thema 2 basisstof 1

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

  • Huiswerk controle
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Planning
  • vragen over het huiswerk?
  • Nieuw thema: voeding en vertering
  • onduidelijkheden thema 1

Slide 3 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Zet de organen in de juiste volgorde
Lucht gaat het lichaam in
Gaswisseling
Neusholte
Longblaasjes
Keelholte
Strottenhoofd
Bronchiën
Luchtpijptakje
Luchtpijp

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de longblaasjes vindt
gaswisseling plaats.
Gaswisseling is....
A
Koolstofdioxide in je bloed en zuurstof eruit.
B
De verbranding van zuurstof en het ontstaan van koolstofdioxide.
C
Het wisselen van rode en witte bloedcellen.
D
Zuurstof in je bloed en koolstofdioxide uit je bloed.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kaars met ......... lucht blijft langer branden
A
uitgeademde
B
ingeademde

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In ontspannen toestand is het middenrif..
A
naar beneden gebogen
B
naar boven gebogen
C
plat

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de relatie tussen verbranding en het ademhalingsstelsel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke opdracht(en) van het huiswerk heb je nog vragen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Thema voeding en vertering
Huiswerk
Bladzijde
92 en 93
Opdrachten
1, 2, 3 en 4

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan jij...

2.1.1 Je kunt de functies van
        voedingsstoffen en voedingsvezel         in voedingsmiddelen noemen. (R)

2.1.2 Je kunt zes groepen
         voedingsstoffen noemen met hun
         functies en kenmerken. (R)


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding in organismen
Longen =  zuurstof en koolstofdioxide 
darmen = brandstof
bloed = vervoer brandstof en zuurstof

Slide 16 - Tekstslide

Vul voor jezelf aan
Substraat: is wat wordt omgezet/verwerkt in een enzym
Active centrum: waar substraat bind met enzym
reactieproduct: wat uit de reactie komt
Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen

Alles wat je eet of drinkt.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige voedingsmiddelen
Afkomstig van:

- planten
- gemaakt van
   planten

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige voedingsmiddelen
sojadrink en halvarine
sojabonen
plantaardige oliën
(zonnebloempitten, olijven)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke voedingsmiddelen
Afkomstig

Afkomstig van:

- dieren
- producten van
   dieren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke voedingsmiddelen
Afkomstig van dieren
zuivelproducten
melk en eieren
vlees
Afkomstig van producten van dieren

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is sinaasappelsap een dierlijk voedingsmiddel of een plantaardig voedingsmiddel?
A
Dierlijk
B
Plantaardig

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voed
Voedingsmiddelen
bevatten
voedingsstoffen
nodig voor:
- energie
- groei
- herstel

Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen vervullen vier functies in het lichaam.

1. Brandstof
2. Bouwstof
3. Reserve stof
4. Beschermende stof

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstof 
brandstoffen leveren energie voor:

-  de verbranding in
   elke lichaamscel 

- het op peil houden van de
   lichaamstemperatuur

- groei, ontwikkeling en 
   herstel van het lichaam
welk brandstof gebruikt het lichaam voornamelijk?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstof
bouwstoffen nodig voor:

-  groei en ontwikkeling van het   
   lichaam.

- herstel bij verwondingen en
   beschadigingen

- het maken van nieuwe cellen en       weefsels

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reservestof
reservestoffen:

-  niet direct nodig als
   brandstof of bouwstof

- worden opgeslagen in het 
   lichaam


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende stoffen
beschermende stoffen:

-  zorgen ervoor dat je
   niet ziek wordt

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstof 
brandstoffen leveren energie voor

-  de verbranding in
   elke lichaamscel. 

- het op peil houden van de
   lichaamstemperatuur

- groei, ontwikkeling en 
   herstel van het lichaam

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voedingsstoffen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
  • Tot koolhydraten behoren:
    - suikers (o.a. glucose)  - glycogeen
    - zetmeel                              - vezel
  • gebruikt als brandstof en bouwstof
  • Teveel koolhydraten --> vet --> reservestof
  • Omzetting glucose in glycogeen en opslag in lever en spieren
voedingsmiddelen met veel koolhydraten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
voedingsmiddelen met veel vet
Vetten dienen als:
- brandstof
- bouwstof
- reservestof
Teveel vet:
- niet nodig
- opgeslagen als reservestof
   onder de huid
   (onderhuidse vetlaag)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
voedingsmiddelen met veel eiwitten
Eiwitten dienen als:
-  bouwstoffen (vorming
   cytoplasma en opbouw
    spieren)

Teveel eiwitten:
- gebruikt als brandstof
- omgezet in vet en opslag
   als reservestof

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water
voedingsmiddelen met veel water
- 60% uit water

- belangrijke bouwstof
- nodig voor vervoer van
   stoffen in het lichaam

- opgelost in bloed

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen
voedingsmiddelen met veel mineralen en vitamine A, B, D, E en K

Mineralen (zouten) zijn:

- bouwstoffen
  (kalk voor opbouw van
  botten)

- beschermende stoffen
  (gezond te blijven)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vitaminen
VVitamine
voedingsmiddelen met veel mineralen en vitamine B, C en K
Vitaminen dienen als:
- bouwstof
- beschermende stof
Te weinig:
ziek
Teveel:
ziek 

Aangegeven met een letter: A, B, C, D en K


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vitaminen
Vitamine A 
- opbouw van
   de huid
- goed te zien
 Vitamine D
- stevige botten

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsvezel
voedingsmiddelen met veel voedingsvezel
- behoren tot de
  koolhydraten
- afkomstig uit de celwanden
   van planten
- zorgen voor een verzadigd gevoel
- nodig voor een goede
  darmwerking

Voedingsvezel:
verzamelnaam voor plantaardige stoffen die je lichaam niet kan verteren.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk alternatief staan er alleen plantaardige voedingsmiddelen?
A
kaas, noten en spinazie
B
advocaat, broccoli en peper
C
eieren en sperziebonen
D
brood, vis en aardappelen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voedingsmiddel op
de afbeelding heeft in
het lichaam voornamelijk
de functie van...
A
brandstof
B
reservestof
C
beschermende stof
D
bouwstof

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstoffen
Beschermende stof
Brandstoffen
Reservestof
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
water
mineralen
vitaminen
Eiwitten
Vetten
Vetten
mineralen
koolhydraten
koolhydraten
vitaminen

Slide 41 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies