Start H7 Consument ben jij

H06 De consument
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H06 De consument

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat moet je kunnen?
  • uitleggen wat positieve en negatieve externe effecten zijn
  • voorbeelden van externe effecten van productie noemen, zoals sociale-, gezondheids- of milieueffecten
  • uitleggen dat consumenten verschillend met duurzaamheid omgaan
  • uitleggen dat gebrek aan transparantie ertoe leidt dat consumenten onbedoeld verkeerde keuzes maken
  • uitleggen welke rol keurmerken kunnen spelen voor consumenten
  • uitleggen dat de morele vrijbrief ervoor zorgt dat consumenten minder maatschappelijk bewust consumeren dan zij zelf denken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat wordt bedoelt met biosfeer?
A
Het gebied in de zee waar leven mogelijk is
B
Het gebied op aarde waar leven mogelijk is
C
Het gebied in de zee waar mensen kunnen leven
D
Het gebied op aarde waar mensen kunnen leven

Slide 4 - Quizvraag

31% van de vissen is overbevist; dat betekent dat..
A
de vissen snel uitsterven
B
de vissen niet duurzaam geproduceerd worden
C
de vissenpopulatie niet zichzelf in hetzelfde tempo kan herstellen
D
er veel vissen overblijven

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel plastic belandt er jaarlijks in de oceaan?
(miljard= miljoen ton)
A
1 miljard kilo
B
5 miljard kilo
C
8 miljard kilo
D
15 miljard kilo

Slide 6 - Quizvraag

Wat veroorzaakt voornamelijk de dode zones in zee?
(dode zones= geen leven mogelijk)
A
klimaatopwarming
B
overbevissing
C
plastic afval
D
bemesting landbouw

Slide 7 - Quizvraag

90% van het koraal is naar verwachting eind deze eeuw verdwenen uit de oceanen. Hoe?
A
door een hogere Ph-waarde
B
door verzuring van de oceanen
C
door de overbevissing
D
door het uitsterven van plankton

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Hoe lang duurt het voordat je plasic flesje opgelost is in de natuur?
A
40-50 jaar
B
100-200 jaar
C
200-300 jaar
D
450 jaar

Slide 10 - Quizvraag

Wat is volgens jou de oplossing voor het plastic probleem?

Slide 11 - Woordweb

Negatieve externe effecten
Gevolgen voor anderen (externen) die niet in de verkoopprijs meegerekend zijn, noemen we externe effecten. 

Denk aan de overlast (herrie, vervuiling) van vliegverkeer: 
de passagiers betalen alleen voor de vlucht zelf (gebruik vliegtuig, kerosine, personeel, enz) en dus NIET voor deze negatieve externe effecten

Slide 12 - Tekstslide

Externe effecten..
  • veranderen het welzijn van de omgeving

maar 

  • zitten dus niet in de prijs meegerekend

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bedenk een voorbeeld van een positief extern effect

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Maken opg 7.1 t/m 7.3 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kleding, mensenrechten en vervuiling

Slide 18 - Tekstslide

Zou jij bereid zijn minder kleding voor meer geld te kopen, als dat ten gunste is van de mensenrechten, klimaat, etc?
Ja, daar let ik nu al op
Ja, maar tot zover heb ik daar niet aan gedacht
Misschien, ligt eraan hoeveel ik te besteden heb later
Nee, ik wil het liefst veel voor weinig

Slide 19 - Poll

Aan de slag
Maak lesbrief 7.1 - D (Milieubewuste consument) en E (Morele vrijbrief)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Eet jij genoeg groente en fruit in de week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Wat zou je kunnen helpen gezonder te eten?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Video

Sport of beweeg je genoeg?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Wat zou je kunnen helpen meer te bewegen/ sporten?

Slide 26 - Woordweb

Aan de slag
Ren tien rondjes om je bureau en...
oh nee! ;)
Maak opgave 7.8 t/m 7.10

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Eet jij al minder vlees?
Ja, ben vegetariër
Ja, ik ben flexitariër
Nee, ik eet thuis wat de pot schaft
Nee, ik ben dol op vlees
Nee, maar wel van plan minder vlees te gaan eten

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Link

Aan de slag
Maken opgave 7.11 t/m 71.5

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht
Noteer uit hoofdstuk 7 alle 
dikgedrukte woorden
in je schrift en noteer erachter de betekenis

Bijvoorbeeld:
duurzaam= rekening houden met de lange termijn gevolgen van consumptie en productie (voor mens en milieu)

Slide 32 - Tekstslide