In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
spelling blok 3 week 2 les 1
We leren het schrijven van leenwoorden.
Slide 1 - Tekstslide
leenwoord
Een leenwoord komt uit een andere taal. Je schrijft ze daardoor anders, dan dat je ze uitspreekt. Er hoort geen regel bij deze woorden. We noemen deze woorden: leenwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Welk woord is een leenwoord? Papa haalt een grote pizza met kaas.
Slide 3 - Open vraag
Welk woord is een leenwoord? Ik draai mijn vlees om op de barbecue.
Slide 4 - Open vraag
Welk woord is een leenwoord? Mijn broertje en ik kijken naar een soap op de tv.
Slide 5 - Open vraag
Welk woord is een leenwoord? Het geluid schalt door de speakers.
Slide 6 - Open vraag
werkwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Zet het werkwoord in de verleden tijd. het gebeurt
Slide 8 - Open vraag
Zet het werkwoord in de tegenwoordige tijd. zij is gestrand
Slide 9 - Open vraag
Zet het werkwoord in de verleden tijd. Lotte verbindt