Proef SO 4.1 t/m 4.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Zet in de goede volgorde
A. Bezetting Ruhrgebied
B. Dawesplan
C. Inflatie in Duitsland
D. Verdrag van Locarno

1. C D B A
2. B C A D
3. C A B D
4. D C A B

Wat zijn de jaartallen van dit tijdvak van Wereldoorlogen?

1. 1900-2000
2. 1940-1945
3. 1900-1950
4. 1919-1939

Wat zijn de jaartallen die horen bij het Interbellum. (vul in: jaartal-jaartal)

Wat is de beste omschrijving van het begrip genocide

1. holocaust
2. vermoorden van ongewenste personen
3. massamoord
4. gepland uitroeien van een bevolkingsgroep / volkenmoord

Deze afbeeldingen gaan over:

1. Hyperinflatie
2. Staatsgreep
3. Demilitarisatie
4. Dolkstootlegende

Uit welke groep komt de dolkstootlegende?

1. leger
2. communisten
3. katholieken
4. conservatieven

Wat is de dolkstootlegende

1. Complottheorie dat de Duitsers de oorlog niet hadden verloren als ze door hadden gevochten
2. Complottheorie dat de Duitse legerleiding ontvoerd was door de Fransen
3. Complottheorie dat de Duitse ministers de vrede sloten zonder overleg met de legerleiding
4. Complottheorie dat de Duitse legerleiding de vrede had getekend zonder overleg met de Duitse Keizer

De nieuwe naam van Duitsland werd in 1919...

1. Deutschland
2. Die Heimat
3. Weimar Republiek
4. Het Derde Rijk

Wie had de macht in de Republiek van Weimar?

1. Een keizer
2. Het parlement
3. Een dictator
4. Een koning

Welk verdrag moest Duitsland na de Eerste Wereldoorlog tekenen?

1. Verdrag van München
2. Verdrag van Parijs
3. Verdrag van Versailles
4. Verdrag van Münster

De nationaal socialisten vonden het Verdrag van Versailles zeer rechtvaardig voor Duitsland

1. waar
2. niet waar

Duitsland kreeg in het Verdrag van Versailles alle schuld van de Eerste Wereldoorlog

1. Waar
2. Niet waar

Wat hoort bij het verdrag van Versailles?

1. Frankrijk moet grondgebied inleveren
2. Duitsland moest herstelbetalingen betalen
3. Duitsland mag een groot leger hebben
4. Frankrijk krijgt de kolonies van Duitsland

Welke bepaling was niet in het Verdrag van Versailles opgenomen?

1. De omvang Duitse leger
2. De hoogte herstelbetaling
3. Duitsland moest koloniën en grondgebied afstaan
4. De straf Duitse generaals

Welke probleem tijdens de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?

1. Hitler aan de macht
2. Hyperinflatie
3. Dolkstootlegende
4. Vrede van Versailles

Wat is inflatie?

1. Snelle waardevermeerdering van geld
2. Snelle waardevermindering van geld
3. beurskrach
4. economische crisis

Wat was een oorzaak van de ontwikkeling die je op het plaatje hiernaast ziet?

1. De afschaffing van de parlementaire democratie in Duitsland.
2. De bepalingen van het Verdrag van Versailles.
3. De beurskrach op Wallstreet in de Verenigde Staten.
4. De oprichting van de Republiek van Weimar.

Bij welke partij sloten o.a. generaal Ludendorff en Adolf Hitler zich aan

1. NSB
2. SDAP
3. Spartakisten
4. NSDAP

Wanneer was de staatsgreep van de nazi's?

1. 1922
2. 1924
3. 1923
4. 1925

Vanuit welk land werd het Dawesplan opgezet?

1. Frankrijk
2. Verenigde Staten
3. Duitsland
4. Groot- Brittannië

Wat was het gevolg van het Dawesplan?

1. massale werkloosheid
2. opkomst van Hitler en NSDAP
3. verbeterde economische situatie
4. hyperinflatie

Waardoor gaat het tussen 1924 en 1929 wel goed met Duitsland?

1. Door de staatsgreep van Hitler
2. Door de hyperinflatie
3. Door het verdrag van Versailles
4. Door het Dawesplan

Het verdrag van Locarno is:

1. Frankrijk trekt de troepen terug uit het Ruhrgebied
2. Verdrag uit 1925 tussen Duitsland, Frankrijk en België waarin Duitsland de grenzen van het Verdrag van Versailles erkent
3. Duitsland hoeft minder land terug te geven dan afgesproken bij het Verdrag van Versailles
4. Afspraak over het terugbetalen van het Dawesplan aan de V.S.

Hoelang duurde de bezetting in Nederland

1. 4 jaar
2. 5 jaar
3. 6 jaar
4. 7 jaar

Bij welk jaartal hoort het begrip Dawesplan?

1. 1917
2. 1919
3. 1924
4. 1933

De beurskrach vond plaats in

1. 1929
2. 1930
3. 1931
4. 1933

Wat is geen van de oorzaken van de Beurskrach?

1. Duitsland heeft te grote schulden
2. Amerikanen lenen te veel
3. Amerikanen verkopen massaal hun aandelen
4. Amerikanen kochten massaal aandelen

Wat was een directe oorzaak voor de beurskrach?

1. 'Live now, pay later'
2. overproductie
3. achterblijvende lonen
4. Het massaal verkopen van aandelen

1 Amerikanen kochten veel producten op krediet.
2 De Amerikaanse crisis sloeg over naar de rest van de wereld.
3 De lopende band werd geïntroduceerd in fabrieken.
4 De vraag naar consumptiegoederen steeg.
5 Luxeartikelen werden goedkoper.
6 Op Wall Street vond een beurskrach plaats.
7 Veel Duitsers vestigden hun hoop op Hitler en stemden op de NSDAP.
Welke onderstaande zin is ONJUIST?

1. Feit 5 is een gevolg van feit 3.
2. Feit 1 is een directe oorzaak van feit 6.
3. Feit 5 is een directe oorzaak van feit 4.
4. Feit 7 is een gevolg op langere termijn van feit 2.

A. Rijksdagbrand
B. Hitler rijkskanselier
C. verkiezingen 1933
D. Machtigingswet
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van tijd

1. A B D C
2. B D C A
3. D A C B
4. C B A D

In 1933 kwam er een einde aan de Republiek van Weimar omdat

1. Hitler een grote verkiezingsoverwinning behaalde
2. Hitler vroegtijdig uit de gevangenis kwam
3. de Machtigingswet werd aangenomen
4. Amerika en versneld tempo leningen opeiste

Iemand beweert dat Hitler op basis van de verkiezingsuitslag van 5 maart 1933

een sterke politieke positie heeft gekregen, maar niet alle macht heeft.

→Leg met behulp van de bron uit dat deze bewering juist is.

Doe het zo:

sterke politieke positie van Hitler, want ...;

maar Hitler heeft niet alle macht, want ...

Gebruik de bron

Bestudeer eerst de bron.

Waarom is deze postzegel uitgegeven?

Als herinnering aan de....

1. machtsovername van Hitler in Berlijn.
2. mislukte machtsovername van Hitler in München.
3. oprichting van de NSDAP.
4. oprichting van de Republiek van Weimar.