§1 Maatschappij

                     §1 Maatschappij
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

                     §1 Maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Les 1: Samenleving

Les 2: Bindingen en regels

Les 3: Algemene begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert....
  • wie de maatschappij vormen.
  • welke afhankelijkheidsrelaties er bestaan in de samenleving.
  • waarom er regels zijn in een samenleving.
  • wat waarden, normen en belangen zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Samenleven (1)
  • Maatschappijleer gaat over de samenleving

  • Samenleven doe je in grote en kleine groepen, zoals met je klasgenoten of in je buurt

  • Deze kleine groep mensen in je omgeving zie je regelmatig. Dit noemen we: sociale omgeving

Slide 4 - Tekstslide

Samenleven (2)
  • Mensen worden het meest beïnvloed door hun sociale omgeving

  • Meestal door familie, vrienden en bekenden

  • Maar soms ook door onbekenden..

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Samenleven (3)
  • Samenleven doen we ook een grotere groep

  • In Nederland leven wij bijvoorbeeld samen met miljoenen mensen.

  • Zo'n grotere groep heet de maatschappij

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt anderen nodig

  • Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving

  • Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn

Slide 8 - Tekstslide

Maken Werkboek 1.1
Opdracht 2 t/m 6

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Bindingen
Je bent verbonden met mensen om je heen, soms heb je dit zelf niet door.

We onderscheiden dan ook 4 soorten bindingen die je met mensen kan hebben:

Slide 11 - Tekstslide

Economische Binding
Om te voorzien in je levensonderhoud.

Eten/ Kleding/ Onderdak/ Zakgeld/ Loon

Slide 12 - Tekstslide

Met wie heb je een economische binding? Leg uit waarom.

Slide 13 - Open vraag

Kennisbinding
Alle mensen die jou iets leren.

Docenten/ Bijles/ Ouders

Slide 14 - Tekstslide

Met wie heb je een kennis binding? Leg uit waarom.

Slide 15 - Open vraag

Gevoelsbinding
Binding met mensen met wie je je emotioneel verbonden voelt.

Familie/ Vrienden/ Collega's

Slide 16 - Tekstslide

Met wie heb je een gevoelsbinding? Leg uit waarom.

Slide 17 - Open vraag

Politieke binding
Afhankelijkheid van de overheid

Regels/ veiligheid

Slide 18 - Tekstslide



Samenleven kan 
niet zonder regels

Slide 19 - Tekstslide

Gedragsregels
  • Regels die je automatisch toepast en vanzelfsprekend vindt

  • Zijn zelden opgeschreven

  • Hebben vaak met fatsoen te maken: fatsoensregels

  • Bijvoorbeeld: iemand een hand geven of opstaan in een volle bus voor iemand die slecht te been is

Slide 20 - Tekstslide

Wetsregels
  • Regels die in wetten zijn vastgelegd.

  • Deze regels zijn opgeschreven

  • Bijvoorbeeld: niet door rood fietsen of je verdient het minimumloon als je werkt

Slide 21 - Tekstslide

Een voorbeeld van een groep uit je je sociale omgeving is:
A
je ouders
B
de politie van je stad
C
je teamgenoten bij de voetbalclub
D
je broer en zus

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
Na toiletbezoek je handen wassen
B
Geen afval op straat gooien
C
Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 23 - Quizvraag

Welke stelling is juist?

1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.

2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een ander woord voor de maatschappij is:
A
belangengroep
B
sociale omgeving
C
overheid
D
samenleving

Slide 25 - Quizvraag

Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?
A
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw
B
Bij het concert sluit je achteraan in de rij
C
Je bedankt de leraar na de les
D
Je gaat naar school

Slide 26 - Quizvraag

Welke stelling is juist?

1. Bij maatschappijleer bereid je je voor op deelname aan de samenleving.

2. Maatschappijleer sluit goed aan bij opleidingen in de zorg en bij de politie.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Ga aan de slag met je taakwijzer!

Slide 28 - Tekstslide

Kernbegrippen
Belangrijke begrippen die bij maatschappijleer vaak terugkomen:

  • Normen en waarden
  • Belangen
  • Macht
  • Sociale ongelijkheid

Slide 29 - Tekstslide

Waarden
  • Principes die mensen belangrijk vinden en willen nastreven: waardevol

  • Bijvoorbeeld: familie, aanzien, vrijheid en gezondheid

  • Een waarde kun je meestal in één woord omscrhrijven

Slide 30 - Tekstslide

Normen
  • Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen

  • Normen horen altijd bij een waarde: je vindt iets waardevol, dus het is normaal dat deze regel daarbij hoort.

  • Bij de waarde familie hoort bijvoorbeeld de norm voor je ouders zorgen als ze dat niet meer kunnen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Belang

  • Een belang is het voordeel dat je ergens van hebt

  • Zo hebben scholieren belang bij goed onderwijs en autobezitters hebben belang bij minder files

Slide 34 - Tekstslide