Oefenen 19e eeuw

Oefenen 19e eeuw
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen 19e eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Begin
Begin van de industriële revolutie

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 3 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding van een stad in de industriële samenleving. Wat is de reden dat de stad aan het water ligt?
A
De mensen hebben water nodig
B
De rivier gaf vruchtbare grond voor de landbouw
C
De rivier gaf bescherming
D
Dat is gunstig vanwege de handel

Slide 4 - Quizvraag

Oorzaak Industriele Revolutie 
Gevolg Industriele Revolutie 
Verbeteringen in de landbouw
Bevolkingsgroei 
Huisnijverheid 
Ontstaan industriële samenleving
Nieuwe spin- en weefmachines
 Fabriekswerk 
Urbanisatie 
Onpersoonlijke relatie tussen werkgever en werknemer

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de omschrijven naar de juiste plek
Eerste Industriële Revolutie
Tweede Industriële Revolutie
Spinning Jenny, Waterframe, Stoommachine
Elektromotor, Telegraaf, Telefoon
1750-1900
1900-1950
Engeland
Duitsland en VS
Olie,kunstmest
auto
Steenkool, ijzer

Slide 6 - Sleepvraag

Op het congres van Wenen in 1815 werd ...
A
Afrika verdeeld onder belangrijke westerse mogendheden.
B
Nederland samengevoegd met de Zuidelijke Nederlanden.
C
België onafhankelijk verklaard van Nederland
D
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gesticht

Slide 7 - Quizvraag

Wat vonden de liberalen belangrijk in de 19e eeuw in Nederland?
A
Meer vrijheid voor de burgers
B
Meer macht voor de koning
C
Afschaffen van de slavernij
D
Het verhogen van de belasting.

Slide 8 - Quizvraag

Wat was een oorzaak van de Belgische opstand?
A
Katholieke burgers waren ontevreden over de koning
B
Er heerste een hongersnood
C
Steeds meer Nederlanders gingen in België wonen en dat wilde de Belgen niet
D
België wilde liever bij Frankrijk horen

Slide 9 - Quizvraag

Staatshoofd & regeringsleider
Staatshoofd
Grondwet van 1848

Autoritair
Ministeriële verantwoordelijkheid

Vrijheid van meningsuiting
Afscheiding van België
Leider van de liberalen
Zoon v/d laatste stadhouder
Zwolle
Willem I
Willem II
Thorbecke
Staatshoofd & regeringsleider
Grondwet van 1848

Slide 10 - Sleepvraag

Sleep de tekstvakken A t/m F steeds naar 1 of 2.
Vóór de grondwet van 1848
Ná de grondwet van 1848
De koning mag alles zelf beslissen
De ministers besturen het land
Ministers moeten voor elke beslissing toestemming vragen aan de volksvertegenwoordiging.
Ministers geven advies aan de koning, als de koning daarom vraagt.
De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door rijke, mannelijke burgers.
De koning mag ministers ontslaan

Slide 11 - Sleepvraag

1
2
3
4
Ondertekening van de nieuwe grondwet
Willem II wordt koning
De Belgische opstand begint
Koning Willem I komt aan in Nederland

Slide 12 - Sleepvraag