Oefenvragen Bevolking en Ruimte China

Oefenvragen 
Bevolking en Ruimte in China
✔Check je leerdoelen door het maken van de oefenvragen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen 
Bevolking en Ruimte in China
✔Check je leerdoelen door het maken van de oefenvragen.

Slide 1 - Tekstslide

De grootste bevolkingsdichtheid in China is bij de Han Chinezen in het Oosten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Vanaf de jaren '70 ontstond in China ontgroening dat nu vergrijzing tot gevolg heeft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een vrouwenoverschot, vergrijzing en depressies zijn een gevolg van de eenkindpolitiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Hiernaast zie je het demografisch transitie model. Wat laat dit model zien?
A
De verandering in bevolkingssamenstelling als de mensen in een land ouder worden
B
De verandering in bevolkingssamenstelling als de welvaart in een land stijgt
C
De verandering in bevolkingssamenstelling als een land communistisch wordt
D
De verandering in bevolkingssamenstelling als het geboortecijfer stijgt

Slide 5 - Quizvraag

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?
A
De eerste diagram
B
De tweede diagram

Slide 6 - Quizvraag

Waarom kan de andere bevolkingsdiagram niet van China zijn?
A
In China is niet zo’n hoog geboortecijfer
B
In China is niet zo’n hoog sterftecijfer
C
In China zijn er veel meer ouderen
D
In China zijn er veel minder ouderen

Slide 7 - Quizvraag

In welke fase van het demografisch transitiemodel bevindt China zich nu?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zie je het demografisch transitiemodel van China.
Welke lijn geeft het geboortecijfer weer?
A
Geel
B
Groen
C
Rood

Slide 9 - Quizvraag

Wat geeft de gele lijn aan en leg uit waarom deze in het begin sterk stijgt.

Slide 10 - Open vraag

Er is een groeiende welvaartskloof tussen de stad en het platteland in China. Welke zin is juist?
A
Mensen in de stad worden langzaam armer en mensen op het platteland worden rijker.
B
Mensen in de stad worden langzaam rijker, maar mensen op het platteland worden sneller rijk.
C
Mensen op het platteland worden langzaam armer en mensen in de stad worden rijker.
D
Mensen op het platteland worden langzaam rijker, maar mensen in de stad worden sneller rijk.

Slide 11 - Quizvraag

Welk gevolg heeft de 'Hukou' voor de gezinssituatie van Chinezen? Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het gevolg van die ligging voor de migratiestromen binnen China?

Slide 13 - Open vraag

Wat houdt 'verchinezen' in?
A
Andere bevolkingsgroepen naar oosten van China halen
B
de Han-Chinezen beter verdelen dus ook naar het westen migreren
C
Chinezen laten migreren naar de rest van de wereld
D
Chinezen moeten meer traditioneel Chinees eten

Slide 14 - Quizvraag

1,4 miljard Chinezen.

Het geboortecijfer van China =
A
lager dan Nederland
B
hoger dan Nederland
C
gelijkwaardig
D
China kun je niet vergelijken

Slide 15 - Quizvraag

Hebben de Chinezen inspraak om te verhuizen?
A
Nee, maar ze vinden het wel goed
B
Ja, ze mogen stemmen
C
Nee, ze vinden het niks
D
Ja, maar ze hebben weinig keus

Slide 16 - Quizvraag

✔ Leerdoelen gehaald? Ja? ➡ Goed gedaan!
✔ Ging nog niet alles goed? ➡ Ga dan opnieuw aan de slag met de onderwerpen die je niet goed snapt..

Slide 17 - Tekstslide