portret tekenen

portret
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

portret

Slide 1 - Tekstslide

Het meisje met de parel, 1665
Johannes Vermeer 
portret
De wanhoop, 1845
Gustave Courbet
zelfportret

Slide 2 - Tekstslide

portret

Een portret is een afbeelding van een 
(ooit) bestaande persoon
Wanneer een kunstenaar (of jij) zichzelf afbeeldt heet dat een zelfportret.

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de opdracht
Leren over de verhoudingen in het gezicht
Oefenen met het tekenen van een gezicht

Slide 4 - Tekstslide

Verhoudingen
Voor het tekenen van een portret, draait het om het herkenbaar natekenen van iemands gezicht. 
De gelijkenis is de moeilijkheid. Maar ook het tekenen van een gezicht in de juiste verhoudingen.
We gaan daarom eerst aan de slag met die verhoudingen in het gezicht.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Nodig
  • Wit A4 vel
  • HB en 2B potlood
  • liniaal/geodriehoek
  • gum en puntenslijper
 
timer
7:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
Hoe gek dat misschien ook lijkt, voor deze eerste opdracht heb je nog geen voorbeeld nodig van iemands gezicht. 
Je gaat namelijk eerst leren hoe je een gezicht tekent qua vormen,  verhoudingen, en schaduwen door mee te tekenen met een tutorial (volgende dia)

Slide 8 - Tekstslide

Doen
Teken mee met de tutorial die op de volgende dia te vinden is of gebruik de voorbeelden die erna komen. Zo leer je hoe je een gezicht tekent (nog geen portret want het is een verzonnen gezicht)

De eerste tutorial leert je een mannengezicht te tekenen, de tweede een vrouwengezicht.

Jij mag zelf kiezen uit een van deze twee. Je maakt dus één tekening!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Of gebruik de volgende dia's om op te starten
  1. Teken eerst een verticale lijn, voor hoe hoog je het hoofd wil maken.
  2. Teken een ei vorm: De basis van je gezicht. Wat breder van boven en smaller van onder.
  3. Deel het ei door de helft, door precies in het midden, een verticale streep te tekenen.
  4. Teken ook een horizontale streep precies in het midden.
  5. Deel de onderste helft van het gezicht ook weer in twee gelijke helften.

Slide 12 - Tekstslide

Waar komt wat
-De ogen zitten in het midden van het gezicht.
-De neus zit op de helft van de onderste helft van het gezicht.
-De haarlijn zit op de helft van de bovenste helft van het gezicht.
-De lippen zitten onder de neus, net een beetje boven het midden.

Slide 13 - Tekstslide

-Teken de nek vanaf de mondlijn
-Teken een haarlijn die halverwege het voorhoofd begint en maak er zelf een kort of lang kapsel van

Slide 14 - Tekstslide

Vormen uitwerken
Werk nu de ogen, oren en neus uit tot herkenbare ruimtelijke vormen. 
voorbeelden vind je op deze en de volgende dia's

Slide 15 - Tekstslide

trucjes voor tekenen
van de neus

Slide 16 - Tekstslide

gesloten mond 
open mond 
(tel de tanden en verdeel ze vanuit het midden)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Opdracht 2
Teken jezelf na. Gebruik een foto als voorbeeld.
Let op alles wat je geleerd en geoefend hebt:
-verhoudingen
-vormen
-schaduwen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

trucjes voor tekenen
van de neus

Slide 22 - Tekstslide

gesloten mond 
open mond 
(tel de tanden en verdeel ze vanuit het midden)

Slide 23 - Tekstslide

Doen
  • Neem de portretfoto die je wilt natekenen voor je
  •  Op een wit A4 maak je minimaal 2 studies/schetsen van  ogen, neus en mond (oren) zoals die op de foto te zien zijn.
  • Onderzoek hoe je de vorm tekent
  • En werk die ruimtelijk uit met schaduwen
  • Maak gebruik van de trucs/voorbeelden die in de presentatie zitten.
  • Of bekijk de 2 volgende dia's die gelinkt zijn aan websites met voorbeelden.


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Slide 27 - Video

Opdracht 2
Teken jezelf na. Gebruik je foto als voorbeeld.
Let op alles wat je geleerd en geoefend hebt:
-verhoudingen
-vormen
-schaduwen

Slide 28 - Tekstslide

zelfportret en face
  • Neem de portretfoto voor je
  • Teken op een wit A4 eerst de vorm van het hoofd zo groot mogelijk
  • Teken heel dun de symmetrie-as (verticale lijn door het midden)
  • Teken heel dun de hulplijnen voor ogen, neus, mond, oren, haarlijn
  • Als je de verdeling niet meer weet klik dan op de link van de volgende dia
  • Vanuit deze basis kun je de vormen in het gezicht gaan tekenen.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

uitwerken
  • Als je de vormen van gezicht, ogen, neus, mond en oren getekend hebt, gum je de hulplijnen uit.
  • dan ga je het haar, de nek en schouders tekenen.
  • Het haar bedekt een deel van de bovenkant van het hoofd.
  • De nek wordt meestal zichtbaar vanaf de mondlijn en de schouders lopen uit het tekenvel.

Slide 31 - Tekstslide

schaduwen
  • Als het gezicht herkenbaar is nagetekend, volgt het inkleuren van schaduwen. 
  • De lijnen van mond, neus en ogen verdwijnen dan grotendeels door de gebruikte grijstonen of kleuren.
  • Je mag zelf kiezen of je het portret met kleurpotlood of met grijstinten (HB en 2B potlood) inkleurt
  • Kies je voor kleurpotlood, meng dan kleuren voor een realistisch resultaat. 

Slide 32 - Tekstslide