4B H2 Schrijven - brieven en e-mails

2.2 brieven en e-mails
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.2 brieven en e-mails

Slide 1 - Tekstslide

In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan het schrijven van:


  • zakelijke e-mails en brieven;
  • artikelen;
  • verslagen.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijfvaardigheid in het examen
  • In het Centraal Digitaal Examen (CDE) moet je vaak een zakelijke e-mail of artikel schrijven n.a.v. een van de leesteksten.
  • In het Schoolexamen (SE) krijg je drie schrijfopdrachten: zakelijke e-mail, artikel en verslag.

Slide 3 - Tekstslide

2.2 e-mails en brieven
Wat weet je nog over de opbouw?

Slide 4 - Tekstslide

Je vertelt wat je van de lezer verwacht in ...
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot

Slide 5 - Quizvraag

Je vertelt waarom je de brief of e-mail schrijft in ...
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot

Slide 6 - Quizvraag

Je geeft uitleg, voorbeelden of argumenten in ...
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot

Slide 7 - Quizvraag

formeel taalgebruik
informeel taalgebruik
Netjes. Bijvoorbeeld: "U heeft aangegeven dat u een nieuw wachtwoord wilt instellen voor uw e-mail."
Zoals je praat met bijvoorbeeld je vrienden, op school of in WhatsApp of Snap.

Slide 8 - Sleepvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 9 - Quizvraag

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 10 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 11 - Tekstslide

Je schrijft een zakelijke e-mail aan thomas van der boom. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 12 - Open vraag

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 13 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 14 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 15 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 16 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 3 t/m 6 + 8 (p. 54- 60)

Waar is dit gedichtje te zien?

Slide 18 - Tekstslide

Signaalwoorden en tekstverbanden herkennen (p. 61)

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 9 (p. 61)
  • Lees tekst 9 'Waarom ik toch steeds weer The Voice kijk'.
  • Kies het juiste signaalwoord in de tekst.
  • Noteer elk signaalwoord één keer in de tabel. Zet het tekstverband erachter.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 10 (p. 62)
Maak de zin op een goede manier af.
a. Kaartjes voor concerten zijn altijd snel uitverkocht, ik heb echter ...
b. De treinen hebben vaak vertraging. Daarom ...
c. De camping was saai, vol en het was er vies. Kortom, ...
d. Er is vannacht veel sneeuw gevallen. Hierdoor ...
e. Na school sport ik veel en daarnaast ..
f. Ik ga een technische opleiding doen, want vakken zoals ...

Slide 21 - Tekstslide

13d)  Herschrijf de volgende tekst voor een e-mail aan de   klantenservice van je telefoonprovider.
Nou heb ik hem vorige week opnieuw besteld zoals dat mens aan de telefoon zei, maar nou heb ik hem nog niet. Hoe lang moet ik nog wachten op mijn telefoon? Op de site staat
dat ’ie binnen een week geleverd wordt, nou mooi niet. De pot op met die verzendkosten, die betalen jullie maar lekker zelf.

Slide 22 - Tekstslide

schrijftaak (p. 65)
Je gaat een zakelijk e-mail schrijven.
1. Lees tekst 10 nauwkeurig.
2. Lees de opdracht bij oefening 14
3. Vul het schema in bij 15
4. Schrijf nu je e-mail bij 16

Slide 23 - Tekstslide

Jouw school bestaat ook 100 jaar. In de feestweek zijn er activiteiten. Voor elke activiteit is er een commissie die de activiteit organiseert. Jij zit in de commissie voor de sportactiviteit. Jullie willen een mega-workshop organiseren op het sportveld. Deze workshop willen jullie laten leiden door oud-leerlingen die inmiddels bekende topsporters zijn. Door wie wil jij de workshop laten Je gaat die topsporter een e-mail schrijven bij stap 3. Verzin zelf het adres.

Slide 24 - Tekstslide

Besteed in je e-mail aandacht aan de volgende punten:
  • jezelf voorstellen met naam, leeftijd en school;
  • het 100-jarig bestaan en de feestweek;
  • de aanleiding voor jouw vraag: waarom juist deze sporter;
  • wensen voor de workshop;
  • datum en tijdstip van de workshop;
  • duur van de workshop en aantal deelnemers (veel);
  • verzoek om snelle reactie.

Slide 25 - Tekstslide