24-11-22 Rectale toedieningsvormen

Rectale toedieningsvormen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Rectale toedieningsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop mee
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt respect voor jouw medestudenten en docent
- Er wordt niet gegeten of gedronken in het lokaal
anders pas ik even op je telefoon 

Slide 2 - Tekstslide

De gouden regels 

Slide 3 - Tekstslide

Welke vragen heb jij nog naar aanleiding van de kennistest?
Deze periode weer aandacht voor een bereidingswijze. Waar heb jij behoefte aan? Wat heb je nodig om je dit eigen te maken?
KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
KD = Kwalificatiedossier

Slide 4 - Tekstslide

Voor welke kerntaak zijn wij aan het leren?
Programma & lesdoelen

  • Uitleg over het bereiden van zetpillen
  • Theorie toepassen op casus
  • Lesevaluatie

Lesdoelen
- Ik weet op welke wijze zetpillen gemaakt worden
- Ik weet welke basis- en hulpstoffen gebruikt worden bij het bereiden van zetpillen
- Ik weet welke in-procescontroles en hoe je de eindcontroles dient uit te voeren
- Ik kan een recept op juiste wijze aflezen

 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hfst. 5 - Rectale toedieningsvormen

Hfst. 10 - Rectale toedieningsvormen

Slide 6 - Tekstslide

Let op: het boek staat vrij onderaan in de lijst. 
Welke rectale toedieningsvormen ken je

Slide 7 - Woordweb

Zetpillen
Klysma
Microklysma, 

Bereiden + berekenen + controleren
Zetpillen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Latijnse benaming voor zetpil is

Slide 9 - Woordweb

suppositorium = zetpil
suppositoria = zetpillen
Wat is een zetpil?
Een zetpil is een torpedovormige of kegelvormige toedieningsvorm met een gewicht van 1 tot 3 gram die via de anus (rectaal) ingebracht wordt.

Slide 10 - Tekstslide

PS dit zijn niet alleen zetpillen, maar ook een vaginale ovule.
Heeft een zetpil een lokale of systemische werking ?
Lokale werking
Systemische werking
Zowel lokaal als systemisch

Slide 11 - Poll

Systemische en lokaal.
Bijv. Lokale werking-> ZnO voor aambeien.
Paracetamol is systemisch
Wanneer wordt er gekozen voor een rectale toedieningsvorm?

Slide 12 - Open vraag

Zie volgende slide
Hoe vaak kom jij een zetpil tegen in de praktijk? Alleen van de fabrikant of ook wel van de bereidingsapotheek?
Zetpillen = suppositoria
Wanneer worden rectale toedieningsvormen gebruikt?

  • als de patiënt slecht of niet kan slikken
  • als de patiënt misselijk is of moet braken
  • als het rectum plaatselijk behandeld moet worden

Slide 13 - Tekstslide

Slecht slikken→ kinderen of volwassenen evt. met verminderde bewustzijn.
Voordelen: geen bezwaren, maagklachten zijn wel mogelijk door systemische werking. Geen lever passage, firstpasseffect.

 

Wat zijn de nadelen van een zetpil?

Slide 14 - Open vraag

Nadelen: wisselende opname (100% tot 0%), daardoor hoge dosering (50%) en kan op overdosering bij wel goede opname. Lastig inbrengen. 

Slide 15 - Tekstslide

We gaan hier straks mee rekenen. Iedere zetpil zijn eigen vulwaarde. Je hebt ook hier te maken met verlies. 
Zoek ze op in het praktijklokaal.
Waar op de KNMP kennisbank kun je de basishandelingen vinden?
A
FNA
B
LNA-onderzoeksvoorschriften
C
LNA- procedures bereiding
D
LNA- procedures productzorg

Slide 16 - Quizvraag

Kijk op KNMP Kennisbank, welke informatie is er te vinden?
Lees t/m 1.3 en zoek de vergelijking/verschil met de bereiding van capsules. 
-Ga zo mogelijk uit van een standaardvoorschrift, bijvoorbeeld van een vergelijkbaar preparaat.
-Ga uit van grondstoffen met de vereiste primaire deeltjesgrootte: <180 µm. Indien dit niet mogelijk is moeten de deeltjes verkleind worden bij de bereiding


Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Op welke wijze dien je een zetpil in te brengen?

Slide 18 - Open vraag

Eerst wc, handen wassen, goed afdrogen, denk om hygiëne. 
tip doop punt in water of sla-olie. 
blijf 5-10 min liggen. Billen bij elkaar, benen strekken. 
Na inbrengen aandrang voelen om naar de wc te gaan, probeer hier niet aan toe te geven, tijd nodig om te smelten en opgenomen te worden. Binnen 10 toch wc opnieuw inbrengen. 

Slide 19 - Link

Hoe leg jij dit de patiënt uit? 
Verwijs jij de patiënt ook naar deze site?

Slide 20 - Tekstslide

"Schiet het zijn doel voorbij"
Zetpilinstructie via Apotheek.nl. De zetpil tot zo’n 2 cm in de anus inbrengen, bij kinderen tot 1 cm. Het rectum is goed doorbloed, daar dus de beste opname.
Orale inname heeft de voorkeur ivm onzekere en onregelmatige opnamen van het gnm.

Slide 21 - Video

Daarom belangrijk om goed uitleg te geven over de toedieningsvorm.
Ook al denk je dat patiënt het wel weet of vind je het lastig om dit uit te leggen.

Slide 22 - Tekstslide

Werkzame bestanddelen worden gemengd met hard vet. 
Basis + gnm. 
Hard vet laten smelten, goede verdeling voor gelijkmatige opname. 
Kleine deeltesgrootte van gnm nodig. 


Slide 23 - Tekstslide

Bij voorkeur niet opnieuw verwarmen.
Geen klontjes zichtbaar.
Mortier mag niet leeg geschrapt worden, alleen uitschenken.
Schoonschrappen van de strip, gestold maar niet uitgehard.


Smelt bij hogere temperatuur. 
Hygroscopisch, dus bewaren in gesloten vat.

Slide 24 - Tekstslide

Lipofiel: de basis smelt bij lichaamstempt. na smelten komt gnm vrij.
Hydrofiel: de basis lost op in het vocht dat de rectum afscheidt, gnm komt vrij na oplossen.
Hydrofiel: de basisverdeling is één om twee (hoe hoger het getal, hoe vaster de basis). Het smelttraject is hoger dan die van de lipofiele basis, daarom geschikt voor warme landen. De hydrofiele basis is wel hygroscopisch, daarom bij voorkeur uitschenken met spuitflesmethode.

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer het gnm niet oplost, dan goed opletten dat de viscositeit zo is dat de zetpillen niet uitzakken. Dit wordt ook wel een suspensiezetpil genoemd.
Gnm opgelost dan is het dus een oplossing en kan deze niet uitzakken.
Gnm kan ook vloeistof zijn, dan onstaat er een emulsie, fijne verdeling van vloeistof in een andere vloeistof. Bijv Valproïnezuur = anti-epilepticum
Dispergeren betekent?

Slide 26 - Open vraag

Homogeen verdelen/ mengen
Hoe verdeel je het geneesmiddel homogeen door het vet?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hulpstoffen 
- Miglyol 812:  verlaagt het smeltpunt van de zetpil, zodat ze in het lichaam snel zacht worden. Bijv. zinkoxide zetpillen
- Colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil) : wordt toegevoegd om agglomeraten (klontjes) fijn te wrijven → homogeen (1% van gnm)                 
- Lactose (180):  100 mg lactose/zetpil toevoegen wanneer er ≤50 mg/supp aan werkzame stof in zit. 
- Sojalecithine:   wordt toegevoegd bij bereidingen van zetpillen met grote hoeveelheden vaste stof (bijv. paracetamol 750 mg of meer) om het gietbaar te houden. Beïnvloed het stollingsproces niet noemenswaardig. 
Volgens KNMP Kennisbank geen andere hulpstoffen toevoegen. 
Ook  tabletten en dragees fijngewreven worden ontraden. 

Slide 28 - Tekstslide

Hulpstoffen om de kwaliteit van de zetpil te verbeteren of de bereiding te vergemakkelijken.
Miglyol bij ZnO gebruikt zodat de aambei smelt en er een beschermende zalflaag ontstaat. Kan ook toegevoegd worden bij terminale patiënten met een verlaagde lichaamstemperatuur. 
watervrij colloïdaal siliciumdioxide (Aerosil 200 V®, de verdichte vorm), met een maximum van 1% van het farmacon. 
Lactose toevoegen voor een mooie goede verdeling van vaste stof met de basis .
 Zinkoxide zetpillen -> 
werken licht indrogend en stillen de jeuk. Worden gebruikt bij jeuk en irritatie aan de anus door aambeien

