In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Dichtheid
Nodig:
Werkboek, Tekstboek, Schrift, Rekenmachine & Etui
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Dichtheid
In deze les gaan we eerst even naar een demo
Daarna gaan we beginnen aan massa
Dan volume en uiteindelijk dichtheid:
Slide 3 - Tekstslide
Werken met regelmatige en onregelmatige voorwerpen
Slide 4 - Tekstslide
Tot zover de voorkennis...
Nu gaan we beginnen met de stof over zinken, zweven en drijven.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze coctail kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken.
Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen.
Slide 7 - Tekstslide
welke vloeistof blijft op een andere vloeistof drijven?
A
de vloeistof met een grotere dichtheid drijft op die met een kleinere dichtheid
B
de vloeistof met een kleinere dichtheid drijft op die met een grotere dichtheid
Slide 8 - Quizvraag
Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.
Slide 9 - Tekstslide
Massa
De massa is een maat voor de hoeveelheid van een stof. We kunnen de massa meten met een weegschaal.
De eenheid voor massa is kilogram (kg) of gram (g)....
De grootheid is dan de massa.
Het symbool van massa is ' m '.
Slide 10 - Tekstslide
Massa omrekenen
t = ton
kg = kilogram
g = gram
mg = milligram
1 ton = 1000 kg
1 kg = 1000 g
1 g = 1000 mg
Handig om te noteren
Slide 11 - Tekstslide
Bereken de massa in kg van een voorwerp met een massa van 55 gram
A
55 000 kg
B
5,5 kg
C
0,055 kg
D
0,000055kg
Slide 12 - Quizvraag
Volume
Slide 13 - Tekstslide
Aflezen van een maatcilinder
1: RECHT ervoor
2: Laagste punt aflezen
(niet de randjes dus!)
Slide 14 - Tekstslide
Volume
Berekenen door: l x b x h
of door onderdompelmethode
Slide 15 - Tekstslide
Volume
Volume berekenen
volume = lengte x breedte x hoogte
Slide 16 - Tekstslide
Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode
volume eind - volume begin = volume van voorwerp
Slide 17 - Tekstslide
Wat is het volume?
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3
Slide 18 - Quizvraag
Dichtheid berekenen
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.
ρ= ?
m = 324 g
V = 4 x 3 x 10 = 120 cm3
ρ = m:V =
ρ= 324 : 120 =
ρ= 2,70 g/cm3
Dit is dus waarschijnlijk aluminium
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Proefkonijnen
De proefkonijnen gaan kijken hoe drijfzand werkt.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
opgave
19,20,23 en 24
Slide 24 - Tekstslide
Oefenopdrachten
Hierna vind je een aantal oefenopdrachten voor dichtheid.
Slide 25 - Tekstslide
GGO
Jantje koopt een gouden ketting en wilt weten of de ketting van echt goud is. Hij weegt de ketting en deze heeft een massa van 116 gram. Via de onderdompelingmethode heeft hij bepaald dat het volume 6 cm3 is. Formule m = V • ρ V = m / ρ ρ = m / V
Slide 26 - Tekstslide
Vragen
a) Beredeneer welke voorwerpen van dezelfde stof kunnen zijn.
b) Toon aan of een of meerdere voorwerpen van zilver zijn.