KUA klas 2 Fotografie syllabus 2024

KUA klas 2: Fotografie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

KUA klas 2: Fotografie

Slide 1 - Tekstslide

Fotografie = Schrijven met licht

Slide 2 - Tekstslide

We gebruiken bij kua alle drie beschouwingsniveaus​
Voorstelling: WAT zie je of wat hoor je?​

Vormgeving; HOE is het gemaakt? (elementen vd vormgeving zoals compositie, kleur, vorm en lichtval)​
WELKE materialen en technieken zijn gebruikt?

Betekenis; WAAR gaat het over? 

Slide 3 - Tekstslide

STANDPUNT/PERSPECTIEF
  • Kikvorsperspectief
  • Vogelvluchtperspectief
  • Neutraal perspectief 

Slide 4 - Tekstslide

ONDERWERP
Standpunt > kikvorsperspectief

Slide 5 - Tekstslide

Vogelvluchtperspectief (van bovenaf)

Slide 6 - Tekstslide

Neutraal perspectief
 (van ooghoogte)

Slide 7 - Tekstslide

KADER
- Portrait (verticaal) of landscape (horizontaal)
- Kies je kader bewust (bijvoorbeeld een rustige achtergrond)

Slide 8 - Tekstslide

Portrait
(verticaal)
Landscape
(horizontaal)

Slide 9 - Tekstslide

AFSTAND
  • extreme close-up (detail)
  • close up (gezicht)
  • medium shot (groot deel van het onderwerp)
  • totaal shot (het onderwerp in zijn omgeving)

Slide 10 - Tekstslide

Kader en afstand

Slide 11 - Tekstslide

Diepte
Op deze manier kun je meer diepte in je foto brengen:

  • Voor groot, achter klein
  • Overlapping
  • Voor donker, achter licht
  • Voor scherp, achter vaag


Slide 12 - Tekstslide

Ruimte creeren

Overlapping
Afsnijding
Verkleining

Slide 13 - Tekstslide

Compositie
  • Regel van Derden
  • Soorten compositie
  • Symmetrie
  • Dynamisch/statisch

Slide 14 - Tekstslide

COMPOSITIE
Ordening van het kunstwerk. Vlakverdeling
Waar zijn alle onderdelen geplaatst.

- aandachtspunt
- effect: statisch, dynamisch, spanning, evenwicht

4

Slide 15 - Tekstslide

Gulden snede/regel van derden
De regel van derden (gulden snede) zegt dat de compositie van een foto mooi is wanneer het belangrijkste onderwerp van de foto op één van de snijpunten van het raster staat (dus bijvoorbeeld: 1/3 van links en 1/3 van onder > daarom heet het regel van derden)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hier staan nog 3 foto's waarbij je goed kunt zien dat het belangrijkste van de foto (onderwerp) op 1 van de 4 sterke punten van de regel van derden is geplaatst. 

Slide 18 - Tekstslide

Soorten compositie

Slide 19 - Tekstslide

OVERALL COMPOSITIE
Onderdelen over het hele beeldvlak verspreid.
Zonder overheersende richting.

4

Slide 20 - Tekstslide

CENTRAAL COMPOSITIE
Midden op het beeldvlak.
Binnen het kader.

Met horizontale en verticale ordening
geordend en overzichtelijk.
4

Slide 21 - Tekstslide

DRIEHOEKSCOMPOSITIE
Onder breed, boven smal, aandachtspunt bovenin.

4

Slide 22 - Tekstslide

DIAGONAAL COMPOSITIE
Dynamisch door de schuine richting.

bewegelijke indruk


4

Slide 23 - Tekstslide

SYMMETRISCHE COMPOSITIE
Beeldvlak is evenredig gevuld, links en rechts gelijk.

statisch
harmonisch
rust
4

Slide 24 - Tekstslide

ASYMMETRISCHE COMPOSITIE
Beeldvlak niet evenredig gevuld. Links en rechts verschillen.

spanning
onrust
dynamiek
4

Slide 25 - Tekstslide

Symmetrische compositie 
(links en rechts zijn min of meer gelijk = symmetrisch)
Asymmetrische compositie 
(hier zijn links en rechts niet gelijk = asymmetrisch)

Slide 26 - Tekstslide

STATISCHE COMPOSITIE
Rustige indruk (zonder suggestie van beweging).

symmetrie
horizontale en verticale lijnen
centrale compositie 
4

Slide 27 - Tekstslide

DYNAMISCHE COMPOSITIE
Oproepen van dynamiek en beweging.

ronde, gebogen, golvende lijnen
schuine, diagonale lijnen
4

Slide 28 - Tekstslide

Licht
  • Hard/zacht licht
  • Kleur licht
  • Richting en schaduw 

Slide 29 - Tekstslide

Hard licht
Hard licht is direct licht, zoals van de zon op een zonnige middag. Dit licht geeft duidelijke en scherpe schaduwen. Daarom is hard licht is niet zo geschikt voor portretten, maar bijvoorbeeld wel voor het fotograferen van gebouwen.

Slide 30 - Tekstslide

Zacht licht
Zacht licht is indirect (diffuus) licht. Dit krijg je door bewolking of door gebruik te maken van een reflectiescherm (diffuser). Dit licht geeft bijna geen of zachte schaduwen. Daarom is het goed geschikt voor portretten.

Slide 31 - Tekstslide

Kleur van het licht:

Tijdens het 'golden hour' (als de zon net op is, of vlak voor zonsondergang) staat de zon laag en krijgt je foto een meer warme, rode tint.

Slide 32 - Tekstslide

Kleur van het licht:

Tijdens het 'blauwe uur' (vlak voor zonsopgang, of vlak na zonsondergang) krijgt je foto een meer koude, blauwe tint.

Slide 33 - Tekstslide

Richting:
  • Een foto die je recht van voren maakt, kent weinig diepte.
  • Voor landschappen wordt daarom bijvoorbeeld vaak zijlicht gebruikt. Dat geeft diepte en structuur (meer details).
  • Bij tegenlicht krijg je een groot licht/donker contrast en zie je vooral silhouetten.
  • Kijk goed welk effect de richting van de foto heeft op de schaduwen in de foto.

Slide 34 - Tekstslide