Mevrouw De Graaf is 70 jaar oud. Ze weegt 65 kg, is 1,60 m lang en woont in een eengezinswoning met de slaapkamer op de eerste verdieping. Mevrouw woont hier alleen sinds haar man is overleden. Mevrouw is bekend met hypertensie en boezemfibrilleren, waardoor ze hartfalen ontwikkeld heeft.
Tot twee weken geleden merkte ze hier weinig van. Ze deed haar boodschappen en liep regelmatig met haar vriendin naar de markt. Ook kookte ze elke dag voor zichzelf. Voor het eten nam ze graag een glaasje port.
Sinds twee weken is mevrouw De Graaf lichamelijk achteruitgegaan. Ze is vermoeid, kortademig en houdt vocht vast in haar benen. Het lukt haar niet om wat langere afstanden te lopen, dus ze moet toch het bezoek aan de markt opgeven, wat ze heel vervelend vindt.
Tijdens het gesprek met de hartfalenverpleegkundige uit mevrouw haar zorgen. Ze vertelt dat ze bang is verder achteruit te gaan. Ook vertelt ze dat ze te moe is om leuke dingen te ondernemen en dat ze niet kan accepteren dat het leven anders wordt. Mevrouw geeft aan zich zorgen te maken, omdat ze niet goed weet hoe het verder moet als haar lichamelijke toestand niet verbetert.