In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
7.5 De morele vrijbrief
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn externe effecten?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn voorbeelden van positieve externe effecten?
Slide 4 - Open vraag
Noem maatregelen van de overheid om negatieve externe effecten te beperken en positieve te bevorderen.
timer
1:00
Slide 5 - Open vraag
Wat is duurzaam produceren?
Slide 6 - Open vraag
Wat heb je aan een keurmerk?
Slide 7 - Open vraag
Voorbeelden bedenken
Bedenk een voorbeeld waarin jij vanuit een positieve situatie jezelf iets negatiefs aanpraat of wat negatiefs doet nadat jij wat positiefs hebt gedaan
Kortom bedenk een voorbeeld waarin je vanuit positiviteit naar negativiteit gaat!
Bedenk er minimaal 3 en schrijf ze op in je boek/schrift.
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Morele vrijbrief
Mensen hebben iets bewust goed gedaan (bijvoorbeeld een uurtje sporten) en gebruiken dat als excuus om vervolgens iets minder goeds te kiezen of doen (bijvoorbeeld snacken)
Nog een voorbeeld van dit tegenstrijdige gedrag: "We hebben zonnepanelen (milieubewust) dus nu kunnen we veel meer stroom verbruiken (niet milieubewust)"
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Morelevrijbrief
Het gedrag van consumenten gaat heen en weer.
Van een bewuste keuze naar een minderbewuste keuze, en andersom = morele vrijbrief
Ik ga nu sporten -> daarna eet ik een snack.
Ik koop zonnepanelen -> ik ga meer stroom verbruiken
Ik heb de afgelopen maand veel water bespaard -> ik ga elke dag in bad
Ik heb in de traject controle netjes gereden -> ik ga nu 200+ rijden
Slide 11 - Tekstslide
Consumenten die maatschappelijk bewust willen consumeren lopen vaak aan tegen een gebrek aan transparantie.
Wat is een hulpmiddel voor consumenten bij dit probleem?
A
Een verbod op bepaalde producten
B
Informatie van de fabrikant op het etiket
C
Een keurmerk
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn positieve externe effecten?
Slide 13 - Open vraag
Duurzaam produceren
Duurzaamproduceren = produceren zonder schade voor mensen/natuur voor nu en in de toekomst
Slide 14 - Tekstslide
Waar is sprake van een morele vrijbrief? (meerdere antwoorden zijn juist)
A
op vakantie met vliegtuig, rest van het jaar fiets ik
B
vanavond Mc Donalds, tussen de middag salade
C
een lekkere snack, ik heb een uur gesport
D
de tuin sproei ik niet, ik douche zo kort mogelijk
Slide 15 - Quizvraag
Welk begrip past hierbij?
A
Globalisering
B
Duurzaam
C
Keurmerk
D
Armoedegrens
Slide 16 - Quizvraag
Verzin zelf een voorbeeld van een morele vrijbrief.
Slide 17 - Open vraag
In Nederland eet slechts 4% van de bevolking vegetarisch. Nederland heeft 17 miljoen inwoners. Hoeveel inwoners eten vegetarisch?
Slide 18 - Open vraag
Het aantal vegetariërs in Nederland neemt toe van 4% naar 7%. Met hoeveel procent is het aantal vegetariërs in Nederland veranderd?
A
0,75%
B
3%
C
75%
D
175%
Slide 19 - Quizvraag
Leerdoelen H7
Wat moet je kunnen?
uitleggen wat positieve en negatieve externe effecten zijn
voorbeelden van externe effecten van productie noemen, zoals sociale-, gezondheids- of milieueffecten
uitleggen dat consumenten verschillend met duurzaamheid omgaan
uitleggen dat gebrek aan transparantie ertoe leidt dat consumenten onbedoeld verkeerde keuzes maken
uitleggen welke rol keurmerken kunnen spelen voor consumenten
uitleggen dat de morele vrijbrief ervoor zorgt dat consumenten minder maatschappelijk bewust consumeren dan zij zelf denken
Slide 20 - Tekstslide
Wat moet je weten uit H7
- Wat negatieve en positieve externe effecten zijn;
- Wat transparantie betekent;
- Wat het belang van een keurmerk is;
- Je moet kunnen rekenen met percentages;
- En je moet weten wat een morele vrijbrief is.
Slide 21 - Tekstslide
Extrene effecten
-Gevolgen van consumptie en productie die niet in de prijs van het product worden meegenomen maar wel de welvaart van anderen beínvloed.
-Negatief extern effect: Geen compensatie en we welzijn van een ander persoon afneemt
Duurzaam
Duurzaam:
-Bij de productie van veel goederen en diensten waarbij rekening wordt gehouden met het milieu en de mens op de lange termijn.
-Rode, Lichtgroene en Donkergroene consument
Transparantie en keurmerk
Transparantie: Weten waar en door wie een product wordt gemaakt (Schenden van mensenrechten, kinderarbeid etc.)
Keurmerk: Een etiket dat is bedoeld om cunsumenten snel te informeren over producteigenschappen.
De sociale, gezonde en milieubewuste consument
Morele Vrijbrief
Morele Vrijbrief: Bewuste keuzes compenseren met minder bewuste keuzes