Stap voor stap wentelteefjes maken

Stap voor stap wentelteefjes maken

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je de stappen voor het maken van wentelteefjes opnoemen en kun je zelfstandig wentelteefjes maken.

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Wat weet jij al over het maken van wentelteefjes?

Ingrediënten

Voor het maken van wentelteefjes heb je de volgende ingrediënten nodig: 2 boterhammen, 1 ei, 2 eetlepels melk, kaneel en zout en boter.

Toon de ingrediënten aan de leerlingen en bespreek waarom elk ingrediënt nodig is.

Benodigdheden

Voor het maken van wentelteefjes heb je een koekenpan, spatel, diep bord en vork nodig.

Laat de benodigdheden zien en bespreek waarom elk item nodig is.

Stap 1: Ei en melk mengen

Klop 1 ei en 2 eetlepels melk in een diep bord. Voeg een snufje zout en een snufje kaneel toe.

Laat de leerlingen zien hoe je het ei en de melk moet mengen en bespreek waarom zout en kaneel worden toegevoegd.

Stap 2: Boterhammen in het mengsel dippen

Dompel 2 boterhammen in het ei en melk mengsel en zorg ervoor dat ze helemaal bedekt zijn. Draai ze ook een keer om in het mengsel.

Laat de leerlingen zien hoe ze de boterhammen in het mengsel moeten dippen en bespreek waarom dit nodig is.

Stap 3: Bakken in de pan

Verhit een klontje boter in de koekenpan en leg de boterhammen in de pan. Bak de boterhammen tot ze goudbruin zijn. Zet je vuur niet te hoog, dan brand het aan!

Laat de leerlingen zien hoe ze de boterhammen in de pan moeten bakken en bespreek waarom boter wordt gebruikt.

Stap 4: Omdraaien en bakken

Gebruik de spatel om de boterhammen om te draaien en bak de andere kant tot deze goudbruin is.

Laat de leerlingen zien hoe ze de boterhammen moeten omdraaien en bespreek waarom dit nodig is.

Stap 5: Serveren en genieten

Haal de wentelteefjes uit de pan en serveer ze op een bord. Voeg eventueel wat suiker of stroop toe.

Laat de leerlingen zien hoe ze de wentelteefjes moeten serveren en bespreek enkele opties voor toppings.

Als je het hebt opgegeten ga je afwassen en laat je je werkplek netjes achter.