zelfstandig naamwoord

Het zelfstandig naamwoord is het woord waar je
de, het , een voor kan zetten.

Het meisje loopt naar boven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Het zelfstandig naamwoord is het woord waar je
de, het , een voor kan zetten.

Het meisje loopt naar boven

Slide 1 - Tekstslide

Hij liep een heel eind.
A
Hij
B
een
C
heel
D
eind

Slide 2 - Quizvraag

Zij zongen een vrolijk lied.
A
zongen
B
Zij
C
lied
D
vrolijk

Slide 3 - Quizvraag

Hij bakt twaalf gebakjes.
A
Hij
B
bakt
C
twaalf
D
gebakjes

Slide 4 - Quizvraag

Zij gaven mooie kleding.
A
kleding
B
Zij
C
gaven
D
mooie

Slide 5 - Quizvraag

Jij fietste tien minuten.
A
Jij
B
minuten
C
fietste
D
tien

Slide 6 - Quizvraag

Hij maakte lekker eten.
A
lekker
B
Hij
C
eten
D
maakte

Slide 7 - Quizvraag

Zij verkochten hun versleten bank.
A
verkochten
B
versleten
C
hun
D
bank

Slide 8 - Quizvraag

Mijn lieve kat at drie snoepjes op.
A
Mijn - snoepjes
B
kat - snoepjes
C
lieve - kat
D
drie - op

Slide 9 - Quizvraag

Theo bouwde de website met flash.
A
website
B
bouwde
C
Theo
D
flash

Slide 10 - Quizvraag