Paragraaf 3.1

Paragraaf 3.1
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten, 
pak je laptop en ga naar LessonUp
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.1
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten, 
pak je laptop en ga naar LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg paragraaf 3.1

Aan de slag
Leerdoel:

Ik kan een assenstelsel tekenen.
Ik kan punten in een assenstelsel tekenen.
Ik kan punten aflezen uit een assenstelsel. 

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 3.1
Assenstelsel.

Slide 3 - Tekstslide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as

Slide 4 - Tekstslide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as
De verticale as heet de y-as.

Slide 5 - Tekstslide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as
De verticale as heet de y-as.
Waar de x-as en y-as elkaar snijden is de oorsprong.

Slide 6 - Tekstslide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as
De verticale as heet de y-as.
Waar de x-as en y-as elkaar snijden is de oorsprong.
Zet de getallen altijd links van de y-as en altijd onder de x-as.

Slide 7 - Tekstslide

Regels bij het maken van een assenstelsel.

Teken een assenstelsel altijd op roosterpapier (ruitjes).
Teken een assenstelsel ook altijd met een liniaal of geodriehoek.
Teken altijd met potlood. 
Zet altijd bij de assen om welke as het gaat. (x-as of y-as)

Slide 8 - Tekstslide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 


Slide 9 - Tekstslide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 
Stap 2: Teken de x-as en de y-as. 


Slide 10 - Tekstslide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 
Stap 2: Teken de x-as en de y-as. 
Stap 3: zet te letters O (oorsprong), x en y op de juiste plek. 


Slide 11 - Tekstslide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 
Stap 2: Teken de x-as en de y-as. 
Stap 3: zet te letters O (oorsprong), x en y op de juiste plek. 
Stap 4: zet de getallen bij de assen.
Bij de x-as onder de lijn en bij de y-as links van de lijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Sleep de goede naam naar het onderdeel van het assenstelsel.
x-as
y-as
Oorsprong

Slide 13 - Sleepvraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Zet er getallen bij.
Teken de x-as en y-as.
Kies de plaats van de oorsprong
Zet de letters O, x en y erbij.

Slide 14 - Sleepvraag

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.

Slide 15 - Tekstslide

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.
Punt R heeft als coördinaat: (3,1)


Slide 16 - Tekstslide

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.
Punt R heeft als coördinaat: (3,1)

Eerste getal is het x-coördinaat.
Het tweede getal is het y-coördinaat.

Slide 17 - Tekstslide

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.
Punt R heeft als coördinaat: (3,1)

Eerste getal is het x-coördinaat.
Het tweede getal is het y-coördinaat.

Punt R en S zijn roosterpunten, want deze bestaan uit gehele getallen.

Slide 18 - Tekstslide

Coördinaten.
Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)

Slide 19 - Tekstslide

Coördinaten.
Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)
Het eerste getal tussen de haakjes geeft aan 
hoeveel je op de x-as naar links of rechts gaat vanuit de O.

Slide 20 - Tekstslide

Coördinaten.
Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)
Het eerste getal tussen de haakjes geeft aan
 hoeveel je op de x-as naar links of rechts gaat vanuit de O.
Het tweede getal tussen de haakjes geeft aan
 hoeveel je op de y-as omhoog of omlaag gaat vanuit de O.

Slide 21 - Tekstslide

Coördinaten
Punt A (2 , 3)
Punt B (-3 , 1)
Punt C ( 3 , -2)
Punt D (0 , 1)
Punt E (-4 , 0)
Punt F (-1 , -4)

Slide 22 - Tekstslide

Coördinaten
A (... , ...)
B (... , ...)
C (... , ...)
D (... , ...)
E (... , ...)

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn de coordinaten van punt L?
Wat zijn
de coördinaten
van M?
A
M (-2,1)
B
M (1,-2)
C
M(-2,-1)
D
M(-1,-2)

Slide 24 - Quizvraag

wat zijn de coördinaten van H?

Slide 25 - Open vraag

Een roosterpunt is...
A
een kruising van 2 lijnen in het assenstelsel
B
een punt met coördinaten
C
raakt altijd 1 lijn in het assenstelsel
D
raakt geen lijn in het assenstelsel

Slide 26 - Quizvraag

Welke punten zijn roosterpunten?
A
A en B
B
D
C
A en C
D
A, B, C en D

Slide 27 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de volgende opgaven:
2 t/m 7
werken in stilte
Zachtjes overleggen
Overleggen.

Slide 28 - Tekstslide