4 havo economie par. 7.5

bedrijfskolom en binnenlands product
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

bedrijfskolom en binnenlands product

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bedrijfstakken
  • Bedrijven die in een bedrijfskolom met dezelfde bewerkingsfase bezig zijn, noemen we samen een bedrijfstak

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijfstak





Alle bedrijven die dezelfde artikelen/ diensten leveren

Slide 4 - Tekstslide

Veranderingen in de bedrijfskolom

Veranderingen worden veroorzaakt door:
- Nieuwe productietechnieken;
- Andere grondstoffen;
- Bedrijven die met elkaar gaan samenwerken;
- Bedrijven die worden gesplitst.

Slide 5 - Tekstslide

Differentiatie
  • Als de bedrijfskolom langer wordt. 
  • Als een onderneming voortaan een deel van het productie- of distributieproces afstoot aan een afzonderlijke geleding in dezelfde bedrijfskolom.
  • Er komt een bedrijfstak bij.

Slide 6 - Tekstslide

Integratie
  • Als de bedrijfskolom korter wordt. 
  • Twee bedrijven van opeenvolgende fasen gaan als een bedrijf. De twee bedrijfstakken worden dan samengevoegd en de bedrijfskolom wordt korter.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Parallellisatie
  • Als de bedrijfskolom breder wordt. 
  • Een bedrijf uit een bepaalde bedrijfskolom samengaat met een gelijksoortig bedrijf uit een ander bedrijfskolom. 

  • Branchevervaging: je ziet niet duidelijk meer in welke bedrijfstak een winkel thuishoort.

Slide 9 - Tekstslide

 Specialisatie
  • Als de bedrijfskolom smaller wordt.

  • Als een bedrijf zich speciaal gaat richten op een deel van de productie. De rest van de productie wordt dan afgestaan aan een gelijksoortig bedrijf.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Integratie
Differentiatie
Het overnemen van taken in de bedrijfskolom door andere schakels heet:
Het toevoegen van een schakel aan de bedrijfskolom heet:

Slide 12 - Sleepvraag

Waar is hier sprake van?
Een fietsenwinkel gaat naast gewone fietsen ook mountainbikes verkopen.
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 13 - Quizvraag

Waar is hier sprake van?
Een fietsenwinkel gaat alleen nog maar e-bikes verkopen.
A
Differentiatie
B
Integratie
C
Parallellisatie
D
Specialisatie

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Tekst






Het binnenlands inkomen is dus hetzelfde als het binnenlands product!

Slide 19 - Tekstslide

De toegevoegde waarde kan je op twee manieren berekenen 


Toegevoegde waarde =

omzet – inkoop goederen andere bedrijven – diensten van derden


of


Toegevoegde waarde = loon + pacht + huur + rente + winst

Slide 20 - Tekstslide

Welke productiefactoren zijn er?
A
arbeid, machines, grond, ondernemerschap
B
arbeid, kapitaal, natuur en ondernemerschap
C
betaalde arbeid, bewerkte grond, machines en ondernemingen
D
machines, mensen, grondstoffen en ondernemers

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de beloningen voor de productiefactoren?
A
loon, pacht, huur, interest en winst
B
arbeid, natuur en kapitaal
C
loon, pacht, natuur en kapitaal
D
arbeid, interest, winst en loon

Slide 22 - Quizvraag

aan de slag
huiswerk checklist 7.5 en denk aan je taken.
Er lopen een aantal mensen al bijna 3 weken achter. !

Slide 23 - Tekstslide

einde


Slide 24 - Tekstslide