere zorgorganisaties zijn ondervoed?
A
1 op de 20
B
1 op de 12
C
1 op de 8
D
1 op de 4

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen ondervoeding
  • Gewichtsverlies
  • Verminderde voedselinname en gebrek aan eetlust
  • Zwakheid, futloosheid:  spiermassa neemt af -> krachtsverlies -> valrisico
  • Verhoogde eiwitafbraak: dit verhoogt de kans op infecties (bijvoorbeeld longontsteking) en doorliggen (decubitus).
  • Sterfte: door ondervoeding neemt de kans op overlijden toe.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als 'normaal eten' niet lukt
  • Drinkvoeding: bevat extra voedingsstoffen en energie.
  • Sondevoeding: vervanging of aanvulling
  • Parenterale voeding: volledige voeding die via een infuus direct in de bloedbaan wordt gebracht.
  • Dieetpreparaten: poedervormige producten waarmee normale voedingsmiddelen 'verrijkt' (met energie en voedingsstoffen) kunnen worden, zonder al te veel smaakverandering.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Screenen op ondervoeding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdrachten
Persoonlijke basiszorg niveau 4:
2 Hulp bieden bij de opname van voeding en vocht
2.4 Voeding bij ziekte
Verwerkingsopdracht 1 t/m 8

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thieme Meulenhoff
Pathologie niveau 3/4
Module 8: Ziekten van de spijsvertering

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Braken
  • In de hersenen bevinden zich twee zenuwcentra die de braakreflex in gang zetten. 
  • Braken is in veel gevallen een verdedigingsmechanisme van het lichaam om schadelijke stoffen kwijt te raken.
  • krampachtige beweging die tegengesteld is aan het normale slikmechanisme (antiperistaltiek +  buikspieren spannen zich sterk aan + het middenrif wordt vlakker + strotklepje (epiglottis) sluit)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mechanisme van braken
Braakcentrum is een zenuwcentrum in hersenen.

Zenuwbanen zijn verbonden met evenwichtsorgaan en met de nervus vagus (= 10e hersenzenuw).
Nervus vagus = een lange zenuw die de hersenen verbindt met de organen in de borstholte en de buikholte, zoals de maag, darmen en lever.

Samenstelling van het bloed kan de receptoren van het braakcentrum prikkelen.





Slide 12 - Tekstslide

B.v. giftige stoffen in bloed kunnen receptoren prikkelen
Braakcentrum geeft signaal door aan...
- motorische zenuwstelsel: diepe ademteug, strotklepje sluit; buikspieren spannen sterk aan
- het sympathische zenuwstelsel: verhoogt polsslag, zweten.
- het parasympathische zenuwstelsel: verhoogde speekselvloed.

Tijdens de braakreflex ontspant de sluitspier van de maag naar de twaalfvingerige darm, waardoor de darminhoud de maag schoonspoelt en het sterke zuur deels neutraliseert. Tegelijkertijd ontspant ook de sluitspier naar de slokdarm, waardoor de maaginhoud samen met de darminhoud in één beweging naar boven wordt gestuwd.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van braken
  • Afwijkingen van het maag-darmkanaal en de interne organen. 
  • Acute infecties. 
  • Vergiftigingen. 
  • Afwijkingen van de hersenen. 
  • Overmatige prikkeling van zintuigen. 
  • Geneesmiddelen. 
  • Hartafwijkingen. 
  • Hormonale oorzaken. 
  • Psychogene factoren. 







Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rumineren
Door manipulatie van de tong en keel het voedsel weer naar boven, kauwt het opnieuw en slikt het weer door. 

Bij onrustige of sterk geprikkelde zuigelingen, bij verstandelijk gehandicapten en bij demente ouderen.  

Door inwerking van de zure maaginhoud op het slijmvlies kan de slokdarm ontstoken raken (refluxoesofagitis).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regurgitatie of refluxziekte
Onvoldoende afsluiting van de maag naar de slokdarm.
‘Breukje in het middenrif’ (hernia diaphragmatica)

Het slijmvlies van de slokdarm wordt door het scherpe maagzuur aangetast.
Zuurbranden (pyrose)

Protonpompremmers, kortweg PPI’s of zuurremmers genoemd. Deze protonpompremmers, zoals omeprazol en pantoprozol, remmen de productie van maagzuur.


Slide 16 - Tekstslide

Normaal heeft de maag een sluitspier bij de ingang en de uitgang.


Een gezonde slokdarm is bedekt met een wit, parelmoerkleurig slijmvlies, het zogenaamde plaveiselepitheel. Bij een Barrett slokdarm is dit witte slijmvlies door inwerking van maagzuur vervangen door een roze, zalmkleurige bekleding. Het is alsof het slijmvlies van de maag in de slokdarm omhoog is gegroeid. Dit slijmvlies is extra gevoelig voor beschadiging door maagzuur. De veranderingen die daardoor in het weefsel ontstaan, kunnen na vele jaren leiden tot ontspoorde groei van cellen, waaruit slokdarmkanker kan ontstaan. 
Projectielbraken
Braken met enorme kracht over enige afstand

Oorzaak: verhoogde hersendruk, afsluiting pylorus (maaguitgang)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Retentiebraken (retentiemaag)
Afsluiting duodenum (twaalfvingerige darm) of pylorus (maaguitgang)

Halfverteerde voedselbrij bevat veel eiwitten -> rotten -> voedselresten+stank

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aspect braaksel
  • bloed: roestbruin of koffiekleurig of helder rood (maagzweer, maagcarcinoom, slokdarmspataderen)
  • gal: geelgroen (galstenen, leverziekten, ontstekingen van de alvleesklier en bij ontsteking van het buikvlies (peritonitis))
  • feces: afsluiting darmen = ileus (darmgezwellen, ontstekingen, een knoop in de darmen )
  • waterig slijm (ontsteking of zweer)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van braken
  • verlies van vocht en mineralen -> dehydratie
  • verstoring zuur-base evenwicht -> uiteindelijk te laag kaliumgehalte -> hartritmestoornissen
  • beschadiging slokdarmslijmvlies
  • aspiratiepneumonie

Slide 20 - Tekstslide

Het uitbraken van veel (maag)zuur geeft een verstoring van het zuur-base-evenwicht in het lichaam. Je noemt dit een metabole alkalose. Het lichaam wordt er minder zuur door, wat de nieren compenseren door bicarbonaat vast te houden en kalium (K+) uit te scheiden. Hierdoor kan het gehalte K+ in het bloed afnemen. Een te laag kaliumgehalte (hypokaliëmie) kan soms ernstige hartritmestoornissen veroorzaken. 
Behandeling braken(ernstig)

Aanvulling vocht, elektrolyten en voedingsstoffen.

 fysiologische zoutoplossing met 5 tot 10% glucose
extra kaliumchloride (KCL)

Vochtbalans bijhouden

Overstap naar voeding: water, thee, bronwater en heldere bouillon, crackers, biscuit, brood
Anti-emetica

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende opdrachten
Pathologie niveau 3/4
8. Ziekten van spijsvertering
Braken en slikstoornissen
Verwerkingsopdrachten 1 t/m 11 + 14

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies