H8 - §8.2 Tonen horen

Welkom in de les
Vandaag:
  • Nakijken 8.1
  • Terugblik
  • lesdoelen 8.2
  • instructie 8.2
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§8.2 - Tonen horen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • Nakijken 8.1
  • Terugblik
  • lesdoelen 8.2
  • instructie 8.2
  • Maken opdrachten
  • Afsluiten les 

 


§8.2 - Tonen horen

Slide 1 - Tekstslide

Vragen §8.1

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 16

Slide 4 - Tekstslide

Juist of onjuist
Je mondholte is een geluidsbron
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist
Een klankbord versterkt het geluid
beter dan een klankkast
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Geluidsbronnen maken geluid door trillingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals licht.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de functie van een klankkast
A
Veranderd het geluid niet
B
Verzwakt het geluid
C
Versterkt het geluid

Slide 9 - Quizvraag

0

Slide 10 - Video

Je leert ...
  • uitleggen wat frequentie en toonhoogte met elkaar hebben te maken;
  • met voorbeelden uitleggen wat een bron, een tussenstof en een ontvanger is;
  • een blokschema voor geluid maken.

Slide 11 - Tekstslide

Discussievraag
Een surfer draagt een Sharkstopper
om zijn enkel.
Bedenk waarom de haaien het geluid 
van de Sharkstopper wel horen,
maar de surfer niet.

Slide 12 - Tekstslide

Geluidsbronnen

- Kunstmatige geluidsbron
- Natuurlijke geluidsbron

Wat is het verschil?

Slide 13 - Tekstslide

Geluid horen

Slide 14 - Tekstslide

Geluid horen
De lucht rondom de geluidsbron gaat 
meetrillen.
De trillingen verplaatst zich door de 
lucht naar jouw oren. 

Meestal is die tussenstof lucht 

Slide 15 - Tekstslide

Geluid horen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Geluid horen
De tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd. 

De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn. 

De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s

Slide 18 - Tekstslide

Geluid horen

Zonder tussenstof GEEN GELUID!!!


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je 
oren. 
Je trommelvlies gaat meetrillen met 
de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van 
zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort' 

Slide 21 - Tekstslide

Frequentie
Hoe sneller een snaar trilt, des te hoger is de toon. 

Slide 22 - Tekstslide

Frequentie
Elke toon heeft zijn eigen frequentie.
Frequentie is het aantal trillingen per seconde
Symbool van frequentie is f en de eenheid hertz (Hz)

Slide 23 - Tekstslide

Frequentie
Snaarinstrumenten


Slide 24 - Tekstslide

Frequentie
f = 400 Hz betekend dat er 400 trillingen per seconden zijn

f =  600 Hz heeft 600 trillingen per seconden

hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon

Slide 25 - Tekstslide

Frequentie
Een gitaarsnaar maakt 2000 trillingen in 5 seconden.
Bereken de frequentie.
Oplossing:
De frequentie is het aantal trillingen in één seconde.
Gebruik een verhoudingstabel.


De frequentie is dus: f = 400 Hz







Slide 26 - Tekstslide

Een bal beweegt 20 keer in 1 seconden heen en weer (20x naar links en 20x naar rechts).
Wat is de frequentie van deze beweging?
A
0,05 Hz
B
10 Hz
C
20 Hz
D
40 Hz

Slide 27 - Quizvraag

Een bal beweegt 20 keer in 5 seconden heen en weer (20x naar links en 20x naar rechts).
Wat is de frequentie van deze beweging?
A
4 Hz
B
20 Hz
C
100 Hz
D
200 Hz

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Aan de slag!
Lezen: §8.2


Maak: opgaven §8.2
- route groen
- route blauw
of
- route paars






Zs
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen: §8.2


Maak: opgaven §8.2
- route groen
- route blauw
of
- route paars






Zf
timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 32 - Tekstslide

Hoe noem je lucht die geluid overbrengt?
A
Mee-trillende stof
B
Tussenstof
C
Geluid-dempende stof
D
Geluid-remmende stof

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een geluidsbron
A
een voorwerp dat geluid maakt
B
een voorwerp dat geluid ontvangt
C
een voorwerp dat geluid doorgeeft
D
een voorwerp dat geluid maakt, doorgeeft en ontvangt

Slide 34 - Quizvraag

Om geluid te horen, heb je nodig: een geluid-bron, een tussenstof en je oren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Geluid in de ruimte (heelal) kun je...
A
horen, maar zachter dan op aarde.
B
horen, en is harder dan op aarde.
C
horen, en klinkt hetzelfde als op aarde.
D
niet horen.

Slide 36 - Quizvraag

wat is een voorbeeld van een geluidsbron
A
Lucht
B
stem
C
tulp
D
microfoon

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een ontvanger bij geluid
A
stem
B
trommel
C
microfoon
D
lucht

Slide 38 - Quizvraag

Je kunt...
  • uitleggen wat frequentie en toonhoogte met elkaar hebben te maken;
  • met voorbeelden uitleggen wat een bron, een tussenstof en een ontvanger is;
  • een blokschema voor geluid maken.

Slide 39 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll