Herhaling H2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Systeem aarde

onderverdeeld in 4 sferen

Lithosfeer (aardkorst)

Atmosfeer (lucht)

Hydrosfeer (water)

Biosfeer (het leven)

De motor achter alles is de energie van de zon. 

Welke drie hoofdtypen gesteenten zijn er?

Hoe kan sedimentgesteente gevormd worden?

Hoe kan erosie tot stand komen?

Gesteentekringloop

3 soorten

• Stollingsgesteenten: Gevormd door afkoeling van magma, voorbeeld: graniet en basalt. 
• Sedimentgesteenten: Ontstaat door de afzetting van materiaal dat wordt aangevoerd door lucht, water of ijs. Bedekt met name het aardoppervlak. Voorbeeld: kalksteen en zandsteen. 
• Metamorfe gesteenten: Worden gevormd doordat stollings- en sedimentgesteenten onder invloed van druk en/of verhoogde temperatuur een gedaanteverwisseling ondergaan. 
  Voorbeeld: marmer of leisteen. 

Hydrologischekringloop

Bij welke waterkringloop hoort grondwater?

1. Lange kringloop
2. Korte kringloop
3. Beide kringlopen
4. Hoort niet bij de kringloop

Leg in je eigen woorden uit wat verwering is

Wat is geen voorbeeld van mechanische wering

1. Vorstwering
2. Temperatuur die invloed uitoefenen
3. Plantenwortels die invloed uitoefenen
4. Grotten die gevormd worden

Verwering

Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en planten. 
2 soorten verwering: 
Mechanische verwering
Chemische verwering

Factoren die de verwering bepalen

• Klimaat
• Aard van het moedergesteente (welke scheikundige samenstelling?)
• Aanwezigheid van een dekkende bodemlaag
• Tijd.

Erosie & sedimentatie

Transporteren van verweringsmateriaal kan op verschillende manieren gebeuren: 

• Rivieren
• Gletsjers
• zeeën
• wind

Leg uit hoe de werking van de rivier in elkaar zit, benoem in je verhaal erosie en sedimentatie

Binnenbocht = sedimentatie

Buitenbocht = erosie

Meanderen.

Benedenloop

Opbouw en afbraak door ijs

Er zijn 2 soorten gletsjers

1.  Alpiene (dal)gletsjers, deze varieren van 1 km tot tientallen kilometers. 
   
   
2. De Grootste gletsjers. Dit zijn de uitlopers van het landijs aan de randen van een ijskap, zoals Antarctica