week 7

  • Oefenen toetsweek
Le but: à la fin de ce cours:
  • Weet je welke onderdelen er in de toets komen en heb je geoefend met de toetsstof.

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Oefenen toetsweek
Le but: à la fin de ce cours:
  • Weet je welke onderdelen er in de toets komen en heb je geoefend met de toetsstof.

Slide 1 - Tekstslide

Doornemen kopieën

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulaire FR- NL 10 punten

Vous pouvez garer la voiture dans le camping

Sur l'autoroute, on peut rouler /nager 130 km/h

Vertaal (en kies) Franse woord. Lees de zin goed om het juiste woord te kiezen.

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulaire NL- FR 10 punten
Vertaal de NL woorden naar het Frans.
Vertaal het lidwoord indien aangeveven! 

Verkeerde lidwoord = 1/2 fout, accenten ook.

é - è - ç - ê - à

Slide 4 - Tekstslide

Franse zinnen - NL woord invullen (10p)
1. Lees eerst de hele zin en eventueel zin ervoor - erna
2. Bedenk welk NL woord in zin past
3. Vul als je het Franse woord niet weet - NL woord in
4. weet je het echt niet, denk dan na over type woord lege plek (werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijv. nmw etc)
5. Houd je verkeerd woord over, dan ergens fout gemaakt.
6. Vul overal iets in

Slide 5 - Tekstslide

welke regelmatige werkwoorden 
op -er ken je? 

Slide 6 - Woordweb

La grammaire - 5 punten
regelmatige werkwoorden -er

Hoe vervoeg je deze werkwoorden in de tegenwoordige tijd?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'parler'?

Slide 8 - Open vraag

Regelmatige werkwoorden op -er
jouer
nager
parler
je joue
je nage
je parle
tu joues
tu nages
tu parles
il/elle/on joue
il/elle/on nage
il/elle/on parle
nous jouons
nous nageons
nous parlons
vous jouez
vous nagez
vous parlez
ils/elles jouent
ils/elles nagent
ils/elles parlent

Slide 9 - Tekstslide

Wij praten

Slide 10 - Open vraag

Jullie werken

Slide 11 - Open vraag

Zij vinden

Slide 12 - Open vraag

Ik praat

Slide 13 - Open vraag

Werkwoorden être en avoir - 5 punten
Tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord.

Met welk hulpwerkwoord worden beide werkwoorden vervoegd in de passé composé?

Slide 14 - Tekstslide

Ik heb

Slide 15 - Open vraag

Ik ben

Slide 16 - Open vraag

U bent

Slide 17 - Open vraag

Roos en Sophie zijn

Slide 18 - Open vraag

wij hebben

Slide 19 - Open vraag

ik heb gehad

Slide 20 - Open vraag

ik ben geweest

Slide 21 - Open vraag

La grammaire - 5 punten
regelmatige werkwoorden -er

Hoe vervoeg je deze werkwoorden in de passé composé?

Slide 22 - Tekstslide

wij hebben gespeeld

Slide 23 - Open vraag

ik ben gevallen

Slide 24 - Open vraag

men heeft gezocht

Slide 25 - Open vraag

Jullie en Anna zijn gegaan

Slide 26 - Open vraag

apprendre 10 - 3 punten
Je ziet drie afbeeldingen en moet zeggen wat je ziet. Maak een bijpassende zin bij het plaatje

Slide 27 - Tekstslide


Slide 28 - Open vraag


Slide 29 - Open vraag

Wat zijn de voorspellingen?

Slide 30 - Open vraag

Schrijfvaardigheid
Gatentekst waar je moet aangeven:
waar je op vakantie bent gegaan
met welk vervoersmiddel
hoe lang het was
etc.

Slide 31 - Tekstslide

je suis allé (naar Frankrijk)

Slide 32 - Open vraag

naar Portugal

Slide 33 - Open vraag

met de auto
met het vliegtuig
met de trein

Slide 34 - Open vraag

Je suis resté ... een week in Parijs

Slide 35 - Open vraag

Ik heb een leuke vakantie gehad.

Slide 36 - Open vraag

Bonuspunten - 5 punten
Lees pagina 8 en 9 goed door

Hier volgen een paar voorbeeldvragen.

Slide 37 - Tekstslide

Op welk treinstation kom je aan als als reiziger uit Amsterdam met de Thalys?
A
La gare de l'est
B
La gare de Paris
C
La gare du Nord
D
La gare de Lyon

Slide 38 - Quizvraag

Kun je vanaf Gare du Nord verder reizen naar Zuid-Frankrijk
A
ja
B
nee

Slide 39 - Quizvraag

Als je verder wilt rijden naar Zuid-Frankrijk, naar welk treinstation moet je dan reizen
A
Gare de l'Est
B
Gare de Lyon

Slide 40 - Quizvraag

Wat is télépéage?
A
Een app op je telefoon om de tolweg te betalen
B
Een manier om automatisch de tolweg te betalen
C
Een speciale autoweg voor abonnées

Slide 41 - Quizvraag

Wat is La Corse?
A
Een eiland in de middellandse zee
B
Een treinstation in Parijs
C
Een vliegveld in Parijs

Slide 42 - Quizvraag