WI K2 H: 8.2

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

24a. Welke driehoek is een vergroting van driehoek ABC?
A
driehoek PQR
B
driehoek KLM
C
driehoek DEF

Slide 6 - Quizvraag

24b. Bereken de vergrotingsfactor.

Slide 7 - Open vraag

24c. Waarom zijn de andere driehoeken geen vergroting?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Wat houdt een gelijkvormige driehoek in?
Twee driehoeken zijn gelijkvormig als:

  • de overeenkomstige hoeken dezelfde grootte hebben. Twee is al genoeg, omdat de derde altijd 180° moet maken.
of
  • de overeenkomstige zijden dezelfde vergrotingsfactor hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

25a. Welke hoek is even groot als hoek B?
A
hoek R
B
hoek P
C
hoek Q

Slide 13 - Quizvraag

25b. Welke andere hoeken zijn ook gelijk?

Slide 14 - Open vraag

25c. Van welke zijde is PQ een vergroting?
A
van zijde AB
B
van zijde BC
C
van zijde AC

Slide 15 - Quizvraag

25d. Van welke zijde is RP een vergroting?
A
van zijde AB
B
van zijde BC
C
van zijde AC

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

28a. Welke hoek van driehoek ACE is even groot als hoek B1?
A
hoek A
B
hoek C
C
hoek E

Slide 18 - Quizvraag

28b. En welke hoek van driehoek ACE is even groot als hoek C van driehoek BCD?
A
hoek A
B
hoek C
C
hoek E

Slide 19 - Quizvraag

28c. De twee driehoeken zijn gelijkvormig. Vul in: driehoek BCD ~ driehoek ....

Slide 20 - Open vraag

28d. Welke zijde is een vergroting van zijde BD?

Slide 21 - Open vraag

28e. Welke vergrotingsfactor is gebruikt?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

29a. Vul in: hoek A = hoek... , hoek B = hoek... ,
hoek C = hoek ... ,

Slide 29 - Open vraag

29b. Vul de tabel in het werkboek verder in. 

Slide 30 - Tekstslide

antwoord 29c.

Slide 31 - Tekstslide

29 c. Bereken de vergrotingsfactor.

Slide 32 - Open vraag

29 d. Bereken de lengte van de zijden DE en EF.

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide