A2/G2 - Nabespreking Unité 1

Nabespreken toets Unité 1
  • Voyages
  • Avoir, être
  • Partir, Sortir
  • Passé Composé
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nabespreken toets Unité 1
  • Voyages
  • Avoir, être
  • Partir, Sortir
  • Passé Composé

Slide 1 - Tekstslide


AI. Vocabulaire (FR>NL). Vertaal het woord
5 | J'en ai marre

Slide 2 - Open vraag


AII) Vocabulaire (FR>NL). Kies het juiste woord én vertaal naar het Nederlands
5 | Quel est l'itinéraire / la montagne pour aller de la gare de La Défense?

Slide 3 - Open vraag


BI) Vocabulaire (NL>FR). Vertaal het woord.
5 | Ik open

Slide 4 - Open vraag


B II) Vul de zinnen aan met de dikgedrukte woorden uit B1.
(bezet/ de kaartjes automaat / kamperen/een staanplaats / de weg) 
5. Il n'y a pas de places assises, mais il y a ......

Slide 5 - Open vraag


C) Grammaire Partir & Sortir. | Vertaal het vervoegde werkwoord.
C4. ..... Cédric - Zij heeft verkering met  (sortir)

Slide 6 - Open vraag


C) Grammaire Partir & Sortir. | Vertaal het vervoegde werkwoord.
C4. ..... Cédric - Zij heeft verkering met  (sortir)

Slide 7 - Open vraag


DI.) Grammaire passé composé | Noteer de passé composé, denk om het hulpwerkwoord avoir
1.| Elles ........le film Titanic cinq fois! (regarder)

Slide 8 - Open vraag


DII.) Grammaire passé composé | Noteer de passé composé, denk om het hulpwerkwoord être
1.| Les filles .......à Paris (aller)

Slide 9 - Open vraag


DIII.) Grammaire passé composé | Noteer de passé composé, zet de woorden tussen haakjes in de Franse vertaling.
3.| (Hij - parkeren) ... .... ....la voiture dans le garage.

Slide 10 - Open vraag


F) Phrases | Vertaal de zin in het Frans, denk aan de woordvolgorde.
7. We zijn naar Portugal gegaan.

Slide 11 - Open vraag

Évaluez votre Repetitie
  1. Loop toets langs met het opdrachtenblad erbij.
  2. Waar zitten de fouten in?
    (opdracht lezen / spelling / vertaling / begrijpen) 
  3. Onduidelijk / Vragen? > Eerst:
    - lees de vraag + antw. nog een keer. Denk na.
    - Pak je boek erbij
    - Vraag een klasgenoot
    >>> pas dan: vraag de docent (handje lessonup)
  4. Vul de evaluatie in. 
  5. Lever het opdrachtenblad in.
    Eigen blaadje mag mee naar huis. 
  • HF = herhaalfout
  • V = mist iets
  • 0,5 = spelfout/lidw. 
  • B = bonus
Evaluatie - Toets
timer
10:00
Klaar?
Leer/Spreek 'Au restaurant' in B118

Slide 12 - Tekstslide