Oefentoets Seksualiteit en Voortplanting

Voortplanting
Oefentoets
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Voortplanting
Oefentoets

Slide 1 - Tekstslide



Wanneer noem je handelingen seksueel misbruik?
Seksualiteit

Slide 2 - Open vraag



In de puberteit krijgen meisjes borsten. Dat wordt veroorzaakt door een hormoon.
Welk orgaan produceert dit hormoon?

Puberteit
A
de baarmoeder
B
de eierstokken
C
de eileiders
D
de hypofyse

Slide 3 - Quizvraag




De afbeelding toont een schematische doorsnede van
een deel van de voortplantingsorganen van een man

Welke stoffen worden er afgevoerd in de richting van de pijl?

Voortplantingsorganen van een man
A
alleen hormonen
B
alleen sperma
C
alleen urine
D
urine en sperma

Slide 4 - Quizvraag



Tijdens de bevalling gaan de weeën over in persweeën.
Hoe heet de fase waarin de persweeën beginnen?
De bevalling

Slide 5 - Open vraag

De afbeelding toont de dikte van het
baarmoederslijmvlies van Deniz gedurende een menstruatiecyclus
Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 6 - Tekstslide


– Op welke dag ontstaat het gele lichaam waarschijnlijk? Kies een dag die is aangegeven op de x-as.
– Wat gebeurt er na deze dag met de concentratie van het hormoon progesteron in het bloed?
Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 7 - Open vraag

Deniz is zwanger geworden. Haar man
heeft een broertje met het syndroom van Down. Ze laten daarom een onderzoek
uitvoeren, de NIPT-test, om te weten of het embryo ook het syndroom van Down
heeft. Bij de NIPT-test wordt bloed afgenomen van de moeder. Hierin zitten ook
cellen van het embryo. Het syndroom van Down wordt veroorzaakt door een extra
chromosoom. 

Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 8 - Tekstslide



Welke eigenschappen moeten de cellen van het embryo hebben om geschikt te zijn voor het onderzoek?
Zwangerschap en de NIPT-test 
A
De cellen moeten alle chromosomen bevatten.
B
De cellen moeten haploïd zijn.
C
De cellen moeten stamcellen van het embryo zijn.

Slide 9 - Quizvraag



Progesteron is een belangrijk hormoon tijdens de zwangerschap.
Welk orgaan reageert direct of welke organen reageren direct op een verandering van de concentratie progesteron in het bloed?

Zwangerschap en de NIPT-test 
A
alleen de baarmoeder
B
alleen de eierstokken
C
de baarmoeder en de eierstokken

Slide 10 - Quizvraag

Gedurende Deniz’ zwangerschap worden de
hoeveelheden oestrogeen en progesteron bepaald, die in het lichaam van Deniz
per etmaal aan het bloed worden afgegeven. De resultaten zijn weergegeven in de
grafiek hiernaast.

Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 11 - Tekstslide

Dit diagram is een weergave van de hormoonafgifte van een zwangerschap die normaal verloopt. In het diagram is te zien dat de hoeveelheid HCG tijdens de zwangerschap aanvankelijk toeneemt.

Een gedeelte van de celmassa waaruit Deniz’ baby groeit, maakt het hormoon HCG aan. Een vriendin van Deniz heeft een miskraam gehad. Na onderzoek blijkt dat er te weinig HCG werd geproduceerd.
Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 12 - Tekstslide



Leg uit waardoor het tekort aan HCG de miskraam heeft veroorzaakt
Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 13 - Open vraag



Noteer vier stoffen die door de vliezen in de placenta heen kunnen.
Zwangerschap en de NIPT-test 

Slide 14 - Open vraag



Vanaf hoeveel weken na de eerste dag van de laatste menstruatie van de moeder noem je een embryo een foetus?
Zwangerschap en de NIPT-test 
A
6 weken
B
10 weken
C
14 weken
D
18 weken

Slide 15 - Quizvraag

 In de vruchtbare periode van een vrouw rijpt er ongeveer iedere vier weken een follikel. Na de ovulatie blijft er een litteken achter in de eierstokken. Het aantal littekens in de eierstokken kan in individuele gevallen echter afwijken van het aantal dat je zou verwachten op basis van het aantal jaren dat de vrouw vruchtbaar is geweest.
Rijpende follikels

Slide 16 - Tekstslide




– Het aantal littekens kan kleiner zijn dan je zou verwachten. Geef hiervoor twee mogelijke oorzaken.

– Het aantal littekens kan groter zijn dan je zou verwachten. Geef hiervoor twee mogelijke oorzaken

Rijpende follikels

Slide 17 - Open vraag



In de tabel staat het aantal chromosomen per cel bij verschillende soorten organismen.

Hoeveel chromosomen bevat een zaadcel van een gorilla?


Chromosomen

Slide 18 - Open vraag



Een gaap of scheit is een kruising tussen een geit en een schaap.
Welk aantal chromosomen verwacht je in de cellen van een gaap aan te treffen? Leg je antwoord uit.


Chromosomen

Slide 19 - Open vraag

Als een vrouw verminderd vruchtbaar is, wordt er vaak voor ivf gekozen. Bij verminderde vruchtbaarheid van mannen kan ki een uitkomst zijn.
Drie oorzaken voor verminderde vruchtbaarheid bij mannen zijn:
1 blokkade van de zaadleiders;
2 te lage productie van zaadcellen door de teelballen;
3 te weinig goed bewegende zaadcellen.
Bij welke oorzaak of oorzaken is KI ook een mogelijke behandeling?
KI

Slide 20 - Open vraag

Bij de vorming van nieuwe cellen kunnen drie processen een rol spelen:

        1 meiose I

        2 meiose II

        3 mitose

De rechter afbeelding (B) is een schematische weergave van de chromosomen uit de kern van een cel. De cel waarvan de chromosomen zijn afgebeeld zal zich verder ontwikkelen tot een eicel.
Vorming van een eicel

Slide 21 - Tekstslide



Welk proces of welke processen zal deze cel nog geheel of gedeeltelijk doormaken voordat de vorming tot eicel is voltooid?
Vorming van een eicel
A
alleen meiose I en II
B
alleen meiose I en mitose
C
alleen meiose II
D
zowel meiose I, meiose II als mitose

Slide 22 - Quizvraag



Iemand beweert dat een man na een geslaagde sterilisatie minder baardgroei heeft.
Leg uit dat deze bewering niet juist is.
Geboorteregeling bij de man

Slide 23 - Open vraag

Australische onderzoekers meldden een verrassende doorbraak in het onderzoek naar de mannenpil (de mannenpil verhindert de aanmaak van zaadcellen).
De productie van zaadcellen wordt vanaf de puberteit aangedreven door de hypothalamus. Dit orgaan produceert GnRH, het hormoon dat de hypofyse aanzet tot het afgeven van gonadotrope hormonen. Deze hormonen zetten op hun beurt de zaadballen aan tot de productie van zaadcellen en testosteron.
Progesteron en oestrogeen hebben, net als testosteron, beide een remmende werking op de afgifte van GnRH. In deze mannenpil wordt progesteron gebruikt en geen oestradiol (een oestrogeen).
Geboorteregeling bij de man

Slide 24 - Tekstslide




Leg uit wat bij de mannenpil het nadeel van het gebruik van oestradiol zou zijn.

Geboorteregeling bij de man

Slide 25 - Open vraag