Recap H6

Recap H6
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recap H6

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijfskolom: weg van een product van producent tot aan consument. Een bedrijfskolom bestaat uit meerdere schakels/bedrijfstakken.

Een bedrijfstak is een groep gelijksoortige bedrijven.
Toegevoegde waarde: een bedrijf gebruikt productiefactoren voor de bewerking van een product. Deze voegt hiermee waarde toe

Bedrijfskolom: weg van een product van producent tot aan consument. Een bedrijfskolom bestaat uit meerdere schakels/bedrijfstakken.

Een bedrijfstak is een groep gelijksoortige bedrijven.

Toegevoegde waarde: een bedrijf gebruikt productiefactoren voor de bewerking van een product. Deze voegt hiermee waarde toe

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling H6
Onderwerpen:
  • Afschrijving
  • Productiefactoren
  • Afzet, omzet en winst
  • Kostprijs
  • Arbeidsproductiviteit
  • Vraag en aanbod

Slide 3 - Tekstslide

AFSCHRIJVING
= de jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen

Bereken je door: 
afschrijvingskosten = (aanschafprijs-restwaarde)/aantal gebruiksjaren

Aanschafprijs: wat kost het aanschaffen van het kapitaalgoed
Restwaarde: bedrag dat je bij inruil/verkoop nog krijgt voor het kapitaalgoed
Aantal gebruiksjaren: hoe lang ga je het kapitaalgoed gebruiken

Slide 4 - Tekstslide

Productiefactoren
totaal beloningen productiefactoren 
=
gelijk aan toegevoegde waarde
opg. 3/5/7

Slide 5 - Tekstslide

Productiefactoren

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Afzet & Omzet
De afzet is het aantal producten dat je verkoopt.
De omzet is het totaal bedrag dat je ontvangt door producten te verkopen. Het wordt ook wel de verkoopopbrengst genoemd

omzet = afzet X verkoopprijs
afzet = omzet : verkoopprijs

Slide 8 - Tekstslide

Brutowinst en nettowinst
Omzet 
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst (kan ook een verlies zijn.....)

Slide 9 - Tekstslide

Vaste en variabele kosten
 Vaste kosten
 veranderen (voorlopig)  
 niet als je  meer of   minder gaat produceren
 Variabele kosten
 veranderen als je meer  
 of minder gaat  
 produceren

Slide 10 - Tekstslide

kostprijs berekenen 
( Vaste kosten   + variabele kosten )
aantal producten 
 
maak opgave 2 & 3 (5 min)
 

Slide 11 - Tekstslide

Consumentenprijs
Winkeliers verkopen hun producten voor de consumentenprijs.
De consumentenprijs is verkoopprijs inclusief btw


maak opgave 6

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit

Slide 13 - Tekstslide

Wet van vraag & aanbod
Bij een hogere prijs gaan producenten meer produceren. Een hogere prijs zorgt dus voor meer aanbod

Bij een hogere prijs zullen consumenten minder willen kopen. Een hogere prijs zorgt dus voor minder vraag

Slide 14 - Tekstslide

Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid
Evenwichtsprijs: prijs die ontstaat als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Evenwichtshoeveelheid: de hoeveelheid waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Slide 15 - Tekstslide