Aerosil ->
ColloIdaal Siliciumoxide (ook gebruikt als "glijmiddel" bij capsules 

Sojalecithine ->
Meestal 2% toevoegen aan totaal poedermengsel, dit beïnvloed het stollingsproces niet! 
Welke hulpstoffen zijn we ook bij capsules tegen gekomen?
A
Colloïdaal siliciumdioxide
B
Lactose (180)
C
Miglyol 812
D
Sojalecithine

Slide 29 - Quizvraag

ant. A: om de stromingseigenschappen te verbeteren, zorgt dat de stof minder statisch wordt. 
Ant. B: wanneer een capsule opgelost dient te worden. 
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?
Wat ging er mis bij het bereiden van de onderste strip zetpillen?

Slide 30 - Tekstslide

Lees op de kennisbank 2.2 en 2.4 + 2.5
Probeer het antwoord te vinden/bedenken. 
Niet goed homogeen gehouden tijdens uitschenken. 

KNMP Kennisbank 
- Mortiermethode: roer telkens nadat 2-3 zetpillen zijn gegoten en controleer op homogeniteit.
- Spuitflesmethode: vul telkens 2-3 zetpillen uit en zwenk tweemaal om. Vul de vormen net overvol.
Zou jij in dit bad stappen?

(de temperatuur is precies goed)
Ja, heerlijk
nee, want...

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vulwaarde -Overmaat -Verdringingsfactor
  • Vulwaarde = vulgewicht = hoeveelheid zetpilbasis per geheel gevulde zetpilvorm. (1,15ml / 2,3ml / 2,8ml)

  • Overmaat = extra aantal zetpillen berekenen → ivm verlies, gieten met kop, laatste twee zetpillen verwerpen.

  • Verdringingsfactor = een factor dat aangeeft hoeveel gram zetpilbasis verdrongen wordt door 1 gram gnm.  (Zie kennisbank voor tabel.) 

  • Verdringingswaarde = de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.  
    →  Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 32 - Tekstslide

Bereidingswijze, zoveel mogelijk uitgaan van gestandaardiseerde protocollen FNA. 
Is er een vergelijkbaar protocol, beetje aanpassen. Let op of gnm geschikt is voor rectale toediening. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan zetpilberekening
  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Morfine HCl 55 mg da 7 stuks
 m.f.l.a. supp
  s. 1 dd 1

1 . 2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
2f = 0,65 (KNMP Kennisbank)
3. gnm x verdringingsfactor → 55 mg x 0,65 =35,75
je hebt nu berekent de hoeveelheid vet die er niet in past. Veel gemaakte fout is dat dit getal wordt vermenigvuldigt met aantal benodigde zetpillen.
4. 7 plus overmaat dus 10 zetpillen ga je maken.
Berekenen van de benodigde hoeveelheden: 10 x 55 mg= 550 mg (0,55 g) 
2070 mg - 35,75 = 2034,25 mg vet per zetpil x 10= 20342,5 mg = 20,34 g 

Slide 36 - Tekstslide

Dit ga je bij FAR verder oefenen. 
Zelf aan de slag

  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1


Antwoorden op de volgende slide, 
uitleg en oefenen in boek Farmaceutisch rekenen (Hfst.7.1)

Slide 37 - Tekstslide

Berekening:
Berekening lastig met 2 stoffen. 
2,3 ml = 2,07 g = 2070 mg
f= verdringingswaarde zie tabel → 2 grondstoffen:
Bisacodyl → 0,65 en lactose → 0,60
gnm x factor → bisacodyl 15 mg x 0,65 = 9,75 mg
lactose 100 mg x 0,60 = 60 mg
2070mg - 9,75mg - 60 mg= 2000,25 mg vet per zetpil
12 + 6 = 18 zetpillen gaan we maken.
15 mg bisacodyl x 18 = 270 mg
100mg lactose x 18 = 1800 mg = 1, 8 g
2000,25 mg = 2,00 g x 18 = 36, 00 g witepsol (36, 0045)


Zelf aan de slag

  1. Wat is de vulwaarde ?
  2. Wat is de verdringingsfactor van het gnm ?
  3. Wat is de verdringingswaarde ?
  4. Hoeveel zetpillen inclusief overmaat ga je maken ?
Bij voorkeur per zetpil uitrekenen (in mg)

R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1
1. Je gebruikt (meestal) 2,3 ml zetpilvorm, deze heeft een vulwaarde van 2,07 g = 2070 mg per zetpil
2. Verdringsfactor van bisacodyl is 0,65 en van lactose 0,60 Je voegt lactose toe omdat er minder dan 50 mg 
3. Bisacodyl verdringt 15 mg x 0,65 = 9,75 mg    Lactose verdringt 100 mg x 0,60 = 60 mg
    2070 mg -9,75 mg -60 mg = 2000,25 mg witepsol nodig voor 1 zetpil. 
4. 12 + 6 overmaat gaat berekenen voor 18 stuks. 
Bisacodyl 15 mg x 18 stuks = 270 mg
Lactose 100 mg x 18 = 1800 mg = 1,8 g
 Witepsol 2000,25 x 18 = 36004,5 mg = 36,00 g kan ook 2000,25 mg = 2,00 g x 18 = 36 g

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees op de KNMP Kennisbank het stuk over de "eindcontroles". Maak voor jezelf een korte samenvatting met de belangrijkste punten

Slide 39 - Open vraag

Weeg volle strip, trek gewicht lege strip eraf, deel door het aantal zetpillen van de strip. Je berekent dan het praktisch gemiddeld gewicht per zetpil. 
Daarna P-T=/Tx100%

Slide 40 - Tekstslide

Uiterlijk zetpil: geen barstjes of kleurverschil, niet uitgezakt, poeder in de punt van de zetpil. 
Kwaliteitscontrole berekend
Na het bereiden van deze zetpillen heb je een volle strip met 12 zetpillen. 
Deze volle strip weegt  25,95 gram
Een lege strip van 12 weegt 1,33 gram

Hoe bereken je het theoretisch gewicht?
Wat is het praktisch gewicht?




R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1


Kun je deze zetpillen afleveren of tocht niet ? 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteitscontrole berekend
Deze volle strip weegt  25,95 gram
Een lege strip van 12 weegt 1,33 gram
         Hoe bereken je het theoretisch gewicht?
         Wat is het praktisch gewicht?





Lees goed in de opdracht of het praktisch gewicht al de inhoud van de strip bevat of niet. 
R/ Bisacodyl 15 mg no. 12
 m.f.l.a supp.
s. 1dd1


Kun je deze zetpillen afleveren of tocht niet ? 
Theoretisch gewicht. Tel alle gewichten bij elkaar op            15 mg bisacodyl + 100 mg lactose + 2000,25 mg vet
Praktisch gewicht. Volle strip - lege strip ÷ aantal van de strip            25,95 - 1,33 = 24,62 ÷ 12= 2,051667 g =2051,67 mg per zetpil

2051,67 mg - 2115,25 mg= ÷ 2115,25 x 100% = -3,0057%

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke lipofiele vetbasis gebruik je bij het maken van zetpillen ?
A
Macrogol
B
Miglyol 812
C
Sojalecethine
D
Witepsol

Slide 43 - Quizvraag

Mengsel van macrogolen is de hydrofiele basis. 
Hydrofiel: de basisverdeling is één om twee (hoe hoger het getal, hoe vaster de basis). Het smelttraject is hoger dan die van de lipofiele basis, daarom geschikt voor warme landen. De hydrofiele basis is wel hygroscopisch, daarom bij voorkeur uitschenken met spuitflesmethode.
Wat is de verdringingswaarde van een zetpil ?
A
Hoeveelheid extra zetpillen dat berekent wordt ivm verlies
B
Hoeveel gram zetpilbasis er wordt verdrongen door 1 gram gnm
C
Hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.
D
Hoeveelheid zetpilbasis per geheel gevulde zetpilvorm

Slide 44 - Quizvraag

Verdringingswaarde: de hoeveelheid zetpilbasis die verdrongen wordt door de benodigde hoeveelheid gnm per zetpil.
    → Verdringingswaarde = hoeveelheid geneesmiddel × verdringingsfactor

Slide 45 - Link

Kan je een bereidingsvoorschrift van zetpillen vinden?
FNA heeft de voorkeur

Slide 46 - Tekstslide

Je dient vooral een FNA voorschrift te kunnen lezen, aangezien zetpillen niet meer bereid worden in de openbare apotheek. 


FNA voorschrift
1. Morfine HCL; Fijnwrijven met een overmaat en daarna afwegen.
2. Lactose; bij  50mg of minder werkzame stof per zetpil. Om per zetpil voldoende vaste stof t.o.v. het vet te krijgen.
3. Adeps solidus = (hard vet) = Witepsol is de zetpilbasis

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies