Beroepstaal les 3

Beroepstaal les 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beroepstaal les 3

Slide 1 - Tekstslide

Betrokken

Slide 2 - Tekstslide

Betrokken als proffesional

Slide 3 - Tekstslide

Empathie

Slide 4 - Tekstslide

Representatief

Slide 5 - Tekstslide

Integer                        

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Reflectief


Reflecteren en zelfreflectie
Reflecteren is het terugblikken op je eigen gedrag en ervaringen, daarover nadenken om zo tot nieuwe inzichten te komen en nieuwe keuzes te maken.
Wat houdt reflecteren in?
 Reflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt.


Slide 8 - Tekstslide



Er zijn drie vormen van reflectie:
1. Reflecteren op persoonlijk functioneren. Daarbij sta je vooral stil bij wie jij bent, wat je motivatie en je doelen zijn in het leven. Deze vorm van reflectie kan je helpen bij je persoonlijkheidsontwikkeling.
2. Reflecteren op beroepsmatig handelen. Deze vorm van reflecteren richt zich vooral op het methodisch handelen. Je kunt zo onderzoeken wat het effect is van de methoden die jij inzet.
3. Reflecteren op persoonlijk beroepsmatig handelen in de maatschappelijke context. Bij deze vorm van reflecteren kijk je ook naar de context van jouw functioneren en handelen. Hierbij vraag je je af wat het effect is op de omgeving, de maatschappij en in hoeverre jij hier verantwoordelijk voor bent.
Deze drie vormen van reflectie zijn niet altijd zo duidelijk van elkaar te onderscheiden; de ene hangt nauw samen met de andere. Het draait bij reflectie in ieder geval altijd om jou.


Slide 9 - Tekstslide

Assertief
Wat zijn de kenmerken van assertiviteit en wat is assertief communiceren?
Assertiviteit brengt een veranderde houding met zich mee. Of je nu van een agressieve houding komt of van een passieve houding. Je krijgt nieuwe verantwoordelijkheden, die hand in hand gaan met nieuwe kwaliteiten en vaardigheden.
• De kunst om ‘nee’ te zeggen
• De vaardigheid om gehoord te worden, wanneer je spreekt
• Het recht om grenzen te stellen
• De kunst van het makkelijker beslissingen maken
• Het recht om te zeggen wat je denkt
• De kwaliteit van effectief feedback geven en ontvangen
• De kunst van het communiceren, in conflictgevallen
• De kwaliteit van charisma en een sterke persoonlijkheid
• Het recht om tegen een collega te zeggen: ‘daar kan ik je niet mee helpen?
• Je niet laten beïnvloeden door negatieve mensen
• Meer zelfvertrouwen en sterker in je schoenen staan

Slide 10 - Tekstslide

Eindopdracht vervolg
Kernkwaliteiten
Je laat zien dat je de zes kernkwaliteiten van de beginnende beroepsbeoefenaar binnen de maatschappelijke zorg beheerst.
In je eindopdracht omschrijf je per kernkwaliteit wat de kwaliteit inhoudt, welke kwaliteiten jij hebt die bij de kernkwaliteit hoort en hoe iemand het merkt dat jij deze kwaliteiten bezit.
Representatief
Betrokken
Empathisch
Assertief
Integer
Reflectief

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide