Literatuur, wat moet er in de presentatie?

Boekpresentaties
Wie heeft het boek al uit?

  • Volgende week beginnen de eerste presentaties.
  • Kijk goed in Teams wanneer je aan de beurt bent. 
  • Begin op tijd met het maken van je presentatie!
Waarom een boekpresentatie?
De leerdoelen:
- Een boek kunnen kiezen dat je leuk/spannend/interessant/mooi lijkt
- Jeugdliteratuur lezen
- Een presentatie kunnen maken (bijvoorbeeld in PowerPoint of Prezi)
- Samenwerken
- Voor de klas kunnen presenteren
- In een goedlopend verhaal kunnen vertellen wat je over het boek weet

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Boekpresentaties
Wie heeft het boek al uit?

  • Volgende week beginnen de eerste presentaties.
  • Kijk goed in Teams wanneer je aan de beurt bent. 
  • Begin op tijd met het maken van je presentatie!
Waarom een boekpresentatie?
De leerdoelen:
- Een boek kunnen kiezen dat je leuk/spannend/interessant/mooi lijkt
- Jeugdliteratuur lezen
- Een presentatie kunnen maken (bijvoorbeeld in PowerPoint of Prezi)
- Samenwerken
- Voor de klas kunnen presenteren
- In een goedlopend verhaal kunnen vertellen wat je over het boek weet

Slide 1 - Tekstslide

Literaire begrippen
Poëzie en fictie, vanaf blz. 218:
  • perspectief
  • karaktereigenschap
  • uiterlijke kenmerken
  • ik-vorm
  • hij/zij-vorm
  • wisselend perspectief




Slide 2 - Tekstslide

In je presentatie:
Extra punten?
Verwerk dan deze literaire begrippen in je presentatie:
  • perspectief
  • karaktereigenschap
  • uiterlijke kenmerken
  • ik-vorm
  • hij/zij-vorm
  • wisselend perspectief

Slide 3 - Tekstslide

Poëzie en fictie
D Vrienden. blz. 224
Maken:
  • opdr 2, 3 en 4 over ik-vorm, hij/zij-vorm
  • opdr 5, 6 over wisselend perspectief





Slide 4 - Tekstslide

Poëzie en fictie
C Familie, blz. 218
Maken:
opdracht 3 en 4 
over perspectief, karaktereigenschap 
en uiterlijke kenmerken



Slide 5 - Tekstslide

Poëzie en fictie
C Familie, blz. 218
Antwoorden opdracht 3 en 4 



Slide 6 - Tekstslide

Poëzie en fictie
D Vrienden. blz. 224
Antwoorden:
  • opdr 2, 3 en 4 over ik-vorm, hij/zij-vorm
  • opdr 5, 6 over wisselend perspectief





Slide 7 - Tekstslide

In je presentatie:
Besteed veel tijd aan de uitleg en onderbouwing van je mening! 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide