GL 8.5 en 8.6 Taakverdeling en gedrag bij mensen

Taakverdeling binnen groepen
En
Gedrag van mensen



8.5 en 8.6
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taakverdeling binnen groepen
En
Gedrag van mensen



8.5 en 8.6

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de functie van taakverdeling binnen een groep soortgenoten beschrijven en verschillende typen taakverdeling onderscheiden.
Je kunt de overeenkomsten en de verschillen noemen tussen gedrag van mensen en gedrag van dieren.

Slide 2 - Tekstslide

Een hond die op commando een poot geeft. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Mensen en dieren vertonen beide territoriumgedrag
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Een baby zuigt melk bij de moeder. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 5 - Quizvraag

Door welk leerproces leert een dier zijn ouders herkennen in een gevoelige periode?
A
Door inprenting
B
Door trial and error
C
Door gewenning

Slide 6 - Quizvraag

Rangorde

Rangorde: Eén dier is de baas.

Slide 7 - Tekstslide

Rangorde
Bovenaan rangorde = meest dominant
Vermijdt conflict bij dieren: bijvoorbeeld bovenaan rangorde mag als eerste eten

Rangorde bij kippen = pikorde
Minst dominante kip wordt gepikt door de kippen daarboven

Slide 8 - Tekstslide

Rangorde in groepen
Dieren die in groepen -> duidelijke rangorde
- Voorkomt ruzie
- Voortplanting (wie?)
Hoe?
- imponeergedrag
- wachten op overleiden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Taakverdeling

Slide 11 - Tekstslide

Taakverdeling
  • Sommige dieren hebben andere taken
  • Vertonen taakverdeling
  • Ze verhogen de overlevingskans

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Samenwerken
Daar is een taakverdeling voor nodig!

Bijen hebben werksters, een koningin en darren met eigen functie 

Slide 14 - Tekstslide

Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag. 
Dit wordt bij dieren vaak instinct genoemd

Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren.
Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Bij mensen speelt leren een belangrijkere rol dan bij dieren. 
Aangeboren & aangeleerd

Slide 15 - Tekstslide

Aangeboren vs aangeleerd gedrag
Aangeboren
  • Zuigreflex
  • Gelaatsuitdrukking

Aangeleerd
Geluidjes, oogcontact en lichamelijk contact zorgt voor sociale ontwikkeling

Slide 16 - Tekstslide

  • Leren speelt een grote rol
  • Gedrag wordt beïnvloed door normen en waarden



Gedrag bij mensen

Slide 17 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.

Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.
Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 18 - Tekstslide

Normen en waarden
Deze veranderen met de tijd. 

Slide 19 - Tekstslide

Communicatie
Is bij mensen ver ontwikkeld.
 
Uitgebreide taal. 

Ook muziek, schrijven, film gelaatsuitdrukkingen. 

Gebaren en omgangsvormen

Slide 20 - Tekstslide

Rolgedrag en rolpatroon
Gedrag dat bij een bepaalde rol hoort = rolpatroon

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Overeenkomsten
Verschillen
- Beide worden bepaald door erfelijke factoren en aangeleerd gedrag

- Beide zijn gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

- Beide vertonen territoriumgedrag, imponeergedrag en dreiggedrag
- Het gedrag bij mensen wordt sterker bepaald door leerprocessen

- Mensen kunnen hun gedrag beter beoordelen aan de hand van normen en waarden


Menselijk en dierlijk gedrag

Slide 23 - Tekstslide

Imponeergedrag

Slide 24 - Tekstslide

Aangeboren gedrag

Slide 25 - Tekstslide

Wat is dit voor
gedrag?
A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 26 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van
A
dreiggedrag
B
vluchtgedrag
C
baltsgedrag
D
territoriumgedrag

Slide 27 - Quizvraag

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Voortplantingsgedrag
B
Broedzorg
C
Baltsgedrag
D
Territoriumgedrag

Slide 28 - Quizvraag

Een voorbeeld van een gedragsketen is paringsgedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de leider van de groep?
A
Dominant
B
Onderdanig
C
Rangorde
D
De grootste

Slide 30 - Quizvraag

Wat is dit voor gedrag ?

A
territoriumgedrag
B
Broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 31 - Quizvraag

Maken van de opdrachten
Th. 8.5 Taakverdeling binnen groepen
Opdracht 1,2,3,5,6 (geen 4)
Th. 8.6 Gedrag bij mensen


Opdracht 1 tm 7
Klaar? Maak de test jezelf 


Slide 32 - Tekstslide