oefentoets

oefentoets
 Oefentoets ontwikkelingspsychologie

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

oefentoets
 Oefentoets ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is realistisch denken?
timer
3:00

Slide 2 - Open vraag

Wat is logisch denken?
timer
3:00

Slide 3 - Open vraag

Abstract denken is:
A
Denken over zaken die niet direct waarneembaar zijn
B
kritisch denken
C
kunnen ordenen
D
het goede antwoord staat er niet tussen.

Slide 4 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van abstract denken

Slide 5 - Woordweb

Beschrijf waar het begrip cognitieve ontwikkeling over gaat.

Slide 6 - Open vraag

Beschrijf waar het begrip lichamelijke/ motorische ontwikkeling over gaat

Slide 7 - Open vraag

Ben houd niet van spelletjes spelen met de klas. Hij doet wel mee in de pauze. Over welk ontwikkelingsgebied gaat dit:
A
lichamelijk/ motorische ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
emotionele ontwikkeling

Slide 8 - Quizvraag

Amy moet een verhaal schrijven over wat zij het liefst in haar vrije tijd doet. Over welk ontwikkelingsgebied gaat dit:
A
lichamelijk/ motorische ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
emotionele ontwikkeling

Slide 9 - Quizvraag

Ahmed (10) zit op school te huilen, hij zegt: “…maar dat kan ik helemaal niet, mijn ouders zeggen dat ik niet goed ben in bouwen”.
A
lichamelijk/ motorische ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
emotionele ontwikkeling

Slide 10 - Quizvraag

Kim (9) haar handschrift is onleesbaar. Over welk ontwikkelingsgebied gaat dit:
A
lichamelijk/ motorische ontwikkeling
B
cognitieve ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
emotionele ontwikkeling

Slide 11 - Quizvraag

Voorbeelden van lichamelijke veranderingen van de puber

Slide 12 - Woordweb

Hoe zet de puber zich af tegen zijn ouders? noem een voorbeeld

Slide 13 - Open vraag

Waarover ontwikkelen adolescenten hun eigen mening. Noem een voorbeeld uit de actualiteit:

Slide 14 - Open vraag

Pubers en adolescenten maken zich los van hun ouders
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens de puberteit wordt de identiteit steeds meer ontwikkeld
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Tijdens de adolescentie wordt de identiteit steeds meer ontwikkeld
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De puber handelt vanuit impulsiviteit en temperament
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Tijdens de emotionele ontwikkeling van de adolescent, ontwikkelt hij/zij meer begrip en waardering voor zijn ouders.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Adam kan niet tegen zijn verlies. Hij wordt boos als hij verliest met basketbal en maakt ruzie met kinderen. De andere kinderen spelen liever niet meer met hem. Op welk(e) ontwikkelingsgebied(en) heeft hij problemen?
A
cognitieve ontwikkelingsgebied
B
sociale ontwikkelingsgebied
C
emotionele ontwikkelingsgebied
D
sociale en emotionele ontwikkelingsgebied

Slide 20 - Quizvraag

Hassan (8) kan niet tegen zijn verlies. Hij wordt boos als hij verliest met hockey en maakt ruzie met kinderen. De andere kinderen spelen liever niet meer met hem. Welk advies zou jij aan zijn vader geven?

Slide 21 - Open vraag

Welke vier voorwaarden om de ontwikkeling van een kind te stimuleren?

Slide 22 - Open vraag

Interne factor
externe factor
aangeboren aandoening
gezin
sportief talent
opgroeien in armoede
normen en waarden

Slide 23 - Sleepvraag

Als een baby ongeveer 3 maanden oud is, start de ontwikkeling van de afstemming tussen ogen en handen. Dit heet

Slide 24 - Open vraag

Peuters kennen aan levenloze dingen menselijke eigenschappen toe. Deze manier van denken heet

Slide 25 - Open vraag

Wat is exploratiedrang bij een peuter?

Slide 26 - Open vraag

Een kind leert omdat hij eraan toe is, oefening speelt een minder grote rol dan rijping. Noem 3 manieren van leren

Slide 27 - Open vraag

Geef een voorbeeld van groepsdruk

Slide 28 - Woordweb

Wat is een peergroup?

Slide 29 - Open vraag

In welke leeftijdsfase zit je als je 20 jaar oud bent?

Slide 30 - Open vraag

Conformisme is jezelf aanpassen aan de groep
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van de cognitieve ontwikkeling van de adolescent

Slide 32 - Open vraag

Een voorbeeld van imitatiespel is?
A
vader en moedertje spelen
B
een toren bouwen
C
een koprol oefenen

Slide 33 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van de sociale ontwikkeling van de adolescent

Slide 34 - Open vraag