Grammatica: pv-wg-ow
1 / 21
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Mijn lieve moeder bakt lekkere taarten.
Mijn lieve moeder bakt lekkere taarten.
A
moeder
B
bakt
C
mijn lieve moeder
D
taarten
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
Mijn lieve moeder bakt lekkere taarten.
Mijn lieve moeder bakt lekkere taarten.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
A
gisteren
B
gebakken
C
heeft
D
taart
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde van deze zin?
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
Slide 10 - Open vraag
Schrijf het werkwoordelijk gezegde op.
De melk is niet te drinken.
De melk is niet te drinken.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het onderwerp?
In de bijsluiter staan bijwerkingen genoemd.
In de bijsluiter staan bijwerkingen genoemd.
A
in de bijsluiter
B
bijsluiter
C
bijwerkingen
D
staan genoemd
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De koning leest aan heel het land de troonrede voor.
De koning leest aan heel het land de troonrede voor.
A
leest
B
de koning
C
leest voor
D
leest de troonrede voor
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De juf gaf de kinderen een afscheidscadeautje.
De juf gaf de kinderen een afscheidscadeautje.
A
een afscheidscadeautje
B
de kinderen
C
gaf
D
de juf
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het wg in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het ow in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.
Slide 17 - Open vraag
Wat is het wg in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.
Slide 18 - Open vraag
Wat is het ow in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.
Slide 19 - Open vraag
Wat is het wg in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
Slide 20 - Open vraag
Wat is het ow in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.
