Les 2 Injecteren

14-2-24
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

14-2-24

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
We gaan kijken wat jullie nog weten van de les medicatie!

Slide 2 - Tekstslide

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apothekers-ass.

Slide 3 - Quizvraag

Injecteren is een:
A
Risicovolle handeling
B
Voorbehouden handeling

Slide 4 - Quizvraag

In de .......... is bepaald welke beroepsbeoefenaren bevoegd zijn om recepten voor UR-geneesmiddelen te schrijven.
A
WGBO
B
Wkkgz
C
Wet BIG
D
ZVW

Slide 5 - Quizvraag

Bekwaamheid voor het injecteren van insuline houdt in:
A
Dat je een verpleegkundig diploma hebt.
B
Dat je een scholing over injecteren van insuline hebt gevolgd.
C
De injectie volgens protocol kan uitvoeren.
D
Een bevoegdheid van de arts tot handelen hebt gekregen.

Slide 6 - Quizvraag

Een verpleegkundige die een medicatiefout maakt, met de dood van een cliënt als gevolg, valt onder..
A
Civielrecht
B
Tuchtrecht
C
Bestuursrecht
D
Strafrecht

Slide 7 - Quizvraag

Regel van 5?

Slide 8 - Open vraag

Panadol is een ............van de pijnstiller paracetamol.
A
Merknaam
B
Chemische naam
C
Stofnaam
D
Generieke naam

Slide 9 - Quizvraag

Het toedienen van medicatie via een infuus valt onder:
A
Enterale toediening
B
Parenterale toediening
C
Spinale toediening
D
Intramusculaire toediening

Slide 10 - Quizvraag

Enterale toediening is de toediening van voedsel of geneesmiddelen via het menselijke maagdarmkanaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen les 8
De student:
  • kent de verschillende vormen van injecteren.
  • beschrijft algemene aandachtspunten bij injecteren.
  • heeft kennis van de materialen die je nodig hebt voor injecteren.
  • kan de injecties klaarmaken volgens protocol.
  • kent de toedieningsplaatsen en de verschillende technieken van injecteren.
  • kan enkele complicaties van injecteren bij de zorgvrager benoemen.


Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je over de vepleegtechnische handeling injecteren?

Slide 13 - Tekstslide

Vormen van injecteren.

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Je gaat een injectie klaarmaken. Welke materialen leg je klaar?

Slide 19 - Open vraag

Beschrijf kort en krachtig de stappen van het klaarmaken van de injectie. Vanaf voorbereiding tot aan het toedienen van het medicijn.

Slide 20 - Open vraag

Klaarmaken van een injectie; stappenplan
1. Controleren van de medicatieopdracht.
2. Invullen van het toedienetiket.
3. Berekenen van de benodigde hoeveelheden.
4. Nemen van hygiënische maatregelen.
5. Verzamelen en klaarleggen van de benodigde materialen.
6. Klaarmaken van het geneesmiddel. (volgens protocol, bijsluiter (FTK)
7. Paraferen van het toedienetiket.
8. Laten controleren en paraferen door een tweede persoon.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

BBB- plaatsen: bovenste buitenste middenstuk van het bovenbeen en
bovenste buitenste bilkwadrant.

Deltaspier arm.
Losse weefsel buikwand.

Slide 23 - Tekstslide

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsvetweefsel

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Bij intramusculair injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsbindweefsel.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Toedieningswijzen
Subcutane injectie                                                                                    Intramusculaire injectie
Huidplooitechniek:                                                                                    Rangeertechniek (Z-techniek)
Naald snel inbrengen                                                                               Huid straktrekken, naald
hoek van 45-60 graden                                                                           loodrecht in de spier, naald               
Langere naalden.                                                                                        terugtrekken, huid loslaten.

Loodrechttechniek:
Naald snel inbrengen
Korte naald.

Slide 28 - Tekstslide

Welke techniek kun je het best toepassen wanneer je een subcutane injectie moet toedienen aan een oudere, magere zorgvrager?
A
Rangeertechniek
B
Huidplooitechniek
C
Loodrechttechniek

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het gevaar bij een te diep uitgevoerde intramusculaire injectie?
A
Het geeft een verhoogde kans op plaatselijke bloedingen.
B
Dit is pijnlijk voor de zorgvrager.
C
De medicatie komt in het onderhuidsvetweefsel en werkt niet goed.

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Einde
Evaluatie van de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

volgende week


zuurstof en trachecanule



Slide 34 - Tekstslide