Les 8 Injecteren

Les 8
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 8

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
We gaan kijken wat jullie nog weten van de les medicatie!

Slide 2 - Tekstslide

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apothekers-ass.

Slide 3 - Quizvraag

In de .......... is bepaald welke beroepsbeoefenaren bevoegd zijn om recepten voor UR-geneesmiddelen te schrijven.
A
WGBO
B
Wkkgz
C
Wet BIG
D
ZVW

Slide 4 - Quizvraag

Injecteren is een:
A
Risicovolle handeling
B
Voorbehouden handeling

Slide 5 - Quizvraag

Bekwaamheid voor het injecteren van insuline houdt in:
A
Dat je een verpleegkundig diploma hebt.
B
Dat je een scholing over injecteren van insuline hebt gevolgd.
C
De injectie volgens protocol uitvoeren.
D
Een bevoegdheid van de arts tot handelen hebt gekregen.

Slide 6 - Quizvraag

Een verpleegkundige die een medicatiefout maakt, met de dood van een cliënt als gevolg, valt onder..
A
Civielrecht
B
Tuchtrecht
C
Bestuursrecht
D
Strafrecht

Slide 7 - Quizvraag

Regel van 5?

Slide 8 - Open vraag

....................is de naam die aan een middel wordt gegeven als het voor het eerst wordt ontwikkeld.
A
Chemische naam
B
Merknaam
C
Generieke naam
D
Bijnaam

Slide 9 - Quizvraag

Panadol is de ............van de pijnstiller paracetamol.
A
Merknaam
B
Chemische naam
C
Stofnaam
D
Generieke naam

Slide 10 - Quizvraag

Enterale toediening is de toediening van voedsel of geneesmiddelen via het menselijke maagdarmkanaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het toedienen van medicatie via een infuus valt onder:
A
Enterale toediening
B
Parenterale toediening
C
Spinale toediening
D
Intramusculaire toediening

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen les 8
De student:
  • kent de verschillende vormen van injecteren.
  • beschrijft algemene aandachtspunten bij injecteren.
  • heeft kennis van de materialen die je nodig hebt voor injecteren.
  • kan de injecties klaarmaken volgens protocol.
  • kent de toedieningsplaatsen en de verschillende technieken van injecteren.
  • kan enkele complicaties van injecteren bij de zorgvrager benoemen.


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Werk individueel de leerdoelen van deze les uit 
Bij vragen; 'trek aan de bel!'

Slide 14 - Tekstslide

Wat weet je nog van de VTH les injecteren?

Slide 15 - Tekstslide

Vormen van injecteren.

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide




Bekijk het vilansprotocol.
Je gaat een intramusculaire injectie klaarmaken. Welke stappen doorloop je?
timer
6:00

Slide 21 - Open vraag

Klaarmaken van een injectie; stappenplan
1. Controleren van de medicatieopdracht.
2. Invullen van het toedienetiket.
3. Berekenen van de benodigde hoeveelheden.
4. Nemen van hygienische maatregelen.
5. Verzamelen en klaarleggen van de benodigde materialen.
6. Klaarmaken van het geneesmiddel. (volgens protocol, farmacotherapeutischkompas)
7. Paraferen van het toedienetiket.
8. Laten controleren en paraferen door een tweede persoon.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

BBB- plaatsen: bovenste buitenste middenstuk van het bovenbeen en
bovenste buitenste bilkwadrant.

Deltaspier arm.
Losse weefsel buikwand.

Slide 24 - Tekstslide

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsvetweefsel

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Bij intramusculair injecteren, dan injecteer je in .......
A
De spier
B
De huid
C
Een ader
D
Het onderhuidsbindweefsel.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Toedieningswijzen
Subcutane injectie                                                                                    Intramusculaire injectie
Huidplooitechniek:                                                                                    Rangeertechniek (Z-techniek)
Naald snel inbrengen                                                                               Huid straktrekken, naald
hoek van 45-60 graden                                                                           loodrecht in de spier, naald               
Langere naalden.                                                                                        terugtrekken, huid loslaten.

Loodrechttechniek:
Naald snel inbrengen
Korte naald.

Slide 29 - Tekstslide

Welke techniek kun je het best toepassen wanneer je een subcutane injectie moet toedienen aan een oudere, magere zorgvrager?
A
Rangeertechniek
B
Huidplooitechniek
C
Loodrechttechniek

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het gevaar bij een te diep uitgevoerde intramusculaire injectie?
A
Het geeft een verhoogde kans op plaatselijke bloedingen.
B
Dit is pijnlijk voor de zorgvrager.
C
De medicatie komt in het onderhuidsvetweefsel en werkt niet goed.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Casus

Meneer de Wit heeft morfine toegediend gekregen door een verpleegkundige op de afdeling waar je stage loopt.

Je gaat bij meneer langs. Hij ligt op bed en hij is blauw van kleur....

Slide 34 - Tekstslide

Je krijgt hem ook niet meer wakker!

Slide 35 - Tekstslide

Casus opdracht
1) Wat is morfine en wat zijn de bijwerkingen?
2) Hoe wordt morfine toegediend?
3) Wat is er aan de hand met meneer de Wit?
4) Wat is de mogelijke oorzaak van deze casus? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
5) Wat zijn hiervan de consequenties voor de verpleegkundige??
timer
5:00

Slide 36 - Tekstslide

Zorgpad
Opleiding: MBO (KD 2020)VP niveau 4, 
Collectie: Zorg specifiek 4 VP, Thema Verpleegkundig rekenen

Leerpad 1: rekenen in de verpleegkunde
Lees en maak de opgaves van 
1.1 Introductie
1.2 Basis rekenen.
Kom met vragen!!!

Slide 37 - Tekstslide

Einde
Evaluatie van de les
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Huiswerk
Volgende week:
Kennistoets VAFAT P3


Week 10
Integratieve opdracht



Slide 39 - Tekstslide

WRTS
Welke termen ken je nog?

Slide 40 - Tekstslide