In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 1 - Quizvraag
Antwoord C
Slide 2 - Tekstslide
A
5
B
5,5
C
6
D
7
Slide 3 - Quizvraag
Antwoord A
Slide 4 - Tekstslide
3. Van twee getallen is het volgende bekend: Als je ze optelt, krijg je 37 en als je ze vermenigvuldigt 36. Wat is het verschil van die twee getallen?
A
1
B
10
C
26
D
35
Slide 5 - Quizvraag
Antwoord D
De twee getallen zijn 1 en 36.
Slide 6 - Tekstslide
A
4
B
4,5
C
5
D
6
Slide 7 - Quizvraag
Antwoord D
De grote driehoek heeft oppervlakte 2, het vierkant oppervlakte 1 en de kleine driehoekjes elk oppervlakte 0,5. Dus de vogel heeft een oppervlakte van
Slide 8 - Tekstslide
5. Een emmer is voor de helft gevuld met water. Als je er 2 liter bij gooit, dan is de emmer voor drie kwart gevuld. Hoeveel liter water kan er in de emmer?
A
6
B
8
C
10
D
12
Slide 9 - Quizvraag
Antwoord B
Slide 10 - Tekstslide
6. Ieder jaar is de Kangoeroewedstrijd op de derde donderdag van maart. Wat is de laatst mogelijke datum van de Kangoeroewedstrijd?
A
14
B
15
C
21
D
23
Slide 11 - Quizvraag
De eerste donderdag is op zijn laatst 7 maart, dus de derde donderdag is op zijn laatst 21 maart.